Neerwaartse spiraal van geloof
Ds. G.A. van den Brink | 1 reactie | 22-08-2017| 15:00
Vraag
Ik weet dat de Heere mij heeft gered. Maar steeds weer voel ik me zo schuldig over wie ik in mezelf ben en blijf dat ik het zicht op Christus eerder lijkt te verliezen dan dat ik uit het geloof leef. Ik ben zo bang voor mijn ongevoeligheid, ongeloof en lauwheid. Het lijkt wel of ik in een neerwaartse spiraal zit. Bijbellezen en bidden zijn eerder een last dan dat ik daar naar uit kijk. Het vertroebelt mijn blik op Hem. Hoe kom ik uit de neerwaartse spiraal? Ik kan er zelf niet uit en het lijkt wel alsof God me alleen maar dieper laat zinken. Het kan toch niet tot Zijn eer zijn als ik al kouder wordt? Heb ik me dan toch bedrogen?
Antwoord
Beste vrager,
Het verlossende woord kan ik niet spreken. Niemand kan jou feilloos zeggen of jouw geloof oprecht is, dan alleen jijzelf. Wel wil ik op een paar zaken wijzen:
1. Misschien is er een ‘externe’ oorzaak voor je situatie. Mogelijk ben je depressief, oververmoeid, in rouw of heb je grote zorgen die je energie wegzuigen. Dat werkt door op hoe je je geestelijk voelt. Misschien draag je een geheim met je mee. Als dat zo is, erken het en zoek daarin hulp. Elia was neerslachtig door uitputting (1 Kon. 19), David moedeloos door vermoeidheid (1 Sam. 27:1).
2. Het heeft niet zoveel zin om terug te blikken en te onderzoeken of je je wellicht vroeger hebt bedrogen, vergist, of iets hebt ingebeeld. Misschien is het inderdaad zo. Maar het bevrijdende antwoord op de twijfel of je geloof vroeger wel oprecht was, is niet om te onderzoeken of je vroeger hebt geloofd, maar is om nu te geloven. Hier volgt een citaat van de oude schrijver Hugo Binning:
“Er zijn mensen die in twijfel trekken of zij geloof bezitten, en ze trekken het altijd in twijfel. Je zult hen altijd van de ene twijfeling in de andere overgaan. Zij komen telkens weer terecht in de discussies over vraag ‘Ben ik in Christus, of niet?’ En vaak komen ze tot de stellige conclusie dat zij niet in Hem zijn, en niet in Hem geloven. Ik moet toegeven, dat een ziel de zaak één keer in twijfel moet trekken, en anders zal iemand nooit zeker zijn. Immers, een ziel moet één keer tot de conclusie komen dat ze zonder God en zonder Christus is. Maar als iemand dat ontdekt heeft, zie ik niet de noodzaak of de vrucht van die discussies en schommelingen over je aandeel aan Christus. Ik zou tot zulke zielen willen zeggen: ‘Al je op dit moment daaraan twijfelt, dan is het nu precies nu het moment om het buiten twijfel te stellen. Hoe dan? Niet door antwoorden op je tegenwerpingen te geven of te zoeken; niet door in jezelf te gaan zoeken om het op die manier te bewijzen; ook niet door er [met jezelf] een discussie over aan te gaan, want wanneer houdt zoiets ooit op? Maar eenvoudig en direct, door te gaan doen waaraan je twijfelt. Ben je erover in twijfel, of je gelovig bent? Hoe anders kan die vraag worden beantwoord dan door metterdaad te geloven!”
3. Bedenk dat het antwoord op geestelijke teleurstellingen altijd is dat het Evangelie niet begint bij onze toestand maar bij Gods Evangelie. Lees Hebr. 10:19-22a. Eerst is er de waarheid dat wij vrijmoedigheid hebben (!) om in te gaan in het heiligdom dat Jezus door Zijn bloed voor ons (!) heeft ingewijd. Hoe onze toestand ook is, deze waarheid is er altijd. Daaruit vloeit de oproep voort: “Laat ons dan toegaan.” Ook als jij je lauw, ongelovig en ongevoelig weet, blijft deze nodiging en waarheid bestaan.
4. Hebr. 10:24-25 wijst erop dat je mensen om je heen nodig hebt om verder te komen in liefde en goede werken. Deel je situatie met mede-gelovigen, die jou aansporen, bemoedigen, waarschuwen en voor je bidden. Dan zal Geest van Christus ook in jou de vrucht van de Geest voortbrengen (Gal. 5:22).
Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
De geïnspireerde woorden van Paulus zeggen boekdelen ...
2Kor 13:5 .. Blijft beproeven of GIJ in het geloof zijt, blijft bewijzen dat GIJ goedgekeurd zijt. Of erkent GIJ niet dat Jezus Christus in eendracht met U is? Tenzij GIJ afgekeurd zijt.
Dus een christen kan niet lichtzinnig zijn over zijn geloof, een christen kan zichzelf makkelijk bedriegen, sterker nog bij de openbaring van de heer Jezus zullen sommige christenen tot de conclusie komen dat zij niet hebben gedaan wat een ware discipel van Jezus moest doen.
Niet iedereen die nu "heer heer" zegt wordt gered.
Jezus zei in Mat 7:21-23 ... En toch zal ik hun dan openlijk verklaren: Ik heb U nooit gekend! Gaat weg van mij, GIJ werkers der wetteloosheid.
Iedere christen moet zich de vraag stellen ben ik wel geestelijk of vleselijk, doe ik de wil van God of streef ik mijn eigen verlangens na, verheerlijk ik Gods Naam Jahweh of ben ik egocentrisch en op materie en geld gericht, etc. etc.
God is een Geest en moet met geest en Waarheid worden aanbeden, zegt de Bijbel.
Wij moeten elke dag God vragen om wijsheid en een sterk geloof, Hij zal het vrijelijk geven aan ieder die zijn wil doet.