Wet en evangelie
Ds. B. de Romph | 3 reacties | 13-07-2017| 12:04
Vraag
Ik ben veel bezig met wet en evangelie. De wet eist van ons dat we op bepaalde manier moeten leven en aan het evangelie krijgen wij deel door een waar geloof. Maar hoever moet een mens gaan in Gods wil doen zonder wettisch te worden? En hoe kun je er als mens achter komen wat Gods wil precies inhoudt? Want er zijn zoveel visies op de Bijbel dat je soms niet meer weet hoe je een bepaald gedeelte moet interpreteren. Aan de ene kant wordt de mens uit genade zalig, niet uit werken, maar om wille van Christus’ verwerving. Maar aan de andere kant vraagt de Heere van ons bekering.
Ik twijfel niet aan de zekerheid van het heil dat Christus’ heeft verworven en dat Hij dat wil schenken aan goddelozen. Maar ik twijfel wel aan mijn bekering. Wanneer ben je genoeg bekeerd? Wanneer is de bekering waar? Ik bemerk bij mijzelf wel eens de onwil om mij te bekeren op sommige vlakken. Dan vraag ik me af of ik niet te wettisch bezig ben en dat God het wel vraagt om mij te bekeren om die vlakken. Ik hou bijvoorbeeld van mooie dingen; auto, huis en kleding. Dan wordt er soms gezegd: je mag je hart niet op stoffelijke zaken zetten. Maar wanneer is een hart op stoffelijke zaken gezet? Je mag toch wel houden van mooie dingen, of geef je je dan over aan zondige wellusten?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Geachte vraagsteller
Het is juist dat je voor beide kanten van het heil oog hebt. Je bent veel bezig met wet en evangelie. In de evangelieverkondiging moeten beide aspecten naar voren komen. Wet en evangelie, zonde en genade, vloek en zegen, eeuwig wel en eeuwig wee. Beide horen bij elkaar. Er is geen evangelie zonder wet en er is geen wet zonder evangelie. Waar de wet niet gepredikt wordt, verbleekt het evangelie. Evangelie zonder wet werkt een oppervlakkig christendom. De ernst van de zonde wordt niet meer gevoeld en men houdt niet anders over dan een slap aftreksel van het evangelie. De mensen op weg naar de eeuwigheid worden in slaap gesust. Er wordt een evangelie verkondigd dat geen evangelie is. De mensen worden gerustgesteld dat het allemaal wel goed komt. De Heere Jezus is gestorven voor zondaren en wie dat nu gelooft, hoeft niet te vrezen. Ik ben wel eens bang, dat velen met een ingebeelde hemel voor eeuwig verloren gaan. Het bloed ontbreekt in zo’n prediking.
Maar ook de wet zonder evangelie kan niet bestaan. De wet kan alleen maar vloeken en schelden. “Want de toorn van God wordt geopenbaard van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid der mensen” (Rom. 1:18). De wet kan alleen maar vervloeken en veroordelen. De wet die ten leven was, is de dood ten dood geworden. De wet in het werkverbond was de weg ten leven. De Heere sprak tot Adam in de staat der rechtheid: “Doe dat en ge zult leven.” Adam kon door de werken der wet zalig worden. Als hij in gehoorzaamheid aan Gods geboden zou voldoen, zou hij het eeuwige leven ontvangen.
Maar deze weg is ten enenmale afgesloten. De mens heeft het gebod Gods overtreden en sindsdien is de toegang tot de hemel voor de mens gesloten. De mens kan niet meer door de werken der wet zalig worden. Daarmee is het werkverbond niet opgeheven. Het werkverbond bestaat nog en als er iemand van de mensen aan al de geboden Gods zou voldoen, zou hij het eeuwige leven beërven. Maar er is geen mens van Adam niet tot Mozes, en van Mozes niet tot vandaag aan de dag, die daaraan kan voldoen. Ja toch, er is er Een en Hij heeft aan de strenge eisen van de wet volkomen voldaan en aan al de eisen van de Vader beantwoord en dat is de Heere Jezus Christus. Hij heeft in volmaakte gehoorzaamheid aan al de eisen van Zijn Vader beantwoord.
En hier op de kruisheuvel Golgotha hebben waarheid en gerechtigheid elkaar ontmoet (Ps 85). En uit die ontmoeting spruit het goede voort. “Dan wordt gena van waarheid blij ontmoet, de vrede met een kus van ‘t recht begroet. Dan zal de Heere ons het goede weer doen zien, dan zal ons land zijn volle garven bien” (Ps 85 berijmd). Hier staan we bij de grondslagen waarop de zaligheid rust. Gerechtigheid en waarheid. Dit is de Bijbelse lijn.
Velen hebben zich tegen deze leer van verzoening door voldoening verzet. Het ligt der mens niet om van genade te leven. Hij wil wel in de hemel komen, maar dan langs eigen gekozen wegen. De mens wil zalig worden, maar dan met behoud van zijn eigen eer. Hij wil zelf nog iets aan zijn zaligheid toedoen. Vandaar die verschillende opvattingen. Maar er is maar één weg en dat is de bloedweg. Heel de Schrift door, zowel in Oud als in Nieuw Testament wordt die lijn getrokken. God heeft Zijn rechtvaardige toorn, die wij verdiend hadden, op Zich doen neerkomen en we kunnen daar alleen in delen door het geloof.
De Heere eist ons helemaal voor Zich op. Dat wordt ook de begeerte van een wedergeboren zondaar om Hem alle eer en dank toe te brengen. Er zou nog veel meer te zeggen en te schrijven zijn over dit onderwerp. De tijd en de ruimte ontbreekt me. Ik zou zeggen: wees maar veel bezig met wet en evangelie. Geen wet zonder evangelie en geen evangelie zonder wet. Maar Sion zal door recht verlost worden. Wat wordt het wonder dan groot, dat Hij in die weg de zaligheid voor Zijn volk bereid heeft. Dat heeft voor Christus het kruis en voor ons de zaligheid betekend.
Ds. B. de Romph
Dit artikel is beantwoord door
Ds. B. de Romph
- Geboortedatum:17-07-1940
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Noordeloos
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. de Romph is op 24 juli 2019 overleden.
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Aan de andere kant is het volgen van Jezus Christus de beste weg, maar ook een strijd tegen ons zondige vlees en tegen de duivel en zijn wereld, wij zijn immers niet volmaakt net als Jezus!
Christenen leven onder de "wet van Christus" en moeten de dingen doen die de Christus deed, in het Bijzonder 'het goede nieuws van God Koninkrijk verkondigen' of evangeliseren, zoals Jezus Christus heeft gedaan.
God zei in de oudheid dat hij in de laatste dagen een volk zou hebben, samengesteld uit alle natiën der aarde, en hun ZIJN wetten in hun hart zou schrijven (niet op stenen tafelen).
Dus door studie van Gods Woord, meditatie en vooral in de praktijk toepassen leeft men de Wet van God, zoals Christus deed.
Nou is het ware christelijke geloof een actief geloof, dus niet stil zitten geloven dat is niet acceptabel voor God.
Geloof in actie zou je kunnen zeggen.
En ja, daar horen werken des geloofs bij. Jakobus zei geloof zonder werken is als een lichaam zonder geest, DOOD!
Jakobus 2 zegt ..
24 Jullie zien dat iemand rechtvaardig verklaard wordt door daden, en niet alleen door geloof. 25 Werd ook Rachab, de prostituee, niet rechtvaardig verklaard door daden, .. 26 Zoals het lichaam zonder geest dood is, zo is ook geloof zonder daden dood.
MAt 11:19 ... Niettemin wordt de wijsheid gerechtvaardigd door haar werken.
Alleen op die manier kun je daar openbaring over krijgen.
In het oude testament was het niet mogelijk om al de wetten geheel te houden omdat de wet zwak was door het vlees. (Rom 8:3) Het evangelie is dat Jezus gekomen is en dat hij een nieuwe en levende weg heeft gebaand door het vlees (Hebr 10:20 en 6:20) en dat wij hem nu kunnen navolgen.
Jezus zei bij zijn komst in de wereld: ” Here hier ben ik om uw wil te doen”. (Hebr 10:7) Toen men Hem vroeg wat het belangrijkste gebod was legde Hij uit: ”de Here liefhebben met geheel ons hart en verstand en onze naaste als ons zelf”. Dat is het zelfde als zijn “agenda”:”Here hier ben ik om uw wil te doen”.
De wet tuchtigt ons tot Christus.
In de HC komt men tot de conclusie:
Vr.5. Kunt gij dit alles volkomenlijk houden?
Antw. Neen ik a; want ik ben van nature geneigd God en mijn naaste te haten
Hij / zij die zat is van zichzelf komt bij Christus, die geeft alles op en wil alleen, ja alleen voor Hem leven. Zo’n iemand kan een werk in gebeuren als antwoord HC vraag 8:
Vr.8. Maar zijn wij alzo verdorven, dat wij ganselijk onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad?
Antw. Ja wij a; TENZIJ wij door den Geest Gods wedergeboren worden.
Want als wedergeborene met Gods kracht en Gods Geest kunnen wij de wetten wél houden. Dit staat in Rom 8 vers 4: ”opdat de eis der wet vervuld zou worden IN ONS, die niet naar het vlees wandelen maar naar de geest.
Iemand die naar de geest leeft is niet wettisch. Die is gelukkig, heeft Jezus als blijvende kracht en bron in zijn hart. Die wil niets anders meer dan luisteren en gehoorzamen aan de stem van zijn hemelse bruidegom.
Dat de dood van de wet vrijmaakt, wordt ook helder voorgesteld
in Romeinen 7:1–6. Het betoog is daar dat het voor iedereen dui
-
delijk is dat een wet heerst over een mens, zolang hij leeft. Het
is onzinnig om iemand, die bijvoorbeeld een verkeersovertreding
heeft begaan, maar daarbij zelf om het leven is gekomen, nog een
boete op te leggen. Een boete krijgt iemand die aansprakelijk kan
worden gesteld voor de begane overtreding en daarvoor ook kan
boeten. Bij een dode is dat onmogelijk. In de rechtspraak vervalt
dan ook elke aanklacht tegen een persoon als deze gestorven is.
Paulus illustreert dit in Romeinen 7 met het voorbeeld van een
huwelijk (vs. 1–3). Hij stelt dat naar de wet een huwelijksverbinte
-
nis geldt, zolang beide partijen in leven zijn. Er is maar één manier
waarop deze verbinding verbroken wordt en dat is als een van de
partijen sterft. Dan pas is de vrouw vrij van de wet die haar aan
haar man bond en mag zij met een ander trouwen. Ze is een over
-
speelster als ze, terwijl haar eerste man nog leeft, toch de vrouw
van een andere man wordt.
Als Paulus dit in de verzen 4–6 gaat toepassen op de verbinding
tussen de gelovige en de wet, zegt hij het als volgt. Volgens de
wet moest de zondaar gedood worden. Dat is met de gelovige
gebeurd. Hij is voor de wet gedood door het lichaam van Christus
(vs. 4a). Dat wil zeggen dat toen Christus stierf, hij stierf. Maar
Christus is uit de doden opgewekt. De gelovige staat dan ook niet
meer in verbinding met de wet, maar met een opgestane Chris
-
tus, Die ook niets meer met de wet van doen heeft. De wet is op
Hem immers ten volle uitgeoefend? De gelovige is dan ook niet
meer verbonden aan de wet, maar aan een opgestane Christus,
waardoor hij voor God vrucht kan dragen. Deze vrucht wordt in
de gelovige bewerkt door de Geest van God (Gal. 5:22), Die in de
gelovige is komen wonen, nadat hij het evangelie van zijn behou
-
denis heeft aangenomen (Ef. 1:13).
Als de Geest in de gelovige woont, betekent dit dat hij zich door
de Geest moet laten leiden en door de Geest moet wandelen
(Gal. 5:16). Wie zich door de Geest laat leiden en door de Geest
wandelt, wordt uitgetild boven het bezig zijn met zichzelf, met
de wet en met het vlees. ‘Maar indien gij door den Geest geleid
wordt, zo zijt gij niet onder de wet’ (Gal. 5:18). De Heilige Geest is
op aarde gekomen, niet om de gelovige de kracht te geven om de
wet te volbrengen, niet om hem bezig te doen zijn met de wet en
daardoor met zichzelf, maar om hem alles over Christus bekend
te maken en Hem te verheerlijken (Joh. 16:13–15).
Overigens betekent dit dat wie zich door de Geest laat leiden te
-
gelijk alle heilige eisen van de wet vervult (Rom. 8:4). Nooit zal de
Geest iemand brengen tot het overtreden van enig gebod van de
wet. Het doen wat de wet zegt, is als het ware het automatisch
gevolg van het gericht zijn op Christus. Maar het gaat erom dat de
wet de gelovige bezig doet zijn met zichzelf, terwijl de Geest de
gelovige bezig doet zijn met Christus
Het gevolg is dat wie in Hem gelooft, niet meer onder de wet,
maar onder de genade staat (Rom. 6:14). Leven in geloof staat
haaks op leven volgens de wet. Die twee zijn niet met elkaar te
combineren. Denken dat je als gelovige de wet kunt houden, is
een miskenning van de bedoeling van de wet. Je vindt dit op dui
-
delijke wijze in de brief aan de Galaten. Ik wil je aanraden na de
brief aan de Romeinen die brief te gaan bestuderen.
bron, oude sporen.