Vreemde vragen na gesprek over belijdeniscatechisatie
Ds. A.T. Vergunst | 29 reacties | 09-10-2017| 14:32
Vraag
Als jongere denk ik de laatste tijd veel na over het volgen van belijdeniscatechisatie en het afleggen van belijdenis e.d. Dit na een oproep in ons kerkblad over het volgen van de belijdeniscatechisatie. Ik ben er van overtuigd dat dat pas kan wanneer je een ander leven kent. Op dit moment ken ik dit nog niet. Ik ken iemand die zich twee weken geleden wél heeft opgegeven om belijdeniscathechisatie te volgen. Na een gesprek met de kerkenraad heeft ze een brief ontvangen met een aantal vragen die ze moet beantwoorden: “Hoe denk je over een tv/open internet?; wat is de invulling van met name het weekend?; hoe denk je over een lange broek, korte rok, diep uitgesneden shirt?; zit je op een sportvereniging?” Is dit gebruikelijk in iedere Gereformeerde Gemeente? Ik ben het echt wel eens met de leer, niet met alle regels (met name de uiterlijke regels). Waarom wordt er zó op uiterlijke zaken afgegaan en worden er geen vragen gesteld zoals: weet je persoonlijk wie de Heere is?
Groetjes, een jongere.
Antwoord
Mijn vriend, ik ben blij om te lezen dat je het belijdenis doen ziet als veel meer dan ‘volwassen lid worden van de kerk.’ De ondertitel van het oorspronkelijke Kort Begrip verklaart dat het samengesteld was voor hen die “toestemming vroegen om aan het Avondmaal deel te nemen.” Belijdenis doen veronderstelde dus dat iemand gedegen over een nieuw leven kan spreken. We mogen dat niet uithollen tot een formaliteit waarin we toestemmen met allerlei uiterlijke regels of verwachtingen. Het gaat immers over de belijdenis van het geloof. Hoe verzekerd of groot dat geloof is, is niet de vraag. Het gaat er om of er een echt geloof is zoals dat in het Woord wordt uitgelegd. Bijvoorbeeld, ken ik iets van het leven dat geschetst wordt in de Zaligsprekingen waarin de Heere Jezus heel duidelijk het nieuwe leven beschrijft.
Je bent overtuigd dat je dit nieuwe leven nog niet kent. Ik hoop dat dit anders zal worden en dat je door de trekkende liefde van Gods Geest niet meer zonder God kan leven en voor Hem niet in je eigen doen en laten kan bestaan, maar het alles zoekt in de Heere Jezus.
Of het normaal is dat in iedere Gereformeerde Gemeente zo’n lijstje met vragen wordt gegeven weet ik niet. Persoonlijk gebruik ik deze methode niet omdat het inderdaad het gevaar met zich mee brengt dat de belijdenis van het hart wordt getoetst aan hoeverre men met de bepaalde regels van een kerk meeleeft, hoe goed en nodig die ook mogen zijn. Dan wordt het uiterlijk en hoe alles vorm wordt gegeven meer belangrijk dan het ware, het leven of de belevenis van het hart. Allen die bij mij belijdeniscatechisatie willen volgen bied ik die gelegenheid. Maar tegelijkertijd maak ik duidelijk dat belijdeniscatechisatie volgen niet betekent dat iemand ook daadwerkelijk belijdenis doet. Het kan soms wel een aantal jaren duren voordat die persoon daar echt rijp voor is. Gedurende de studies probeer ik wel zaken als kleding, uitgaansleven en mediagebruik aan de orde te stellen en dit aan het Woord te toetsen. Het zal in de loop van het jaar -of soms meer dan het jaar- duidelijk worden of de persoon het ook echt meent wat hij toestemt. Hoewel het uiterlijke en dagelijkse leven niet doorslaggevend is over de vraag of iemand waarlijk de Heere vreest, is het toch wel een belijdenis van ons hart hoe we in de wereld staan en daarmee omgaan.
Belijdenis doen is de meest ernstige belofte die we ooit zullen maken, want die belijdenis zal door de dood niet eindigen, zoals het huwelijk. Daarom moeten we elkaar vermanen met Jozua, die de nadruk er op legt dat de Heere een jaloers God is. Het is een ernstige zaak.
Ik raad allen aan het prachtige en zeer leesbare boekje van ds. C. Harinck over het belijdenis doen te lezen.
De Heere geven ons alles wat nodig is.
Pastor A. T. Vergunst
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.T. Vergunst
- Geboortedatum:22-09-1961
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Carterton (Nieuw-Zeeland)
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
U moet mij niet verwijten, dat moet u de bedoelde kerken doen.
U moet zich wel wat meer verdiepen in de beweeg redenen, u spreekt
over geloof,zij spreken over zaligmakend geloof, wat ze zich niet zomaar
kunnen toe eigenen, en daar dopen toch een opdracht is, gaan ze deze weg.
maar dat doen ze niet zomaar ff.En anders moet u ook wat zeggen over de
kerken waar wordt gedoopt,en de doop ouders zie je sporadisch in de kerk,
zeg maar bijna nooit,en dat spreekt ook niet over geloof
Nee ik heb het niet over geloof, ik bedoelde zaligmakend geloof.
Het is jammer dat je meteen aan de andere kant gaat hangen, dopen van mensen die nooit naar de kerk gaan.
Die constructie is net zo fout als belijdenis doen zonder waar geloof en dopen zonder waar geloof.
De mensen kunnen blijven wie ze zijn, alles is geregeld, je kunt volwaardig lid zijn, kinderen dopen, zelfs in de kerkenraadsbank zitten zonder waar geloof. Een dode kerk. Een lauwe kerk.
Waarom zou je je bekeren? Alles gaat toch goed?
Let wel ik veroordeel niemand, heb zelf ook zo gedacht. Maar het kan niet de klem om je te bekeren is weg. Het bevel van geloof en bekering is weg.
M.b.t. de twee laatste alineas van @Sydneylover: ben benieuwd welke reacties hier op komen.
In mijn kerk doen we Belijdenis des Geloofs en géén' belijdenis van de leer!
De Bijbel leert ons Titus 2 : 1 Doch gij, spreek hetgeen der gezonde leer betaamt.
2 Dat de oude mannen nuchter zijn, stemmig, voorzichtig, gezond in het geloof, in de liefde, in de lijdzaamheid.
3 De oude vrouwen insgelijks, dat zij in haar dracht zijn, gelijk den heiligen betaamt, dat zij geen lasteressen zijn, zich niet tot veel wijns begevende, maar leraressen zijn van het goede;
4 Opdat zij de jonge vrouwen leren voorzichtig te zijn, haar mannen lief te hebben, haar kinderen lief te hebben;
5 Matig te zijn, kuis te zijn, het huis te bewaren, goed te zijn, haar eigen mannen onderdanig te zijn, opdat het Woord Gods niet gelasterd worde.
6 Vermaan den jongen mannen insgelijks, dat zij matig zijn.
Voor zowel mannen als vrouwen is er huiswerk.
Dat wil in mijn optiek niet zeggen dat wat toen door hem gezegd werd, nu nog steeds voor 100% voor ons geldt. In die tijd waren de omstandigheden geheel anders dan nu. Ik ga echter geen discussie aan over wat toen wel en nu niet van toepassing is. Ik noem alleen maar even hetgeen in vers 5 staat over de onderdanigheid van de vrouw (of zoals in een nieuwere Bijbelvertaling staat: het gezag van hun man erkennen). Dat was en is nu niet meer, althans niet in mijn huwelijk en evenmin in mijn kerk.
Ik vraag me af wat Titus als hij nu had geleefd had geschreven, voor mijn gevoel heel andere dingen dan toen op Kreta.
Ik geloof maar houd er wel rekening mee dat de huidige tijd anders is dan de tijd van Paulus en Titus enz.
Ik heb belijdenis voor God gedaan, niet voor mensen. om Bij Zijn Gemeente te mogen horen, niet de kerk.
Het is on-Bijbels om het gezag, van wie dan ook, niet te aanvaarden, ik aanvaard het gezag van mijn man wel degelijk en weet genoeg vrouwen die dat doen. Er zijn in sommige kerken groepjes jonge vrouwen die samen komen om te leren wat God van hun vraagt.
@Samanthi -> wij verschillen van mening over het gezag. Ik heb nimmer gezag over mijn vrouw uitgeoefend of toegepast; ons uitgangspunt was en is dat we voor God en de wereld gelijkwaardig zijn en dat er geen gezagsverhouding tussen huwelijkse partners bestaat. Wel heeft ieder zijn of haar taak / rol binnen het huwelijk, maar dat alles is in goed overleg.
Ik denk dat we niet van mening veranderen, gezag is is anders dan druk uitoefenen of een machtspositie hebben, als we ergens echt niet uitkomen volg ik mijn man, overigens komt dit sporadisch voor.
Mijn man oefent geen druk uit, wij zorgen voor elkaar en houden van elkaar, zoals we beloofd hebben.
- 1
- 2