Het uiten van negatieve emoties
dr. J. van der Wal | 5 reacties | 23-06-2017| 14:01
Vraag
Ik ben al geruime tijd in (klinische) behandeling voor persoonlijkheidsproblematiek veroorzaakt door trauma's. Inmiddels ben ik bij een stuk gekomen wat gaat over het uiten van negatieve emoties. Hiermee bedoel ik emoties als jaloezie, wrok, nijd, enz. Vanuit mijn behandeling zeggen ze dat het helend kan zijn om daar toch ruimte voor te maken, i.p.v. ze weg te drukken, terwijl ze er wel diep van binnen zijn. Sommige van deze emoties zijn gezien mijn trauma’s zeker terecht, maar ik merk dat ik twijfel of het Bijbels is om hier aandacht aan te besteden. De Bijbel spreekt immers op verschillende plaatsen over dit soort emoties als zijnde zonden.
Hoe moet ik dit zien en in de praktijk mee omgaan? Is het verantwoord om in een therapeutische setting hier aandacht voor te hebben? Hoever mag je dan in die emotie meegaan? Ik ben in behandeling bij een niet-christelijke instelling en helaas kunnen ze me daar op dit punt niet zo verder mee helpen. Ik hoop dat hier iemand is die zowel vanuit het oogpunt psychiatrie als geloof hier wat meer over kan zeggen.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Je stelt een belangrijke, maar geen eenvoudige vraag. Ik begin met wat algemene opmerkingen en wil dan stilstaan bij de manier van omgaan met boosheid en jaloersheid.
Onze emoties maken ons duidelijk dat we op een levende manier verbonden zijn met God, onze naaste en onze omgeving. Dat is heel bijzonder en tegelijk zo vanzelfsprekend, dat we daar nauwelijks bij stilstaan. Dat dit van vitaal belang is, wordt duidelijk als ons gevoelsleven verstoord wordt. Dit is misschien wel het meest benauwende voor iemand met een ernstige depressie, dat diegene merkt dat er geen gevoel meer is. Men kan niet meer genieten, ook niet meer van bijv. de eigen man, vrouw of kinderen. Dat voelt aan als ‘relationeel dood’ en is vreselijk om mee te moeten maken.
Voor christenen in onze tijd is het moeilijk om een goed zicht te hebben op het belang van emoties en op het omgaan daarmee. We leven in een ‘emotiemarkt.’ Reclames bombarderen ons voortdurend met allerlei aanbiedingen waarbij we worden verleid tot aanschaf omdat iets ons een goed gevoel geeft. De norm voor wat goed is, is een goed gevoel. Dat maak je zelf uit. Ook onder christenen is de invloed hiervan waar te nemen. De verleiding is groot om te vervallen in therapeutische prediking en pastoraat. Er is minder oog voor de realiteit van de zonde en de gevolgen daarvan, voor Gods toorn daarover en Zijn heiligheid. Niet weinig (ook christelijke) boeken over psychologie ademen een sfeer van positief denken over onszelf als mens. Er is onder ons meer individualisme dan we vaak beseffen.
Christenen zijn daar terecht zeer kritisch op. Voor hen is Gods Woord de norm. Er wordt gewaarschuwd tegen drijven op je gevoel en tegen ervaring als grond voor geloof. En dat is allemaal zeer terecht. Het risico daarvan is echter dat met de terechte kritiek op de overheersende belevingscultuur ook het belang van emoties wordt onderschat en dat ze worden ondergewaardeerd, juist ook voor de omgang met God en de naaste.
Emoties zijn niet neutraal. Ze zijn onderdeel van onze in zonde gevallen toestand. Als God genadevol ingrijpt, worden onze emoties daarin meegenomen. Ook ons emotionele leven krijgt deel aan de bekering tot Hem. Het gaat dus om veel meer dan om informatie en om praktische tips voor het omgaan met emoties! Deze visie verlost ons ook van een eenzijdige gerichtheid op onszelf, die gemakkelijk leidt tot trots of wanhoop en alles wat daartussen ligt. God roept ons met onze emoties tot Hem en Hij maakt daar als onze maker ook gebruik van!
Dit even als inleiding vooraf. Wat betekent dit nu voor het als christen omgaan met lastige emoties? In het antwoord daarop sluit ik aan bij die welke je zelf noemt: nijd en wrok (vormen van boosheid) en jaloersheid. Wat ik hier over schrijf biedt hiervoor geen oplossing, maar een richting om er mee om te kunnen gaan. Met God kun je wel vrede en perspectief vinden en dat is weer veel meer dan een (tijdelijke) oplossing!
Om te beginnen boosheid. Boosheid is te zien als reactie op onrecht. Vernedering is daarvan de sterkste vorm. Uit jouw vraag begrijp ik dat de oorzaken liggen in trauma’s. Dan gaat het over beschadigende ervaringen zoals miskenning, misbruik en mishandeling. Vooral als die tijdens de jeugd hebben plaatsgevonden en langdurig zijn geweest, kunnen de effecten daarvan zeer ingrijpend en langdurig zijn. Naarmate dit meer het geval is, is het herstel vaak ook langduriger en minder gemakkelijk. De littekens zullen blijven.
In Efeze 4;26 wordt verondersteld dat je toornig kunt zijn zonder te zondigen. Er is dus zondige en gerechtvaardigde boosheid. Zondige boosheid stelt de eisen van het ik centraal en houdt geen rekening met God en de naaste. We zien dat in scherpe vormen bij Kaïn en Lamech, die hun naaste doodden omdat zij die als hinderlijk zagen. Zondige boosheid wil over anderen heersen (door manipulatie of direct) en onafhankelijk zijn van God (zie bijv. Psalm 2). Wij willen dan bepalen wat er gebeurt, vragen niet naar Gods wil en wachten niet op Gods handelen. In Jak. 4:2-3 staat het heel duidelijk. Een puur menselijk reageren vanuit boosheid leidt alleen maar tot schade.
Gerechtvaardigde boosheid blijft boosheid. We moeten dat wel goed blijven zien en de emotie niet minder krachtig en problematisch maken dan hij is. Boosheid komt veel voor in de psalmen. Neem alleen 109 en 137. Davids boosheid uit zich daar als onversneden wraaklust. Het grote verschil is dat we er mee tot God gaan in het verlangen Hem en de naaste te dienen. Zie bijv. Ps. 77. Hoe kan dat, als boosheid toch boosheid blijft en de scherpte van aangedaan onrecht onverminderd wordt gevoeld? Dat kan als we gelovig zien op God. Zijn trouw, wijsheid en almacht stellen ons in staat het aan Hem uit handen te geven (Ps. 27:14, 33:20). Daarbij zien we ook bij God toorn (Ps. 78: 65-66, 90: 7-11). Zijn toorn heeft heilige doelen. Ons bewust maken van het levensgevaar waarin we verkeren als we buiten Hem leven, ons laten zien dat onrecht in de eerste plaats een aantasting is van Gods heiligheid, of tot troost voor Zijn kinderen die weten dat God eenmaal op Zijn tijd en manier wraak zal doen aan Zijn en onze vijanden. Omdat Hij Zijn toorn over hun zonde niet op hen maar op Zijn Zoon heeft gelegd. In dat licht is onze boosheid maar kleinzielig en machteloos.
Wat dus te doen met onze boosheid? Niet die ontkennen of er voor wegvluchten. Niet proberen om aardig te doen of onszelf te veroordelen. In de psalmen die ik noemde zie je eerlijkheid gecombineerd met zien op God, stil worden voor Hem en overdenken van wat Hij zegt (Ps. 37:7-8). Van daaruit zijn we ook beter in staat op een helende manier onze boosheid naar anderen te uiten. We gaan een ander dan aanspreken en waarschuwen in een gerichtheid op Gods eer, het belang van de naaste en om erger te voorkomen.
Dan jaloersheid. Dat betekent dat we een ander niet iets gunnen wat van ons is en dat we boos zijn omdat we denken dat die ander dat van ons wil afnemen. Dat kan in een relatie, het kan ook te maken hebben met een materieel bezit. We kunnen hier op dezelfde manier over nadenken als bij boosheid. Ook de Bijbel kent een gerechtvaardigde en een ongerechtvaardigde jaloersheid.
Om positief te beginnen: net als boosheid is ook jaloersheid een goddelijke eigenschap. Dat horen we elke zondag als de Wet wordt voorgelezen. God is jaloers op de afgoden die proberen om ons van Hem af te trekken. Hij wil ons alles schenken in Zijn Zoon en wil niet dat daar iets of iemand tussenkomt. Hij gebruikt daarvoor het beeld van overspel in een huwelijk. Eén van de meest krachtige gedeelten die dit beschrijft is Ez. 16. Jaloersheid is dan zeer gepast en zelfs moreel verplicht. Het doel daarvan is om de liefdesrelatie te beschermen. Dat achterwege laten is onverantwoordelijk.
Maar jaloersheid heeft ook een duistere vorm, die vaak samengaat met afgunst. Het is een verkeerd verlangen naar bezit dat we niet hebben. En als we dat wel hebben, bewaken we dat met overdreven waakzaamheid. En ook dat zien we in de psalmen, waarvan het eerste deel van 73 wellicht het meest bekend is. Asaf is jaloers op de heidenen die God niet dienen en toch in voorspoed lijken te leven. Een ander voorbeeld is de jaloersheid van Saul tegenover David (1 Sam. 18). Uit het vervolg weten we tot welke verschrikkelijke dingen dit heeft geleid. Prediker is daarin onthullend: al ons werk en ambitie is naijver tegenover de naaste (4:4). Ook in dit opzicht vraagt de Heere eerlijkheid van ons. Onder ogen zien van hoe we staan tegenover mensen die het in tijdelijk opzicht (ogenschijnlijk of werkelijk) beter hebben dan wij. Dat gemis mogen we voelen en ook wat dat met ons doet. We mogen en moeten het uitspreken tegenover God. Maar er niet in blijven hangen. Het overdenken. Denken aan wat God vraagt en geeft. In de eerder genoemde Psalm 73 zien we dan de ommekeer bij Asaf komen (vs. 18-20), waarna hij komt tot vrede en lofprijzen (23-28). Er is plaats voor een intens verlangen naar liefde, dingen voor ons levensonderhoud, het goede en schone. Ook bezit is op zich niet verkeerd, als we er maar mee willen dienen.
De Bijbel en met name de psalmen geven alle ruimte aan onze emoties. God heeft ze zelf geschapen en zonder gevoelens is er geen leven en geen levende omgang met God en de naaste. De zonde heeft ze lelijk aangetast. Dat vraagt geen ontkenning, geen vluchten daarvan, geen onverschilligheid, maar juist kwetsbaarheid tonen, een onder ogen zien en benoemen en belijden. Het vraagt ook om die te zien in het licht van de goddelijke manier van leven met emoties en God vragen om dat te mogen leren. Dat brengt bij de zin van het leven, die door Calvijn als volgt is samengevat: God en onszelf leren kennen. Daar spelen ook onze emoties een belangrijke rol in.
Als je hier meer over wil weten, kan ik je het boek “De roep van de ziel. Emoties als taal van de binnenkant” aanraden. Het is geschreven door Dan Allender en Tremper Longman III. Dankzij jouw vraag heb ik het nog eens gelezen en er veel uit gebruikt. Een reformatorisch christen deinst misschien terug van de Amerikaans-evangelisch presentatie, maar de inhoud kan ik zonder meer aanbevelen.
Dr. J. van der Wal
Dit artikel is beantwoord door
dr. J. van der Wal
- Geboortedatum:31-01-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Dordrecht
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Voormalig directeur Eleos en divisiemanager De Hoop.
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Misschien kun je het wat pragmatisch bekijken en het vergelijken met wat bijvoorbeeld een bestraling doet voor iemand die kanker heeft. Een bestraling heeft tot doel om de tumor weg te werken maar tast ook gezond weefsel aan.
Ook al tast het gezond weefsel aan (=zondig), toch onderga je de bestraling omdat het je kan genezen van de tumor.
Pas dat ook toe op je gevoel: boosheid en jaloersheid zijn nare gevoelens. Geef ze aandacht zodat je ze kunt bewerken en de zondige laag eraf kunt halen.
Je kunt aan de Heere vragen of Hij je een beetje extra nabij wil zijn als je met deze moeilijke gevoelens aan de slag gaat.
Tegelijkertijd troost, sterkt en bouwt hij mensen op door zijn woord de Bijbel.
Wij kunnen veel positieve, opbouwende raad vinden in de Bijbel. We moeten dan ook vertrouwt raken met Zijn helende woorden.
De Bijbel zegt in 2 Timotheüs 3:16 dat de hele Schrift "nuttig" is ook om troost uit te halen. Bovendien zegt het dat de auteur 'de God van alle troost is'.
2Kor 1:3 Loof de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader van tedere barmhartigheid en de God van alle troost, 4 die ons troost bij al onze beproevingen.
Het is helaas zo, zoals je zegt, dat wereldse hulpverleners meestal niet naar de Bijbelse maatstaven leven en dus ook geen Bijbels advies (kunnen) geven. Mijn ervaring is dat zij vaak het advies geven om maar "je hart te volgen of te doen waar je behoefte aan hebt of wat je hart je ingeeft".
Dat is niet erg verstandig omdat onze hemelse Vader totaal wat anders zegt in zijn Woord.
De Bijbel zegt dat "niets zo verraderlijk is als je hart" en "uit het hart zijn de oorsprongen van het leven".
Jer 17:9 Niets is zo verraderlijk/onbetrouwbaar als het hart, het is tot alles in staat. Wie kan het kennen?
De Bijbel raadt aan een band met onze Maker te ontwikkelen door Bijbelstudie, meditatie en toepassing van het geleerde en op God te vertrouwen i.p.v. ons hart.
Heel veel sterkte toegewenst.