Overwinteren of deelnemen
J.W.N. van Dooijeweert | 15 reacties | 18-04-2017| 16:07
Vraag
Een jaar geleden behaagde het de Heere om mij stil te zetten onder een preek over Jakobus 5:9: “... ziet, de Rechter staat voor de deur.” Sindsdien is alles in mijn leven anders geworden. Ik ervaar veel strijd en aanvechtingen. Waar ik mee zit is dat er in mijn familie heel negatief op gereageerd wordt. Een familielid van me zei dat als je zo jong bent, het nog niet kan. Maar in de Bijbel vind ik daar geen bewijs voor. Ik vind wel tegenbewijs, zoals Samuël. Ik hoop met Pasen belijdenis van het geloof af te leggen. De zondag daarop is het bij ons Heilig Avondmaal. Ik vind het erg lastig wat ik moet doen. Ik wil heel graag aangaan. Maar ik stuit dan onherroepelijk op kritiek. Ik ben ook nog maar 21 jaar. Wat is wijsheid? Of moet ik het misschien nog een aantal jaren laten ‘overwinteren’, zoals iemand mij adviseerde? En daarna pas nadenken over deelnemen aan de tafel des Heeren?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste jonge vriend(in),
Het is een onuitsprekelijk wonder als de Heere je stilzet. Daar mag je verbaasd en verblijd over nadenken en op verder bouwen. Bedenk wel dat je dan aan het begin van de weg staat. Een weg die je alleen gaan kunt als je de hand van de Heiland goed vast houdt.
Dat er veel strijd is, is niet zo vreemd. Je valt ineens uit de toon. De duivel wil je niet kwijt. Je familie weet er geen weg mee. Bedenk in de eerste plaats dat zij niet die ervaring gehad hebben die jij had. Hun leven gaat gewoon door zoals het altijd was, terwijl dat voor jou niet meer kan. God zij dank voor Zijn onuitsprekelijke gave!
Te jong zijn is niet mogelijk. Er zijn wel kinderen van 3,4 jaar die de Heere kennen. Je noemt zelf Samuel. Ik voeg daar Timotheüs aan toe. Van kind af aan de Heere gediend. Heerlijk! Dat bewaart voor zoveel zonden. Wat familie er van zegt is voor hun rekening. Daar moet je je niets van aantrekken. Maar ook niet vijandig terugreageren of zo. Ga je weg met de Heere en laat je verheugen door de prediking van Zijn Woord en door het lezen in Zijn Woord.
Heel bijzonder om op deze manier belijdenis te mogen doen. Echt belijdenis van je persoonlijk geloof. Laat je niet in de war maken door de mensen om je heen. Leef naar het avondmaal toe met een volkomen overgave en verwacht alles van Hem.
Overwinteren is een uitdrukking die ontstaan is op een goede manier, maar die gebruikt wordt te pas en te onpas. Als iemand pas tot geloof is gekomen moet je hem niet gelijk ouderling maken, laat het dan eerst maar wat overwinteren. “Geen nieuwelingen”, zegt de Bijbel daarover. Mensen zijn die uitdrukking gaan gebruiken om iemand voorlopig op een afstand te houden. Het kan voor jezelf ook een positieve uitwerking hebben: dat je je vaster aan de Heere verbindt. Luister maar goed of de Heere je je roept naar Zijn tafel en ga dan met vrijmoedigheid aan. Hij stierf voor mensen die het verdorven hebben. Als je deel hebt aan Hem doe je niets liever dan Hem belijden als je Meester.
Ik wens je van harte Gods zegen. In de belijdenis dienst maar ook daarna dag na dag.
Hartelijke groeten,
Evangelist Jan van Dooijeweert
Dit artikel is beantwoord door
J.W.N. van Dooijeweert
- Geboortedatum:23-01-1938
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Waddinxveen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Wat een bedroevende, pertinente onzin.
De meesten roept God als ze jong en gevoelig zijn. De puriteinen waren er vast van overtuigd dat God de meesten bekeerd voor hun 25e levensjaar. Dat er dan nog weinig zicht op Christus is en veel onkunde en ongeloof is, is wat anders. Kijk naar de discipelen..
Ds Huisman zei wel eens in een preek: op een gegeven moment is men zo oud en verhard dat men bijna niet meer te bekeren is.
Misschien heb je het ook weleens gehoord dat er tegen iemand die net belijdenis had gedaan, gezegd werd: "Welkom in de strijd". De duivel zal je niet meer met rust laten. Zeker rond het Heilig Avondmaal zal hij zijn best doen om te voorkomen dat jij Zijn Naam belijdt. Dat probeert hij op allerlei manieren. Blijf zien op de Heere Jezus. Hij heeft voor jouw betaald aan het kruis! Het hangt niet af van jou. Niet van jouw gevoel, niet van wat je voor God gedaan heb en ook niet van jouw leeftijd. Het hangt enkel en alleen af van Zijn offer.
In Markus 10 worden er kinderen naar de Heere Jezus gebracht. De discipelen waren het daar niet mee eens. De Heere Jezus nam dat zijn discipelen "zeer kwalijk". Hij zei: "Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet; want DERZULKE is het Koninkrijk Gods."
Wie zijn wij dan om te zeggen dat jij te jong ben? Als de Heere Jezus zegt dat het voor de kinderen is?
Ik wens je Gods zegen toe! En als de strijd soms bijna te zwaar voelt, denk dan aan de strijd die de Heere Jezus voor jou en voor mij gestreden heeft.
Staar je trouwens niet blind op negatieve reacties. Ik weet nog dat ik het als kind ontzettend bemoedigend vond als er een jong iemand voor het eerst aanging. De Heere werkt nog, wat een wonder!
Prediker 12:1
En gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen, en de jaren naderen, van dewelke gij zeggen zult: Ik heb geen lust in dezelve.
Laat je niet misleiden door mensen, als God jouw heeft stil gezet, ben je welkom aan het Heilig Avondmaal, dan berouwt het God als je niet komt. En leeftijd heeft hier helemaal niets mee te maken, vraag de mensen die dat zeggen, waar dat staat in de Bijbel?
Ik ben wat ouder dan jou, maar zit eigenlijk met hetzelfde, ook al lange tijd worsteling en nog niet zo lang geleden bevestiging gekregen, en ook een omgeving die het niet gelooft, maar dat is de duivel die twijfel zaait.
Ik ben nog nooit aan het Avondmaal geweest, maar de laatste keer had ik er naderhand zo'n last van dat ik niet aangeweest was, had het gevoel, de Heere heeft me geroepen, en ik heb Hem laten staan.
Bid ervoor, en beproef jezelf, lees het formulier.
Als het goed is, gaan mensen niet aan omdat ze zich zo goed voelen, maar juist om te belijden dat we het zonder God niet kunnen.
Ik neem je mee in mijn gebed.
Hartelijke groet, en Sterkte.
PS: De mens ziet aan wat voor ogen is, maar de Heere ziet het hart aan.
Ik kan eerlijk gezegd niet zo goed opmaken of je toch geloof bent gekomen.
Als je stil gezet wordt en de Rechter voor de deur staat zegt dat nog niet automatisch dat je tot geloof bent gekomen.
Het avondmaal is een gedachtenis dat de Heere Jezus voor jou persoonlijk je schuld heeft verzoend. Doe dat tot mijn gedachtenis.
Ik vind dat je wel een heeeeeel gevaarlijke uitspraak doet, moeten wij mensen opmaken of iemand anders tot geloof is gekomen? De Heere alleen is de hartenkenner en de nierenproever.
Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt.
Ik had verder nog geen reacties gelezen.
Jij zegt dat als God je stilzet dat je aan het avondmaal kan.
Ik zeg dat het avondmaal tot een gedachtenis is, je zonden moeten dus vergeven zijn. Eigenlijk vind ik jouw reactie gevaarlijk.
Voor discussie nodig ik je uit op het forum.
ga naar Jezus vraagsteller.
Kan je uitleggen hoe de mens naar Jezus moet gaan? Wil de mens dat wel? Ik lees in Joh. 3 vers 27: een mens kan geen ding aannemen, zo het hem uit den hemel niet gegeven zij.
Er zijn wat mij betreft twee valkuilen. De eerste, daar wordt de vraagsteller in zijn omgeving al mee geconfronteerd. Het bijna per definitie negatief reageren op de verandering in het leven van de vraagsteller. Hij kan zijn verhaal er niet kwijt, hij wordt niet “overgenomen” en het werk Gods in hem wordt in twijfel getrokken. Daarop sluit het antwoord van br. van Dooijeweert en sommige reakties op aan. Inderdaad bid ik je toe: wordt verlost van ‘s mensen overlast.
De tweede valkuil is dat je te snel en te haastig conclusies trekt uit een verandering in levensrichting. Je kunt ook “te snel” aan het Avondmaal gaan. Ik ken de vraagsteller niet, dus ik wil graag heel voorzichtig zijn en niet de suggestie wekken dat het bij de betrokkene geen oprecht werk zou zijn. Maar als de Heere je stilzet, is niet je eerste vraag: mag ik aan het Heilig Avondmaal. Wij bewegen ons van nature bij God vandaan. Bekering is letterlijk stilstaan, omkeren en weer naar God terug gaan. (dat is een werk Gods in ons, RSTHG21, maar God maakt ons willig en bereid, zodat wij het ook gaan doen, zie de DL). Ik lees in de vraag alleen iets van stilgezet worden, strijd en aanvechtingen. Je mag oprecht blij zijn met wat er in je leven is gebeurd. Je bent stilgezet, daar waar jij de neiging had om voort te hollen op de weg naar het verderf. Maar is er in je leven al een afkeren van de zonde en een terugkeren naar de Vader: Ik heb gezondigd en ben het niet meer waard om uw Zoon genoemd te worden? Ik zou de vraagsteller daarom ook in de voorbereiding op de belijdenis en het Heilig Avondmaal juist op de punten in het voorbereidingsformulier zichzelf te onderzoeken: ken je het werk en de Persoon van de Heere Jezus Christus? Ben je Zijn eigendom geworden (HC vr. 1). En je moet hierin ook weer oppassen dat je jezelf aan een meetlat toetst die de Heere niet van je vraagt. De Heere vraagt Petrus niet of hij zijn bekeringsweg nu in alle detail kan verklaren, maar wel dit: hebt gij Mij lief? Je hoeft jezelf niet op te poetsen en jezelf aan een examen onderwerpen, maar weet je hiervan: Was ons hart niet brandende in ons als Hij tot ons sprak? (de Emmaüsgangers). Als je zo de stem van de Meester gehoorzaam mag zijn, ben je welkom aan Zijn tafel!
Er zal blijdschap zijn in de hemel en bij allen die de verschijning van onze Heere en Zaligmaker hebben verwacht!
Er is niemand die God zoekt ook niet een.
Toch zegt Paulus geloof in de Heere Jezus en je zult zalig worden.
De Bijbel spreekt met twee woorden.
Als je gaat geloven als je gaat willen is het van God.
Als je de door jou genoemde tekst gaat misbruiken, geef je God de schuld van je onbekeerlijkheid en je verlorenheid. Terwijl God je roept en lokt en goedertieren is door je boodschappers te sturen van die zeer blijde boodschap, hij roept je toe mijn zoon/dochter geef mij je hart, Hij klaagt bekeer je want waarom zou je sterven. Dat doet Hij omdat Hij goed is en trouw en omdat hij doet wat Hij beloofd.
Of met de woorden van Ds. C. den Boer:" Intussen blijft waar, dat het in Johannes 3 vers 27 niet gaat over de daad van het geloof in het aannemen van Jezus, maar over onze roeping en taak in dit leven, ons van Godswege gegeven. Zalig de mens die in heilige tevredenheid de Heere daarvoor dagelijks dankt. Hij voelt zich geen misdeeld kind. Hij is een mens die leeft van het wonder."