Eerst schuld belijden, dan bekering
Ds. H. Korving | 1 reactie | 26-04-2017| 15:42
Vraag
Ik las een artikel over schuld belijden aan anderen. Daarin las ik dat je schuld moet belijden voordat je bekeerd kunt worden. Dat deed me denken aan iets wat ik vroeger gedaan heb en waar ik veel spijt van had. Na veel schroom heb ik mijn schuld beleden en dat werkte bevrijdend. Maar daarna kwam er nog veel meer in mijn gedachten: dingen die ik gedaan heb en die ik goed moet maken. Ook die heb ik beleden, maar het lijkt nu wel een enorme vloed. Ik heb voortdurend de gedachte dat ik nog meer moet belijden omdat ik anders mijn bekering in de weg sta. Is dat zo? Er staat “belijd elkander de misdaden”, maar moet je eerst al je schulden belijden voordat je bekeerd kunt worden?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Onlangs hoorde ik een predikant opmerken aangaande de zonde die Gods kinderen blijft plagen: het is net als baardgroei. Vandaag scheer je je, maar morgen komen de stoppels al weer door. Je moet je dus wel blijven scheren.
Zoiets is het ook met schuld belijden. Er is geen eind aan, want hoe meer zelfkennis we krijgen, hoe meer redenen we zullen zien om ons te verootmoedigen. Het verbaast me dus niet dat je zegt dat het net als een vloed is die eerder toeneemt dan afneemt.
In jouw vraag komt schuld belijden naar voren als een voorwaarde voor de bekering. Ik weet niet wie dat beweert, maar het lijkt mij dichter bij de Bijbel te zijn als we schuld belijden zien als (een deel van) de bekering zelf.
In de bekering zijn altijd twee elementen (zie Heidelbergse Catechismus zondag 33): een haten en vlieden van de zonde en een lust en liefde om naar Gods wil te leven. Volmaakt zul je dat niet kunnen doen, dat weet de Heere ook. Maar jij kunt weten of je een vriend van de zonde bent (gebleven) of door genade een vriend van de Heere (geworden).
Daarom moet je goed nadenken over de vraag waarom je eigenlijk je zonden wilt belijden? Doe je dat omdat je denkt dat dat moet, wil je bekeerd kunnen zijn? Doe je dat omdat je er in feite zelf beter van wilt worden? Omdat je er zelf belang bij hebt? Of doe je dat omdat je inziet dat je de Heere bedroeft en je wilt Hem niet bedroeven?
We hebben onlangs de heerlijke heilsfeiten herdacht van Christus’ sterven en opstanding. Heb je voor jezelf ook een verband gezien met de vraag die je stelt? Ik neem aan dat je je zonden belijdt omdat je ervan verlost wilt worden. Zie op de gekruiste Christus -om te ontdekken hoe afschuwelijk de zonde is- net zo afschuwelijk als het kruis. Maar ook hoe groot de liefde van Christus en de genade van God is, dat er met al je zonden is afgerekend op Golgotha. Daarom kan er sprake zijn van vergeving.
Denk daar niet gering over. Dit alleen kan je onrustige hart en geweten tot rust brengen: niet de herhaling van mijn schuldbelijdenis, maar het ene offer van de Heere Jezus is een volkomen verzoening voor al mijn zonden. Pasen is er het bewijs van. Christus heeft door Zijn gehoorzaamheid verlossing en vergeving verworven. Daarom is er hoop.
Voor een ieder die gelooft! Dat wil ik ten slotte nog opmerken. Maak van het schuld belijden niet een soort ‘werk’ waardoor je jezelf verbetert. Wij worden niet door werken zalig, ook niet door het schuld belijden. Maar door het geloof in de Zaligmaker. Maak dus de bekering niet los van het geloof in de Heere Jezus. Zijn gewilligheid is de genezing voor onze onwil. Zijn bereidheid om te vergeven is vele malen groter dan onze bereidheid om de zonden te belijden.
In Psalm 130 is iemand aan het woord, die net als jij worstelt met zijn zonden. Hij belijdt ze oprecht aan de Heere. En wat is zijn bevrijdende ontdekking? “Maar neen, daar is vergeving, altijd bij U geweest...”
Ik denk dat daar de sleutel ligt tot de beantwoording van je vraag. In plaats van iets te ‘moeten’ krijg je nu oog voor het ‘mogen’. Met als doel en als vrucht: de Heere kinderlijk vrezen.
Ik hoop je op deze manier wat aan het denken gezet te hebben. Van harte wens ik je Gods zegen toe.
Met vriendelijke groet,
Ds. H. Korving
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Korving
- Geboortedatum:01-12-1954
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Urk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Ds. Korving ging in november 2021 met emeritaat.
Lees ook het artikel dat Refoweb met ds. Korving had n.a.v. zijn boek 'Taal en teken'.
En kijk/luister:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Ik begrijp je probleem erg goed, want ik herken het ook. Ik dacht (en denk soms nog wel eens): "Datgene wat ik toen verkeerd deed, heb ik destijds niet beleden aan die ander. Had ik misschien wel moeten doen." De andere kant is echter dat je door kunt schieten, wat ik deed. Als ik soms bij een ander terugkwam op wat ik mijns inziens verkeerd had gedaan, was die ander het allang weer vergeten. Andersom gebeurde ook wel eens. Dan zei iemand tegen mij dat hij/zich zich nog ergens schuldig over voelde, terwijl ik het niet eens meer wist.
Ik weet natuurlijk niet over wat voor specifieke dingen jij het hebt. Hoe lang geleden het allemaal gebeurd is, weet ik ook niet. Maar een beetje ontspanning is misschien ook wel goed. Als ik jou was, zou ik mezelf afvragen: zou die ander het nu nog weten en er redelijkerwijs nog last van hebben? Bovendien zou je jezelf af kunnen vragen: zijn mij misschien dingen aangedaan die niet beleden zijn en waar ik nu nog mee zit? Als jij daar nu niet meer mee zit, zitten anderen misschien ook niet meer met jouw dingen. Kortom: in sommige gevallen is het juist handig om er níet meer op terug te komen, omdat het voor de gedupeerde allang niet meer relevant is.