Intertestamentaire periode
Ds. H.H. Klomp | 2 reacties | 09-08-2017| 08:01
Vraag
Ik was in gesprek met mijn moeder over de tijd die er tussen het Oude en Nieuwe Testament zit, de 400 jaar. Mjjn vraag is nu of er in die tijd oorlog was of vrede. Volgens mijn moeder was er vrede, omdat ze mijn vader dat eens had horen zeggen (mijn vader leeft niet meer, maar was erg Bijbelvast). Als ik nu op internet kijk, zie ik dat er oorlogen waren. Maar lees ik in 2 Kronieken 14:1-7 dan zou er vrede geweest moeten zijn. Gaat dat dan over die 400 jaar?
Antwoord
Beste vragensteller,
Door de vakantietijd heeft de beantwoording even op zich laten wachten. Maar hierbij doe ik een poging. Jammer dat je vader niet meer bij je is. Anders zou je het ook met hem kunnen overleggen. Fijn dat je vader Bijbelvast was. Dat is een zegen van de Heere.
In het aangehaalde 2 Kronieken 14:1-7 was er inderdaad tien jaar vrede onder koning Asa. Maar als je verder leest staat daar ook dat hij een groot leger op de been brengt en de steden van beschermende muren voorziet. Er is dus dreiging. En al verslaat hij de Moren: oorlog was er dus wel. En dat is helaas alleen maar zo gebleven, Want in Kronieken gaat het nog over de OT-tijd. Jij bedoelt de tijd tússen OT en NT – 400 jaar. Toen is het alleen maar erger geworden. De strijd ging vooral tussen een (wereldse) koning aan de ene kant (vanuit de stammen van de Ptolemaeen, de Seleuciden of de Hasmoneeën – de namen mag je vergeten) aan de ene kant en een geestelijke leider (vanuit met name de Farizeeën) aan de andere kant. De herbouw van Jeruzalem en de tempel na terugkeer uit de ballingschap en vooral de heiliging van de tempel (!) stond centraal. Vele oorlogen zijn gevoerd. Vaak een harde strijd – ook in religieus opzicht. Vlak voor de Romeinse overheersing (dan ben je dus al in de tijd van het NT) vinden de Makkabeese oorlogen plaats (inzet weer: de (joodse) zuivering van stad en tempel).
Maar genoeg negatieve berichten uit die intertestamentaire periode. Ik kan het niet mooier maken dan het is geweest. Aan het einde van het OT hoor je al iets van die komende narigheid. Bijvoorbeeld in Haggai 1 (vooral vers 7-9) en in Maleachi 4:1 en 2, waar ook staat dat er ontkoming zal zijn voor het oprechte volk van God. Maar als 400 jaar later de Heere Jezus optreedt in Israel gaat de strijd (tegen Hem) door. Gevoerd nota bene door de ‘kerkmensen’ van die tijd: Farizeeën, Schriftgeleerden samen met de heidense Romeinen. Wat een verdriet! Ook voor de Zoon van God. Hoe komt het er voor ons op dan aan om in de Heere Jezus geborgen te zijn – voor tijd en eeuwigheid. Om de goede(!) strijd van het geloof (1 Tim.6:12) te strijden.
Ik heb een lastige periode zo kort proberen samen te vatten als antwoord op je vraag.
Zegen en groeten aan je moeder,
Ds. H. H. Klomp
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H.H. Klomp
- Geboortedatum:05-04-1949
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Met emeritaat sinds januari 2017.
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
"In de meeste Bijbels bevindt zich tussen het Oude en het Nieuwe Testament een witte bladzijde. We realiseren ons niet altijd dat tussen de bijbelboeken Maleachi en Mattheüs een periode van ruim vier eeuwen ligt. Gedurende die eeuwen is er natuurlijk heel veel gebeurd. De stem van de profeten zweeg, maar Gods werk ging door.
We moeten goed beseffen dat vele fragmenten uit het Nieuwe Testament niet goed zijn te begrijpen als we geen kennis hebben van de ‘witte bladzijde’. Daarom bevordert een goede kennis van de ‘witte bladzijde’ een goed verstaan van de Heilige Schrift. Dat is dan ook de reden dat dit boek is geschreven. Het heeft geen wetenschappelijke pretenties. Het is bedoeld voor de belangstellende bijbellezer, die zich niet alleen interesseert voor alles wat er in de Schrift staat, maar ook voor alles wat daarmee verband houdt."
Dat gebeurde in de tijd waarin er 400 jaar geen profeet opstond. Daniël heeft in zijn nachtgezichten gezien dat de gruwel van de verwoesting plaats zou gaan vinden.
De bezettende macht waren de Grieken die hun afgodische stelsels aan iedereen heeft opgelegd die zij spreekwoordelijk onder de voet hadden gelopen. Wat zijn die tekeer gegaan die ''oude beschaving"!
De tempel werd niet verwoest maar wel zeer zwaar verontreinigd en alle zaken die daar aanwezig waren werden in stukken geslagen.
De Makkabeeën was een Joodse verzetsbeweging die de Grieken te lijf ging. Zowaar wist men hen te verslaan. Bij het uitmesten van de tempel trof men nog maar een oliekruikje aan die net genoeg was om maar een dag het eeuwigdurende licht aan te steken.
In die kandelaar mocht uitsluitend zeer zuivere olie branden en de productie daarvan duurde maar liefst 7 dagen. Met alle andere oliesoorten zou de tempel binnen zeer korte tijd zwartgeblakerd er uit zien. Het wonder geschiedde, de lamp bleef 8 dagen branden. Dit wonder werd een jaarlijks terugkerend feest, die Yeshua ook hield.
Er gebeurde wel terdege iets in die periode. Wat Daniël heeft vastgelegd over die periode is letterlijk uitgekomen. Het is het handelen geweest van de vijand aan de ene kant en het handelen van de Eeuwige die de Makkabeeën zegenden in hun verzet tegen een machtig wereldrijk. Zij kwamen op om de tempel te reinigen en de verderfelijke invloed van de Grieken een halt toe te roepen. Heel veel bloed is er gevloeid van de Joodse zijde in die duistere periode.