Geloof, feit of aanname
Ds. C. Oorschot | 1 reactie | 11-07-2017| 09:57
Vraag
Als men zegt dat geloof niet een feit is maar een aanname, gebaseerd op wat je gelooft uit de Bijbel, kan het dan tóch een feit zijn voor jezelf?
Antwoord
Over deze vraag heb ik lang nagedacht en ik meen dat deze vraagsteller te verstandelijk en te statisch denkt wanneer hij/zij het geloof een feit noemt of zo wil benoemen. Volgens de grote Van Dale is een feit een begane daad; iets wat heeft plaats gehad in het verleden en nu werkelijkheid is. Een feit is dus gegrond op het verleden en blijft staan. Het geloof echter is niet iets dat in het verleden eenmaal heeft plaatsgevonden en onomstotelijk vaststaat en waarmee dan alles gezegd is, maar het is levend en dynamisch. Je zou het “een way of life” kunnen noemen. Het heeft ook steeds versterking nodig want anders gaat het net als een plantje dat geen water krijgt, dood. Het Hebreeuwse woord voor geloof is “émét”, dat wil zeggen: de vaste grond; het Griekse woord voor geloof is: pistos, dat het best met “vertrouwen” vertaald kan worden. Beide, zowel de vaste grond, waar je op staat en op gaat, en het vertrouwen in God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest zijn wel feitelijk, maar kan je geen feit in de eigenlijke betekenis van het woord noemen.
Tenslotte geef ik voor deze vraagsteller, in de hoop dat hij/zij er wat aan heeft, de definitie door uit Hebr. 11 vs. 1: “Het geloof nu is een vaste grond der dingen die men hoopt en een bewijs der zaken die men niet ziet.”
Met hartelijke groet,
Ds. C. Oorschot
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Oorschot
- Geboortedatum:25-08-1933
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Stellendam
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. Oorschot is op 17 april 2021 overleden.
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Het geloof zegt: wij weten (1 Johannes 3:2; 3:14 ; 5:15; 5:18 ; 5:19; 1 Johannes 5:20 Doch wij weten, dat de Zoon van God gekomen is, en heeft ons het verstand gegeven, dat wij den Waarachtige kennen; en wij zijn in den Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon Jezus Christus. Deze is de waarachtige God, en het eeuwige Leven.
en in Psalm 56:10: dit weet ik, dat God met mij is. Of, zoals de berijmde psalm weergeeft (56:4):
Gij weet, o God, hoe 'k zwerven moet op aard';
Mijn tranen hebt G' in Uwe fles vergaard;
Is hun getal niet in Uw boek bewaard,
Niet op Uw rol geschreven?
Gewis, dan zal mijn wreev'le vijand beven,
En, als ik roep, straks rugwaarts zijn gedreven.
DIT WEET IK VAST: God zal mij nooit begeven;
Niets maakt mijn ziel vervaard.
Laat je niet van de wijs brengen: 2 Petrus 1:16 Want wij zijn geen kunstelijk verdichte fabelen nagevolgd, als wij u bekend gemaakt hebben de kracht en toekomst van onzen Heere Jezus Christus, maar wij zijn aanschouwers geweest van Zijn majesteit.
Dat zijn heerlijke geloofsfeiten!