Kijk het maar achteraan
Ds. J.D. Heikamp | 27 reacties | 31-07-2017| 11:08
Vraag
Wat wordt er bedoeld in het geestelijk leven met: “Kijk het maar achteraan?”
Antwoord
Misschien kent u de uitdrukking: laat het maar eens overwinteren en overzomeren. Wanneer een zondaar getuigd heeft van Gods bekerende genade bewezen aan een groot zondaar en gewassen is in het bloed van Christus, wordt deze uitdrukking nogal eens gemaakt. Men bedoeld er eenvoudig mee te zeggen: kijk het maar achteraan, let op de vrucht van dit getuigenis. Uit de vrucht zal openbaar komen of het uit God is geweest. En met de vrucht wordt dan de Godzalige levenswandel bedoeld in gewaad, gepraat en de daad. Of inderdaad alle grondjes buiten God en Christus zijn afgesneden en door het zaligmakend geloof van Hem te mogen spreken en getuigen, en van de vergeving der zonden en verzoening met God en het kinderlijk vertrouwen op de zaligheid.
Verder weet ik niet waar het voorkomt in Gods Woord. Geen David of Paulus heeft het zo gezegd. Wel waar het op neerkomt. Let op Demas, Judas enz. Of een gezegde van een bevindelijk predikant.
Hartelijke groeten,
Ds. J. D. Heikamp
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.D. Heikamp
- Geboortedatum:09-11-1939
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Staphorst
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
De verwijzing naar de gelijkenis van het zaad heb ik al eerder gegeven en is voor mij het belangrijkste schriftbewijs dat je niet alleen af kunt gaan op het enthousiast ontvangen van het evangelie door pasgelovigen (hoe oprecht blij ook ik ben als ik zo’n getuigenis hoor). Maar de vraag is heel terecht: Heeft het wel wortel van aarde? Ook de Heere Jezus gebruikt een uitdrukking die je kunt vertalen met: kijkt het maar na, als Hij zegt: uit de vruchten wordt de boom gekend.
De andere mensen die ik citeerde, verwezen ook naar deze en soortgelijke schriftplaatsen; zie ook de link naar het stukje van ds van Lingen, die beweert dat de voorzichtige houding om "bijzondere bekeringen" een poosje aan te zien: begin citaat: Dit is naar de Schrift, die ons toeroept, niet haastig de handen op te leggen, en die de zaligheid niet toezegt aan die begint, maar dien, die volhardt ten einde; niet aan dien die strijdt, maar aan dien, die overwint. eind citaat. Ik heb niet zozeer andere mensen willen citeren, maar illustraties over de breedte uit de reformatorische gezindte willen geven, waar mensen zich - zich beroepend op de Schrift - achter deze uitdrukking hebben gesteld.
Er zijn meer schriftgegevens te noemen, maar als ik die aanhaal loop ik de kans verweten te worden om bijbelse geschiedenissen te "misbruiken", te "vergeestelijken" of te allegoriseren. Maar om je een indruk te geven zal ik er een paar noemen, waar het allemaal niet zo snel ging:
Abraham krijgt de belofte van kinderen, maar hij moest er lang op wachten; toen hij Izak kreeg moest hij hem ook nog eens gaan offeren; Izak en Rebekka maakten iets soortgelijks mee; Jozefs dromen worden pas na jaren vervuld; het volk Israel ging niet de gewone en kortste weg van drie dagen naar Kanaan, maar moest een reis van 40 jaar maken; David wordt gezalfd tot koning, maar op de kroning moet hij nog een hele tijd wachten. Paulus wordt geroepen tot zendingsdienst, maar verblijft 9 jaar in Arabie voordat hij tot zijn bediening komt. Maar omdat dit slechts "indirect" en aan exegese onderhavig schriftbewijs is, heb ik het maar bij bovenstaande gelaten. Ik wilde een oeverloze discussie over Schriftgebruik en Schriftbewijs voorkomen en ik stel voor dat we dat ook nu niet alsnog gaan doen
Blijft de opmerking van ds Heikamp: de uitdrukking is niet terug te vinden in de Bijbel, de zaken die er mee aangeduid worden wel. We moeten wel nauwkeurig opletten of datgene wat we zeggen "naar de Schrift" is, maar we moeten de Bijbel niet gebruiken als een soort Enkhuizer Almanak.
Dank voor je opmerking, laten we de discussie inderdaad niet verharden.
Ik kan met je meegaan, in je persoonlijke uitleg, dat je zicht op Christus onvolledig was / is. Daarin kan ik je de hand geven! Tot op de dag van vandaag (en de rest van het leven) is en zal mijn zicht op Hem onvolledig zijn...
Eén opmerking nog, en dan stop ik:
Je laatste "voorbeelden" zijn geen voorbeelden om deze stelling te onderstrepen. Abraham geloofde God, en Die rekende het Hem tot gerechtigheid. Hoe kan je in deze geschiedenis dan het overwinteren en overzomeren een plaats geven? Ik vind het ronduit verdrietig dat je op deze manier hier enige grond uit probeert halen. Volgens mij leent Gods Woord zich niet voor zulke eigenmachtige uitleg.
Opnieuw: de gelijkenis van het zaad, is niet gegeven om tegen of over anderen te zeggen laat het maar overwinteren,
Heeft het wel wortel van aarde, is voor zelfonderzoek, aan de boom kent men de vruchten is ook.
Nogmaals, als iemand de Heere leert kennen, wees dan hartelijk verblijd en bemoedigd de ander, Dit is iets anders dan handen opleggen.
De voorbeelden uit de Bijbel die je noemt gaan niet over bekering, maar over andere zaken zoals het krijgen van een zoon,( waaruit de Verlosser zou komen)het gaan naar het beloofde land en dergelijke.
Het is jammer, JE ziet het idd aan de vruchten, lees in de Galatenbrief, deze vruchten worden gedragen, maar door de Heere Jezus voortgebracht.
Een ieder kijke naar zichzelf.
Ik ben begonnen om te zeggen dat de uitdrukkingen waar het over gaat makkelijk misbruikt kunnen worden. Voorzichtigheid is dus geboden! Ik ben niet zonder kritiek over het misbruik van deze uitdrukkingen!
Vervolgens heb ik geprobeerd aan te geven dat het verwerpen van dit misbruik niet tot resultaat mag hebben de wijsheid, die er in het goed gebruik van deze uitdrukkingen ligt, te verliezen. @Samanthi benadrukt dat we elkaar niet mogen be- of veroordelen. Een ieder kijke naar zichzelf. Maar de apostel zegt toch nadrukkelijk dat we acht op elkaar moeten slaan, elkaar moeten corrigeren als we een dwaalweg in dreigen te slaan (Hebr. 10:36, 12:15). Ik heb wijlen ds Vergunst geciteerd die zegt dat we in deze situaties voorzichtigheid en achterdocht niet moeten vereenzelvigen.
Ik heb aangegeven dat de genoemde uitdrukkingen niet letterlijk in de Bijbel terug te vinden zijn en het Schriftbewijs is daarom in het vinden van analogieen in plaats van letterlijke aanwijzingen. Daarom ben ik niet onder de indruk van het verwijt dat de gelijkenis van de zaad geen rechtvaardiging zou zijn van het door mij erkende misbruik van genoemde uitdrukkingen. Ronduit onjuist is het als Samanthi stelt dat het bij “uit de boom kent men de vruchten” zou gaan over zelfonderzoek. Het gaat daar over het bestrijden van dwaalleraren. Lees maar mee:
Mt 7:15 vv: Maar wacht u van de valse profeten, dewelke in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven. Aan hun vruchten zult gij hen kennen. Leest men ook een druif van doornen, of vijgen van distelen? Alzo een ieder goede boom brengt voort goede vruchten, en een kwade boom brengt voort kwade vruchten. Een goede boom kan geen kwade vruchten voortbrengen, noch een kwade boom goede vruchten voortbrengen. Een ieder boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Zo zult gij dan dezelve aan hun vruchten kennen. Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt!
Ik ben blij met het getuigenis van mensen die tot geloof komen. Maar ik ben wel voorzichtig, en ik meen oprecht dat het goed is om het werk Gods in hen “achterna te kijken”, want er zijn er helaas bij, die (Titus 1:16) belijden, dat zij God kennen, maar zij verloochenen Hem met de werken, alzo zij gruwelijk zijn en ongehoorzaam, en tot alle goed werk ongeschikt.
Ik heb een aantal citaten gegeven uit de breedte van de gereformeerde gezindte waarbij het gaat over het positief gebruik van genoemde uitdrukkingen. Het doet mij verdriet als het getuigenis van deze voorgangeren wordt afgeserveerd als: het staat niet (letterlijk) in de Bijbel dus kom niet met citaten van mensen. Onderzoek de Schriften, jazeker en dat voor en boven alle dingen, maar ook: houdt uw voorgangeren in waarde!
Ik moet bekennen dat ik wat onduidelijk ben geweest in het aanhalen van diverse Bijbelse geschiedenissen. Daarvoor mijn oprechte excuses. Ik vermoedde al dat ik daarover geen applaus zou kunnen verwachten dus ik had des te meer zorgvuldiger moeten formuleren. Ik bedoelde die niet te citeren als schriftbewijs voor genoemde uitdrukkingen, maar om aan te geven dat Gods leiding in een mensenleven (en de bekering is daar een aspect van) in de bijbel over het algemeen niet snel gaat (los van de door Samanthi geciteerde bijzondere leidingen, waar het wel snel gaat), maar beproevingen kent en als regel over een lange periode gaat. (we gaan de discussie over de terminologie bekering in engere zin en ruimere zin maar niet heropenen).
Wij mogen elkaar niet boordelen is de teneur van een aantal reacties. Daarom doet het mij verdriet als op basis van korte reacties al snel de conclusie wordt getrokken als zou ik eigenmachtig met de Schrift omgaan (WIllemB). Dat incasseer ik dan maar.
Ik ga mijn reactie in dit topic stoppen. Ik besluit met een citaat uit Psalm 141:5 De rechtvaardige sla mij, het zal weldadigheid zijn; en hij bestraffe mij, het zal olie des hoofds zijn, het zal mijn hoofd niet breken; want nog zal ook mijn gebed voor hen zijn in hun tegenspoeden. Elkaar bemoedigen en versterken betekent ook: elkaar vermanen, bestraffen, opscherpen! Als dit element gaat ontbreken ben ik bang dat we de breuk op het lichtst proberen te helen. (Jeremia 6:14, 8:11)
Ik zie ernaar uit dat het ware geloof, wat de winterkou en de zomerhitte doorstaat, zal zegevieren en het tijdgeloof zal worden ontmaskerd! Overigens houd ik gewoon van de Heere Jezus en ben ik intens blij als ik een zondaar in mijn omgeving tegenkom die zich bekeert. De Heere komt! Zijn Rijk zal vol zijn van onderdanen! Hallelujah!
- 1
- 2