God aanspreken op Zijn beloften

Ds. G.K. Terreehorst | Geen reacties | 17-05-2017| 12:05

Aan kand. Terreehorst. Via Youtube kwam ik terecht bij de preek die u gehouden hebt in de HHG Apeldoorn over Psalm 85. Dankbaar, omdat ik werd geraakt door de preek. U sprak op ongeveer de helft over: “Toon ons Uw goedertierenheid, HEERE, geef ons Uw heil.” Daarna zei u dat wij iets mogen doen wat de dichter van deze Psalm ook doet: God aanspreken op Zijn eigen beloften op Wie Hij Zelf is. Dat vind ik heel erg belangrijk, maar hoe moet ik dat concreet doen? Het geciteerde Bijbelvers zou ook mijn noodkreet kunnen zijn, omdat ik de afgelopen tijd tot op heden heel sterk en hevig aangevallen word in mijn gebedsleven. Gebeden worden kort en mijns inziens inhoudsloos.

Momenteel lees ik een boekje voor jongeren van Jonathan Edwards. Ik weet niet of u het kent, maar het bevat twee preken speciaal voor jongeren. In de eerste preek is het een zeer indringende en waarschuwende preek om je, ook als jongere, voor te bereiden op de dood. De dood kan ieder moment komen. Je weet niet wanneer jouw uur is aangebroken. Daarbij gebruikte hij het voorbeeld van een jong meisje dat in zijn gemeente was overleden als waarschuwing voor de overgebleven jongeren. Het deed mij pijn toen ik dat las, omdat ik niet weet of ik wel bereid ben om zonder vrees voor God te verschijnen. Daar schrok ik best van. Dan klinkt de oproep uit Psalm 85:8 nog dieper. “Heere toon mij Uw weldadigheid/goedertierenheid, leer ons zien op Jezus Christus! Schenk ons Zijn heil.” Heeft u adviezen om vooral mijn eerste vraag aan te pakken?

Beste vragensteller, hartelijk dank voor je persoonlijke vraag. Je vraagt je af hoe je concreet God kunt aanspreken op Zijn beloften in het gebed. Je schrijft erbij dat je gebeden voor je gevoel vaak inhoudsloos zijn. Tegelijk voel je -door de preek van Jonathan Edwards- de noodzaak om de HEERE te kennen. Deze preek bepaalde je bij de ernstige werkelijkheid dat je niet kunt sterven zonder verzoend te zijn.

Om met dat laatste te beginnen: wat een zegen dat je daarvan doordrongen bent. Velen leven alsof er geen God en oordeel is. Velen zijn zo op weg naar de verlorenheid zonder dat men het beseft. De Heere gebruikte een preek van Jonathan Edwards om je erbij te bepalen dat je vergeving van zonden nodig hebt. Dat geldt voor elk mens. Elk uur kan de laatste zijn. Wie onverzoend sterft die ontvangt Gods rechtvaardig oordeel. Dit maakt dat het zoeken van de HEERE geen uitstel kan dulden. Rust niet voor je weet dat God je zonden heeft vergeven.

Jouw zonden kunnen echter alleen door God vergeven worden. Niemand anders kan vergeving van zonden aan jou schenken. Je zal dus heel persoonlijk voor God je zonden moeten belijden en moeten vragen om vergeving. Maar wanneer je weet hoe erg je zonden zijn, dan besef je ook dat je helemaal geen vergeving verdiend hebt. God heeft alle recht om te zeggen “met jou wil ik niets te maken hebben.” Hoe kun je nu aanspraak maken op vergeving? Eigenlijk kan dat niet. Je kan niets van jezelf bij God inbrengen als reden dat Hij jou wil vergeven. Vanuit jezelf heb je slechts zonden en schuld. De dichter van Psalm 85 is daar ook van doordrongen. Hij kan niet zonder de HEERE, maar weet tegelijk dat hij geen recht heeft op Gods goedheid en vergeving.

Hoe kun je dan toch tot God naderen in het gebed? Welk ‘argument’ kun je bij God inbrengen om te smeken om vergeving? Dan komen we bij het pleiten op Gods beloften. Want wat is nu het wonderlijke? God heeft in de Bijbel beloften gegeven. Beloften zijn toezeggingen die Hij aan mensen heeft gedaan. Deze beloften van God laten zien we Hij is. Deze beloften -toezeggingen- van God zijn vast en zeker. God kan niet iets beloven en het niet doen. Dan zou Hij onbetrouwbaar zijn en geen God. God Zelf moet Zich dus houden aan Zijn beloften. Hij wil ook niet anders. Deze beloften kun je dus in het gebed bij God inbrengen als ‘argument’. Op deze beloften van God mag je ook persoonlijk vertrouwen.

Zo belooft God in de Bijbel dat wanneer iemand zijn zonden belijdt, Hij trouw en rechtvaardig is dat Hij de zonden vergeeft (1 Joh. 1:9). In het gebed mag je dit inbrengen bij God: “: Heere, ik ben een zondaar, ik belijd mijn zonden, ik heb geen recht op vergeving, maar u heeft toch in uw Woord beloofd dat U de zonden vergeeft.” Je mag er dan op vertrouwen dat God de zonden ook vergeeft. Je vertrouwt dan dus niet op jezelf, maar je vertrouwt en je pleit op wie God is en op wat Hij heeft gezegd. Eén van de meest indrukwekkende Zelfopenbaringen van God kun je lezen in Exodus 34 vers 6 en 7. God maakt Zich daar aan Mozes bekend. Hij maakt Zich daar onder andere bekend als een God die zonde vergeeft en als een God vol van goedertierenheid (weldadigheid). Velen gelovigen na Mozes gebruiken deze Zelfopenbaring om God daar op aan te spreken. Ook de dichter in Psalm 85 doet dat. “Heere U hebt Uzelf aan Mozes bekend gemaakt als een God vol van goedertierenheid. Ik besef dat ik het niet in eigen kracht kan en zo afhankelijk ben van Uw trouw en goedheid. Wilt u dit dan ook in mijn leven laten zien?”

Op zo’n wijze pleiten op Gods beloften maakt dat je doordrongen raakt van je eigen onwaardigheid en tegelijk God de eer geeft door het alleen van Hem te verwachten. Zo mag je bidden en pleiten. Zo mag je ook geloven. Geloven is vertrouwen op Gods beloften. Uiteindelijk is de werkelijke overtuiging in je hart het werk van de Heilige Geest. Maar Hij gebruikt daar wel het Woord van God voor en Zijn beloften. Leg al deze vragen -met een geopende Bijbel- voor de HEERE neer in het gebed!

Kand. G. K. Terreehorst

Dit artikel is beantwoord door

Ds. G.K. Terreehorst

• Geboortedatum:
  23-05-1986
• Kerkelijke gezindte:
  Hersteld Hervormd
• Woon/standplaats:
  IJsselstein
• Status:
  Actief

59 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven