Christenen die nooit twijfelen
Ds. J. Westerink | 1 reactie | 20-06-2017| 13:35
Vraag
Sommige dominees zeggen dat christenen die nooit twijfelen of hun geloof wel echt is, geen kind van God zijn. Ik ken meerdere christenen die zeggen dat ze nooit twijfelen of ze wel echt een kind van God zijn. Dit zijn mensen die echt met God leven en bij wie ik geen dingen zie waardoor ik aan de echtheid van hun geloof twijfel. Wie moet ik geloven?
En wat is de betekenis van Dordtse Leerregels, hoofdstuk 5 artikel 11? Het valt me op dat het hier gaat over “twijfelingen des vleses” en niet over “twijfelingen des geestes.” Dit artikel begint met “ondertussen getuigt de schrift”, maar ik heb een versie van de Dordtse Leerregels zonder verwijsteksten. Waar kan ik vinden op basis van welke Bijbelteksten de DL zijn opgesteld?
Antwoord
Beste vraagsteller,
In feite stel je twee vragen:
1. Is twijfel een kenmerk van het ware geloof? Dat zou ik zo niet willen zeggen. Wat wel duidelijk is uit de Schrift, is dat gelovigen soms diep kunnen vallen of verzocht worden. De bekende voorbeelden daarvan vind je ook in D.L.V: David en Petrus. Maar zij zijn bepaald niet de enigen. Lees de Psalmen, luister naar Job, hoor de klachten van een profeet als Jeremia. Luther zei niet zomaar dat geloven een geloven is in aanvechting. Een oud gezegde van beproefde christenen luidt: “Zie ik mezelf, dan beef ik, maar zie ik Christus dan leef ik.” Gelovigen vallen zichzelf vaak zo tegen. Lees maar wat de bekeerde Paulus over zichzelf schrijft in Rom.7. In de strijd van het geloof kan het heel diep gaan. Een gelovige valt de Heere nooit tegen, maar hij valt zichzelf zo vaak tegen. Ik zou dat niet een kenmerk van het ware geloof willen noemen, maar het hoort wel bij de realiteit van het geloof.
2. Je tweede vraag sluit daar min of meer op aan. Je vraagt naar het Schriftbewijs in de D.L. in het algemeen en in D.L. V 11 in het bijzonder. Wel, er is geen belijdenisgeschrift dat zoveel Bijbelteksten voluit citeert in de tekst van de belijdenis als de D.L. Lees de genoemde paragraaf nog maar eens. Daar wordt 1 Kor. 10:13 geciteerd. Dat is het antwoord op jouw vraag met betrekking tot dit artikel. Dat hier gesproken wordt over twijfelingen van het vlees, heeft te maken met het feit dat in dit hoofdstuk heel pastoraal wordt getekend dat de oude mens, het vlees, wel de doodssteek heeft gekregen bij de ware gelovige, maar de strijd tegen die oude mens en van die oude mens gaat zijn leven lang door. Totdat! Naar dat “totdat” ziet een gelovige steeds sterker uit.
Ik hoop dat ik je zo een beetje verder geholpen heb.
Ds. J. Westerink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. Westerink
- Geboortedatum:25-08-1939
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Urk (Maranatha)
- Status:Inactief