Met zware depressie aan het Heilig Avondmaal
Ds. P.C. van Keulen | Geen reacties | 22-06-2017| 11:50
Vraag
Mag ik deelnemen aan het avondmaal als ik weet dat ik gered ben maar het leven niet aan lijk te kunnen? Er staat in het formulier dat degenen die het leven dat God gegeven heeft verachten, niet deel mogen nemen. Op dit moment ben ik er echt klaar mee, omdat ik werkelijk waar niet weet hoe het ooit goed moet komen. De dagen worstel ik door en zijn elke keer opnieuw een kwelling, terwijl ik onder intensieve behandeling ben. Dat wijst erop dat ik God niet vertrouw denk ik. Ik weet dat God mij de kracht wil en zal geven, maar dat ik zelfs te zwak ben om daar nog op te vertrouwen.
Daarnaast staat er ook dat als je aan een verslaving vast zit en je die tot een afgod maakt, je ook niet aan mag. Nu wil ik al tijden graag stoppen, maar sinds mijn depressie rook ik weer. Nog steeds wil ik graag stoppen, maar het lukt me niet dus ik ben even gestopt met proberen te stoppen met roken i.v.m. faalervaring op faalervaring. Hierdoor merk ik dat ik zondags niet naar de kerk durf om wat de mensen daar van zullen denken als ik deelneem. Ik weet dat als ik er ben, niet kan blijven zitten omdat ik weet dat Jezus voor mijn zonden gestorven is...dit kan en mag ik niet ontkennen. Het maakt me bang dat ik juist na bekering in een zware depressie ben beland en dan zelfs zo erg dat je God vraagt om niet meer wakker te worden. Dat kan toch niet?
Antwoord
Beste vragensteller,
Het eerste dat bij mij opkwam bij het lezen van jouw vraag was de geschiedenis van Elia. Ook hij bad om niet meer wakker te mogen worden. Voordat hij ging slapen bad hij om te mogen sterven. Hij zei: “Het is genoeg, neem nu mijn leven.” Na dit gebed ging hij onder een bremstruik liggen slapen.
Wat een diepte maak je door wanneer je tot dit gebed komt, ook jij noemt er het één en ander van; het is waar, de zware omstandigheden van het leven kunnen wel tot de doodswens leiden, maar als je vraagt: dat kan toch niet, dan zien we in ieder geval dat het zelfs bij de kinderen van God wel degelijk voorkomt, zelfs bij die knecht van God, de profeet Elia, en die toch later opvoer naar de hemel en eeuwig deel kreeg aan het hemelse rijk van Christus. Dit kind van God, zo in de diepte geweest, voer op tot de hoogste hoogte, waar deze vraag, het zo even genoemde gebed, en alle andere ellende van het leven, niet meer zal zijn, maar waar God verheerlijkt wordt om wie Hij was en is, om wat Hij in Christus Jezus geschonken heeft, zelfs aan zo'n bidder als Elia.
Maar ja, tussen die diepte bij Elia en zijn gebed, tot zijn hemelvaart, was hij nog wel op deze aarde. Maar Zijn God was er toen ook, juist toen (!), en wist dat Elia versterking nodig had en zo sprak Hij tot Hem: Sta op, eet. Welk een eten en drinken kreeg hij van God en door de kracht van dat voedsel kon hij later verder. Wat is en blijft dat nodig om versterkt te worden op de weg door het diepe (moerbei)dal van het leven voor hen die door genade zich een kind van God mogen weten. Wat is en blijft het nodig om de maaltijd van God, ingesteld door de Heere Jezus voor Zijn sterven, te eten, om door de kracht van die spijs, namelijk in het gelovig (hoe zwak ook, hoe bestreden ook) zien op wat Jezus gedaan heeft voor een zondig mens als jij en wij, weer opgebeurd te worden boven alles uit en op de Koning te mogen zien, Die de Zijnen, ondanks hen, ondanks Elia (‘s gebed), ondanks die overblijvende zwakheden, vasthoudt. Niets, maar dan ook niets kan ons scheiden van de liefde Gods in Christus Jezus.
Toen Elia opgenomen werd in heerlijkheid was hij pas van alle aardse zorgen, moeiten, worstelingen, strijd, ontslagen om volmaakt te aanbidden en eeuwig groot te maken en God Drie-enig te roemen, Die hem die blijdschap heeft gegeven. De donkere wolken kunnen er nu zijn in het leven, maar boven de wolken schijnt de zon, juist ook de Zon van de gerechtigheid, de Zon, de Zoon Die boven is, en het hier beneden gezegd heeft, dat de Zijnen ook zullen zijn waar Hij is, daarom nogmaals (evenals bij Elia een tweede maal): sta op, eet, want de weg zou voor u te zwaar zijn.
Hier nog veel zorg en moeite, pijn en strijd, maar ook straks boven geen last meer van de vraag die nu in jou opkomt: wat zullen de mensen denken als ik deelneem? Deze vraag kan heel sterk leven en een sta in de weg zijn om op te gaan en op te staan en te eten. Mag ik het nu anders zeggen: Wat zal God denken als je niet deelneemt? Wat zou je er zelf van gevonden hebben als Elia die maaltijd niet tot zich genomen had? Je weet dat Jezus voor jouw zonden gestorven is, dat kan en mag je niet ontkennen, kan en mag het dan zijn dat mensen je in de weg staan als God spreekt en nodigt? Zeker, in psychische noden kan de gang naar de kerk heel moeilijk zijn om onder het Woord en de sacramenten te verkeren, ik onderschat dat niet, maar juist daar wil God zo hoorbaar en zichtbaar tot je komen en je doen smaken en zien, ondanks alles, dat de HEERE goed is.
Wat betreft jouw verslaving: je spreekt over intensieve begeleiding, ik denk dat het heel verstandig is om ook dit probleem met jouw begeleider eens te bespreken, zeker in psychische problematiek is dat zeer raadzaam.
Wat betreft het formulier: er staat niet dat degenen die het leven van God gegeven verachten niet mogen deelnemen, maar dat “alle verachters van God, Zijn Woord en de Heilige Sacramenten zich van de tafel van de Heere zich hebben te onthouden.” Door de oorspronkelijke opsteller (Oecolampadius) van deze woorden, die nu in ons formulier worden weergegeven, hebben zij de betekenis: zij die zich niet uit Gods Woord willen laten overtuigen. Hiermee wordt niet bedoeld de zonde of zwakheid die in ons overgebleven is, maar zij die God, Zijn Woord en de sacramenten verwerpen, ongelovig naast zich neerleggen.
Ik wens je heel veel sterkte toe en dat je door de kracht van Zijn spijs in Woord en Sacrament van kracht tot kracht verder mag gaan.
Ds. P. C. van Keulen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P.C. van Keulen
- Geboortedatum:17-06-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Bodegraven
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus