Drie voorgangers overleden uit de Gereformeerde Gemeenten
J.P. van den Brink | 3 reacties | 28-04-2017| 10:59
Vraag
Afgelopen week werden we opgeschrikt door het overlijden van drie predikanten uit de Gereformeerde Gemeenten. Velen zijn diep geschokt. Wil de Heere hier iets mee zeggen? Zo ja, wat? Haalt de Heere Zijn kinderen thuis? Hoe moet ik deze trieste gebeurtenissen plaatsen?
Antwoord
Beste vraagsteller!
Bij sterfgevallen van deze predikanten (en student Bron in Canada) gaan onze gedachten in de eerste plaats uit naar hen die dicht bij hen hebben gestaan, hun gezinnen, hun verdere familie, vrienden en de gemeenten die ze dienden of waarmee zij verbonden waren. De wereld zegt dat sterven bij het leven hoort, maar dat is niet waar. Het is altijd een weg van rouw en verdriet omdat we –hoezeer we ook verblijd kunnen zijn over de troost dat zij nu in een beter vaderland zijn – hen naar menselijke maatstaven gewoon niet kunnen of willen missen. Wij bidden de nabestaanden van harte Gods nabijheid toe in deze verdrietige weg.
Hun sterven, zo kort na elkaar is opmerkelijk te noemen. Opmerkelijk ook daar drie van de broeders nog in de volle bediening stonden (of zelfs nog daarvoor stonden) en relatief jong waren naar huidige leeftijdsverwachtingen. De vraag gaat erover of we hieraan een duiding, een betekenis kunnen geven. Wil de Heere ons in deze dingen op een speciale manier iets zeggen? Die vraag werd ook gesteld aan ds van Eckeveld in het RD. Ik verwijs graag naar zijn antwoord.
Van elk sterven gaat een getuigenis uit. Het sterven heeft een boodschap voor de levenden. Heden ik, morgen gij. Ons leven is hier door de zondeval een eindig leven, want door de zonde is de dood gekomen. God spreekt tot ons in de eerste plaats door Zijn Woord en Geest, maar ook in de omstandigheden kan het zijn dat de Heere ons op een speciale manier wil stilzetten. Een sterfgeval in onze omgeving is een van deze gebeurtenissen. Maar ook als de Heere ons zegent. Psalm 107 zingt het: Wie is wijs? Die neme deze dingen waar; en dat zij verstandelijk letten op de goedertierenheden des HEEREN.
Soms wordt er in de Bijbel zelf een duiding gegeven vanuit bepaalde omstandigheden waardoor de Heere spreekt. Zo legt de apostel Paulus een verband tussen de vele zieken in de gemeente van Korinthe en de slordige Avondmaalspraktijk. Meestal echter zijn directe lijnen door ons mensen niet eenvoudig te leggen. De Heere roept ons op niet om in paniek te raken of om bezorgd te zijn vanwege de omstandigheden, maar we moeten wel opmerkzaam en waakzaam zijn. Let op de tekenen van de tijd, leert de Heere Jezus ons. Zo zijn sterfgevallen van Gods kinderen altijd een heenwijzing naar de komst van Gods Koninkrijk, want er is er weer één meer thuisgekomen, en als allen zijn toegebracht, dan zal het einde komen.
Er zijn getuigenissen bekend uit de geschiedenis dat juist voorafgaand aan een periode van zorg en moeite (oorlog, rampen, epidemieën) de Heere sommige van zijn kinderen als het ware hiervoor bewaart en hen vlak daarvoor thuis haalt. Ook dat onderstreept het belang van een letten op de omstandigheden bij dit soort bijzondere samenloop van gebeurtenissen.
Het sterven van een geliefde predikant kan ook – naast en na de moeite, rouw en het verdriet – een gezegende invloed hebben in een gemeente. Ik vond het mooi om te lezen hoe ds. van Eckeveld getroffen werd door de eenparige tekenen van rouw in de gemeente van Utrecht die hij afgelopen zondagmiddag diende na het overlijden van ds. Terlouw. Een gemeente die zich verenigt in haar verdriet over het verlies van hun dominee rondom het Woord van God uit 2 Timotheüs 2:8: „Houd in gedachtenis dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt.” Laten we ernaar uitzien dat dit tot zegen mag zijn in de gemeente van Utrecht. Laten we hen en de gemeenten van de andere predikanten in onze gebeden gedenken.
Zelf was ik die zondag in verband met de doopdienst van ons tweede kleinkind in de gemeente van Arnhem, de gemeente waarvan de moeder en een zus van ds. Terlouw lid zijn. Ook daar werd het verdriet en de rouw in het midden van de gemeente verwoord en beleefd in beide diensten. Maar tegelijkertijd was er in de morgendienst het zichtbare teken van Gods verbondstrouw. Juist die combinatie van gebeurtenissen legt een bodem onder het verdriet: de Heere gaat door, van kind tot kind, tot in eeuwigheid! Hij is en blijft de trouwe Verbondsgod!
Ik heb niet de gave van een profeet en ik waag me dus niet aan een al te concrete duiding van deze verdrietige sterfgevallen en de samenloop hiervan in zo korte tijd. Wel wil ik oproepen tot opmerkzaamheid, biddend waakzaam zijn, want de Heere is nabij! We hebben een dag van boete en berouw gehad enkele jaren terug en wat hebben we daarmee gedaan? ds. van Eckeveld verwijst naar de kerkelijke zelfgenoegzaamheid als een van onze grootste zonden en ik val hem daarin bij.
Tot slot wil ik een relativerende opmerking maken, niet om bovenstaande te ontkrachten of om de indrukken hiervan weg te nemen. Maar een zekere nuchterheid is ondanks alles wel geboden. Omdat de Gereformeerde Gemeenten een wat kleiner en meer op elkaar betrokken kerkgenootschap is, krijgen dit soort sterfgevallen wat meer aandacht dan in de grotere kerkverbanden. In de PKN zijn er in het eerste kwartaal van 2017 16 predikanten overleden, maar dit was geen reden om media aandacht te krijgen of om een vraag als deze te stellen. Naar te verwachten is, zullen de Gereformeerde Gemeenten in de komende tijd van een aantal oudere broeders afscheid moeten nemen. Er zijn er in het bestand van emeriti en dienstdoende predikanten velen, die op zeer hoge leeftijd zijn gekomen.
Des te meer reden voor ons om de Heere te bidden om arbeiders in de oogst, die de openstaande en openvallende herdersplaatsen mogen innemen. Totdat de Heere komt. Is dat ook jouw verwachting en uitzien?
Hartelijke groet,
J.P. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
J.P. van den Brink
- Geboortedatum:10-06-1960
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Eindhoven
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
"Zo ja, wat?": Bekeert u.
Ds van Eckeveld zegt oa in het artikel in het RD, het volgende: „En wat uiteindelijk ook gezegd moet worden: „Wij hebben gezondigd.” En: „Heere, vergeef.”
De zonden van de kerk niet met vage termen, maar concreet bij de naam noemen zodat ze beleden, afgebroken en vergeven kunnen worden.