De doop als versterking van het geloof

Dr. G.A. van den Brink | Geen reacties | 28-06-2017| 12:27

Vraag

Aan ds. G. A. van den Brink. Wat mij opvalt is dat er in doopdiensten in onze gemeenten vaak weinig aandacht is voor de doop als sacrament en daarmee het aspect van de versterking van het geloof wat onderbelicht blijft. Toen ons eigen kindje gedoopt werd waren we er vooral als ouders mee bezig  voor ons kindje. Dat was heel bijzonder. Maar meestal maken we de dienst mee als gemeentelid en dan vind ik het moeilijk om een dienst net zo mee te maken als een avondmaalsdienst. Als beide sacramenten hetzelfde doel hebben (zoals bijvoorbeeld de HC beschrijft) zijn ze in de praktijk voor mijn idee toch verschillend. Sowieso is er natuurlijk een praktisch verschil tussen het deelnemen bij het Avondmaal (nemen en eten) en het meemaken van een doop (het zien). Ik heb ook gezocht naar boeken over dit aspect van de doop, maar kan deze niet echt vinden. Het gaat bijna altijd over “wat als je gedoopt bent” of vanuit het perspectief van opvoeding.

Concreet heb ik twee vragen:
1. Kunt u wat schrijven hoe een doopdienst ervaren kan worden tot versterking van het geloof?
2. Heeft u tips van boeken over dit onderwerp?


Antwoord

Beste vragensteller,

Dankjewel voor je vraag!

Doop en avondmaal hebben sommige zaken gemeenschappelijk; daarom vallen ze beide onder de noemer van sacrament. Maar er zijn ook punten van verschil; daarom hebben we twee sacramenten en niet slechts één.

Wat ze gemeenschappelijk hebben is dat ze allebei Gods genade aan diegene persoonlijk verzegelen die het sacrament ontvangt. De prediking is algemeen (of, zo je wilt, onbepaald); de sacramenten zijn persoonlijk (of, zo je wilt, particulier). De prediking zegt: “Wie ook maar tot Mij komt...” Het sacrament zegt: “Hoe wordt gij (!) vermaand dat het offer van Christus u (!) ten goede komt?” Zie HC 26.69 en 28.75. 

Dit persoonlijke geldt ook voor de doop. De doop is allereerst bedoeld voor de gedoopte, niet voor de toeschouwers. In de doop wordt Gods genade aan de gedoopte persoonlijk verzegeld. De bewering van ds. G. H. Kersten dat de kinderdoop verzegelt dat alle uitverkorenen zalig worden (zonder dat de doop een verzegeling aan de gedoopte zelf is) moeten we dan ook afwijzen. Want een sacrament dat niet persoonlijk verzegelt, is geen sacrament.

Er is ook verschil tussen doop en avondmaal. Voor het avondmaal is zelfbeproeving een vereiste, voor de doop niet. De doop is eenmalig, het avondmaal wordt herhaald. Belijdende gelovigen nemen dus (in principe) in elke avondmaalsdienst aan het avondmaal deel, maar zij worden niet in elke doopdienst opnieuw gedoopt. 

Je vraagt is nu: wordt mijn geloof versterkt door de doop van een ander persoon? Het antwoord is, strikt genomen: nee. In ieder geval kan er niet sprake zijn van de versterking die eigen is aan een sacrament. Andermans doop kan evenmin mijn geloof versterken als dat andermans avondmaalsgang mijn geloof kan versterken. Ik kan uiteraard blij en dankbaar zijn als ik zie dat een ander het sacrament ontvangt, maar dat is niet de versterking van het geloof die eigen is aan het sacrament. De geloofsversterking door een sacrament is immers de verzekering dat het offer van Christus mij ten goede komt. 

Maar kan dan een doopdienst wel ervaren worden als versterking van mijn geloof? Alleen in indirecte zin. Ik kan dat moment namelijk gebruiken om mijzelf voor te houden dat ook ikzelf gedoopt ben. Ik heb toen, bij mijn doop, heel persoonlijk en individueel, de doop van God gekregen als een teken en zegel dat het bloed en de Geest van Christus in mijn (!) leven hun kracht zullen doen. Die zekerheid vloeit voort uit het geloof dat Christus geen lege, ijdele, zinloze rituelen heeft ingesteld, maar dat Hij heeft beloofd om niet alleen het zichtbare teken te geven, maar ook de onzichtbare genade. Om daarvan verzekerd te zijn, hoeft de doop niet te worden herhaald, maar is het genoeg als ik mij realiseer dat ik gedoopt ben.

Deze lijn naar de persoonlijk bediende doop vind je in de HC, de NGB, en ook in bijvoorbeeld de boeken van Ursinus, Calvijn, Brakel, en vele anderen. 

Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink

Lees meer artikelen over:

doop
Dit artikel is beantwoord door

Dr. G.A. van den Brink

  • Geboortedatum:
    05-01-1974
  • Kerkelijke gezindte:
    Hersteld Hervormd
  • Woon/standplaats:
    Apeldoorn
  • Status:
    Actief
248 artikelen
Dr. G.A. van den Brink

Bijzonderheden:

-Hoofddocent kerkgeschiedenis en docent filosofie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn

-Bekijk ook:

 

 

 

 

 

 


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

De enge poort

Ik heb een vraag over een bepaald bijbelgedeelte, namelijk Lukas 13: 22-30. Het gaat over de enge poort. Er staat in die tekst dat velen zullen proberen in te gaan maar niet te kunnen. Ik vraag me af:...
7 reacties
28-06-2011

Noodzaak van ellendekennis

Geachte dominee Pieters, in het Kerkblad van 3 april jl. schreef u in het artikel over “een gestolen Jezus” over de noodzaak tot erkenning van onze helwaardigheid. Hiermee komen we op het gebied van d...
3 reacties
28-06-2014

Legging

Deze vraag is voor dominee Vreugdenhil. Beste dominee. Met veel zegen mag ik zondags luisteren naar de HC die u geschreven hebt. Eén ding begrijp ik echter niet. Waarom zegt u: "Zal ik eens iets smeri...
21 reacties
28-06-2011
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering