Schijnbaar onbelangrijke regels naleven
Ds. J.J. van Holten | 2 reacties | 22-08-2017| 11:19
Vraag
Ik heb een vraag over het gehoorzamen van ouders en overheid. Steeds vaker loop ik tegen dingen aan die eigenlijk niet mogen. Ik zal een voorbeeld noemen. Soms is er even geen andere oplossing dan om met vier personen op de achterbank van een auto te gaan zitten. Ik heb ook wel eens gehad dat, terwijl ik aan het fietsen was, mijn lamp kapot ging. Officieel mag je niet zonder verlichting fietsen. Of als ik denk aan copyright op websites. Hoe moet ik omgaan met zulke kleine, schijnbaar onbelangrijke regels?
Vaak vraag ik me af hoe Jezus op zulke momenten zou reageren. Jezus leefde zonder zonden, dus ook geen kleine zonden... Ik vraag me wel eens af of het wel werkelijk mogelijk zou zijn voor Jezus om in deze tijd zondeloos te leven, omdat er nu zoveel regels zijn die eigenlijk niemand houdt. Soms heb ik echt het idee dat ik mezelf gek maak. Ik voel mezelf niet vrij door de wet, maar ik ben erdoor opgesloten. Ik durf in het kleinste dingetje nog niet te zondigen.
Zeker in mijn beroep zijn er zonder te overdrijven tienduizenden wetten en regels. Sommige slaan echt nergens op. Er is bijvoorbeeld zelfs een regel met welke hand ik de trapleuning vast moet houden en soms is het gewoon niet mogelijk om bepaalde regels te houden. Ook kan het zijn dat het duizenden euro’s extra kost wanneer ik een bepaald onzinnig voorschrift niet nakom. Dit heeft dan niks te maken met de veiligheid, maar toch is er een regel voor. Dit wordt door al mijn collega’s (ook de christelijke) genegeerd. Ik vind dit enorm moeilijk en het is daardoor praktisch onmogelijk om mijn beroep uit te voeren. Tot op welke hoogte die ik de Heere verdriet met het overtreden van regels? Is er zo iets als ‘nood breekt wet?’
Antwoord
Een lastige maar wel heel wezenlijke vraag die je me via Refoweb voorlegt. De omgang met allerlei geboden en regels is op zich al een probleem en zeker als de regels zo krom of onlogisch zijn en de mogelijkheid om je eraan te houden er niet in alle redelijkheid is.
Eerst maar even wat je schrijft aan het einde van je vraag: De Bijbel kent inderdaad wat je noemt in je vraag: “Nood breekt wet.” We kennen de zogenaamde ‘noodleugen’. Denk aan Rachab die de verspieders verbergt en dan liegt tegen de overheid van de stad Jericho dat ze inmiddels ontvlucht zijn. Ook wel een ‘leugen om bestwil’ genoemd.
Verder is “Nood breekt wet” een lastig punt in Bijbels opzicht. Zeker als we van Jezus leren dat Hij kwam, niet om de wet te ontbinden, maar om die te vervullen. In de Bergrede lezen we van de geboden die door de ‘ouden’ zijn gegeven. Daarbij moeten we denken aan de Oud Testamentische wetten. Daarvan zegt Jezus: mag je geen tittel of jota afdoen, maar Hij scherpt die geboden stuk voor stuk nog aan. (Hij rekent bijvoorbeeld het haten van de naaste als doodslag.)
Waar ligt nu de oplossing voor jou probleem. Ik zou daar twee dingen over willen zeggen:
1. Je kunt de menselijke regels, geboden en bepalingen niet zomaar één op één gelijkstellen met de geboden van God. Gods gebod, waarvan we de grondregels vinden in de Tien Geboden zijn van andere orde dan allerlei regels en regeltjes die door mensen zijn bedacht. Gods geboden spelen een rol in de relatie tussen God en ons. De wet begint immers niet met een opsomming van ‘wat niet mag en wat wel moet’, maar begint met het aangaan van een relatie van God met ons: Ik ben de Heere uw/jouw God.
2. Het tweede is dat we altijd moeten kijken, niet naar de letter van de geboden maar naar de geest ervan. Wat is het doel van het gebod. Wat heeft de wetgever met dit gebod willen regelen en wat heeft de maker van het gebod voor ogen gehad. Voorbeeld: iemand van 18 koopt bier voor iemand van 16. Die 16-jarige betaalt en drinkt het bier op. Officieel volgens de regels is de 16-jarige niet in overtreding, want naar de letter is alleen het kopen van alcohol onder de 18 strafbaar. Dan moet je kijken naar het doel van deze regel: Het terugdringen van alcoholgebruik van jongeren onder de 18. Aan dit voorbeeld kun je duidelijk zien dat het niet gaat om de letter maar om de geest (bedoeling) van de wetgever. Dat is overigens ook zeer Bijbels. De Bijbel leert dat de Letter doodt maar dat de Geest levend maakt (2 Korinthe 3:6).
In de praktijk van het leven blijkt vaak dat als je je precies aan de letter wilt houden, dat je dan tegen allerlei onmogelijkheden aanloopt (zoals je dat ook schrijft in je vraag) maar tegelijk als we ons precies aan de letter houden en ons verstand op nul zetten, loopt alles in het honderd. Het is dus heel belangrijk dat we de geboden en de regels van God en afgeleid daarvan ook van de mensen met verstand hanteren. God heeft ons niet als stokken en blokken of als zombies geschapen, maar als denkende mensen. De zaak is dat we oprecht zoeken naar wat de regel of het gebod beoogt tot welzijn van jezelf en van anderen om je heen.
Jezus deed dat ook: Hij geeft het voorbeeld van David die met zijn mannen hongerig van de strijd in een spelonk zaten. Hij kreeg de toonbroden uit de tabernakel mee als voedsel voor hem en zijn strijders hoewel officieel volgens de regels die alleen mochten worden gegeten door de priesters. Het kan nooit de bedoeling van een regel zijn dat mensen honger lijden (Matth. 12:1-8). Je zou ook kunnen denken aan diverse genezingen op de sabbat. De onderhouding van de regels omdat het nu eenmaal zo geregeld is gaat nooit boven het welzijn van mensen. Je zou dat ook ’nood breekt wet’ kunnen noemen.
Ik hoop dat je in het bovenstaande wat aanknopingspunten kunt vinden voor je probleem.
Wellicht ten overvloede: Ik heb op zondag 20 augustus een preek gehouden over hoe we hebben om te gaan met Gods geboden.
Vriendelijke groet,
Ds. J. J. van Holten, IJsselstein
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. van Holten
- Geboortedatum:22-12-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:IJsselstein
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
En dit is geen grapje.
De letter dood, maar de Geest maakt levend. Jezus vervulde alle wetten door naar de eis der wet te leven en niet naar het vlees.
Ik snap het doel (de eis) van (in dit geval) de verkeerswetten en daar wil ik naar handelen zodat alles netjes, veilig en en ordelijk verloopt in het verkeer.
Maar met geflits pas na een bord, en dat op een rustige weg, als je een paar km te hard rijd snap ik niet en is niet conform de bedoeling van de wet lijkt mij. Zoals ik al schreef, een typisch gevalletje van: De geest maakt levend maar de letter slaat dood, lijkt mij. Wonderlijk dat de wetsdienaren dat niet snappen.
Maar goed, wel en mooie aanleiding voor mij hun te blijven zegenen en (af en toe) zonder en wrok of bitterheid een mijns inziens onterechte boete te betalen.