Originele tekst van de Bijbel
kand. E. Boogert | 11 reacties | 18-01-2017| 16:07
Vraag
Onlangs ben ik begonnen met het zoeken naar een kopie van de originele Bijbel, omdat ik gek werd van al die verschillende vertalingen en zelfs versies van vertalingen. Nu heb ik begrepen dat het originele Nieuwe Testament in het Grieks is opgeschreven. Echter wordt er in het westen een Nestle-Aland tekst gevolgd die onder andere door Westcott en Hortt is samengesteld en nog tot op de dag van vandaag veranderd wordt. Daar heb ik helemaal geen trek in. Wie wil er nu een tekst die incompleet is, steeds verandert en waarvan anderen denken te kunnen beslissen wat er wel en niet in past. Dit wordt ook wel de kritische tekst genoemd.
Nu heb ik begrepen dat de Statenvertaling de Textus Receptus heeft gebruikt. Waar komt die vandaan? Ook heb ik begrepen dat er een Byzantijnse Tekst is die meer het origineel benadert. Klopt dat? En wat is die originele tekst? Waarom is het zo frustrerend om die te vinden? Waarom wordt er een minderheidstekst gebruikt voor de meeste nieuwe vertalingen, terwijl die is samengesteld door mensen die denken te kunnen beslissen wat het Woord van God wel of niet is? Waar is de meerderheidstekst? Waarom kan ik niet eens normaal op sites zoals Amazon een kopie kopen? Waar is de originele tekst en eigenlijk, wat is de originele Schrift?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Dank voor je vraag. Een vraag die heel nauw aansluit bij mijn dagelijkse bezigheden als promovendus op de universiteit (PThU). Je stelt een aantal vragen waar ik zelf de afgelopen jaren mee geworsteld heb en waar ik in een bepaalde zin nog steeds mee worstel. Tegelijkertijd heb ik de afgelopen jaren antwoorden gevonden. Geen definitieve, maar wel antwoorden die helpen in deze materie. In mijn reactie zal ik eerst een algemeen antwoord geven (paragraaf 1-8). Daarna zal ik concreet ingaan op de vragen die je stelt (paragraaf 9-17). Jouw vragen zal ik steeds cursief weergeven, waarna ik mijn antwoord geef.
1. Je bent op zoek naar de originele tekst van de Bijbel. Als ik kijk naar welke uitgaven je verwijst, dan bedoel je denk ik vooral de originele tekst van het Nieuwe Testament. Daar zal ik mij in mijn antwoord dan ook op richten, hoewel het meeste in mijn antwoord ook opgaat voor het Oude Testament, zij het op een iets andere manier.
2. Je schrijft dat je op zoek gegaan bent naar een kopie van de originele Bijbel, omdat je gek werd van alle verschillende vertalingen etc. Ik veronderstel dat je graag een eerlijk antwoord wilt hebben, en die zal ik daarom vanaf het begin geven. Maar lees vooral ook verder, omdat ik denk dat er nog heel wat meer te zeggen is dan het korte antwoord dat ik nu eerst geef. Misschien moet ik je teleurstellen, maar na meer dan vijf jaar intensief gezocht te hebben, ben ik tot de conclusie gekomen dat we de originele tekst van het Nieuwe Testament niet gaan vinden en ook niet kunnen vinden. En als we hem ontdekt denken te hebben, dan kunnen we niet objectief vaststellen dat dat de originele tekst is. Dit vereist natuurlijk wat toelichting.
2.1. Eerst moeten we ons namelijk afvragen wat we eigenlijk met de ‘originele tekst’ bedoelen. Ik veronderstel dat ik wel ongeveer kan raden wat jij ermee bedoelt. Waar jij naar opzoek bent gegaan is naar een tekst waar je met zekerheid van kunt zeggen: dit is wat ooit, oorspronkelijk onder besturing van de Heilige Geest is opgeschreven.
2.2. Het lastige is dat we niet precies weten hoe alle delen van het Nieuwe Testament geschreven zijn. Of bijvoorbeeld Mattheüs in één keer in het Grieks is opgeschreven, of dat er eerst nog wat aan ‘geschaafd’ is. Je zou je zelfs af kunnen vragen of Mattheüs oorspronkelijk wel in het Grieks geschreven is. Soms wordt namelijk aangenomen dat Mattheüs oorspronkelijk in het Hebreeuws is geschreven (omdat Papias dat in de tweede eeuw zou beweren).
2.3. Maar goed, hoe het ook zij, er moet een moment geweest zijn waarop er een compleet Mattheüsevangelie bestond in het Grieks. Het probleem is echter dat wij precies dat manuscript waarin deze tekst stond opgeschreven niet meer hebben. Dit eerste manuscript noemen we de autograaf. Wat wel gebeurd is, is dat dit handschrift werd overgeschreven. Waarschijnlijk heel wat keer. Maar op een gegeven moment is het verloren gegaan (verbrand in de vervolgingen/versleten door het vele gebruik?; we weten het niet). Wat we wel hebben is een grote groep kopieën. Voor Mattheüs ruim 2000 manuscripten of (grotere of kleinere) delen daarvan. Van geen van deze handschriften kunnen we zeggen dat het de autograaf is. En zelfs wanneer iemand het over een van deze handschriften zou beweren, dan nog zou diegene niet kunnen bewijzen dat het ook werkelijk het oorspronkelijke handschrift is.
2.4. Wanneer een tekst met de hand wordt overgeschreven worden er fouten gemaakt, onherroepelijk. Ook wanneer je de Bijbel overschrijft. Natuurlijk probeerde men dat tot een minimum te beperken, maar desondanks zijn door alle duizenden keren dat het Nieuwe Testament is overgeschreven heel veel verschillen ontstaan. De overgrote meerderheid van die verschillen maakt helemaal niets uit voor de betekenis, maar er zijn ook belangrijkere verschillen. Alle verschillen die wij nu kennen gaan terug op werkelijk bestaande handschriften. Ze worden dus niet bedacht, maar aangetroffen. En dan moet je je ook nog bedenken dat de handschriften die we nu hebben hooguit een paar procent zijn van alle handschriften die er ooit geschreven zijn. Door al dat overschrijven moeten we zelfs zeggen dat er praktisch geen één handschrift bestaat dat precies dezelfde tekst heeft als een ander handschrift. De vraag is natuurlijk hoe erg dit is. Voordat we aan die vraag toekomen wil ik eerst nog iets zeggen over het maken van gedrukte tekstedities.
3. Wanneer je nu een uitgave van de Griekse tekst van het Nieuwe Testament gaat maken, doe je dat als het goed is op basis van de handgeschreven teksten (uiteindelijk zijn alle uitgaven daarop gebaseerd). Maar daarmee doemt gelijk het probleem op: wat doe je met de verschillen? Nogmaals, die verschillen worden niet bedacht door kwaaie mensen, maar ze worden gevonden in bestaande handschriften. Je kunt je natuurlijk afvragen of handschriften niet doelbewust aangepast zijn, maar dat lijkt maar voor heel weinig handschriften het geval te zijn (en nog veel moeilijker is om dat ook echt te bewijzen!). Wanneer je ondanks deze verschillen toch een teksteditie wilt maken, kun je twee dingen doen:
a) Proberen de originele tekst te reconstrueren op basis van de gevonden handschriften. Het nadeel hiervan is dat je een tekst reconstrueert die in geen één handschrift als zodanig voorkomt. Dit lijkt heel problematisch, maar je moet je realiseren dat er praktisch geen één handschrift bestaat dat exact dezelfde tekst heeft als een ander handschrift (zoals in paragraaf 2.4 reeds is aangegeven).
b) Een bepaald handschrift of een groep handschriften nemen waarvan je meent dat dat het dichtst bij de originele tekst staat. Het probleem hiermee is dat het ongelofelijk moeilijk is om aan te tonen dat die tekst ook daadwerkelijk het dichtst bij het origineel staat. Om dat te kunnen bewijzen moet je uiteindelijk toch alle handschriften met elkaar gaan vergelijken.
4. Nu kort iets over de bestaande tekstedities. De eerste optie wordt doorgaans door de meeste wetenschappers gevolgd. In feite deed Erasmus dat ook, die in 1516 als eerste een Griekse tekst publiceerde. Hij vergeleek een klein aantal Griekse handschriften met elkaar en reconstrueerde daaruit een Griekse tekst. Ook Theodorus Beza (de opvolger van Calvijn in Genève) ging op die wijze te werk en stelde op basis van nieuw gevonden handschriften allerlei wijzigingen voor, waarvan sommigen ook daadwerkelijk tot verandering van de tekst leidden, maar vooral in kleine details. In de loop van de 17e eeuw werd dit door een uitgever de tekst genoemd die door iedereen aanvaard wordt. Vandaaruit werd de naam Textus Receptus (=aanvaarde tekst) geboren. Voor veel theologen betekende dit het eindpunt van de reconstructie van de Griekse tekst. Men meende de originele tekst gevonden te hebben. Echter per saldo was deze uitgave maar op een heel klein aantal manuscripten gebaseerd.
5. Wat vaak niet wordt beseft is dat deskundigen doorgingen met het verzamelen en vergelijken van handschriften. (Dat de Textus Receptus door iedereen als aanvaard werd beschouwd, was niet voor niets een claim van een uitgever in plaats van van een wetenschapper met kennis en kunde in de materie!) Gaandeweg kwamen er steeds meer oude (6e tot 10e-eeuwse) en zeer oude manuscripten (2e tot 6e eeuw) tevoorschijn. Al snel viel op dat hoe ouder de handschriften waren, hoe meer ze afweken van de tekst zoals deze in de Textus Receptus stond. Aanvankelijk was dit puur observatie en constatering, want in de uitgaven die gemaakt werden, werd steeds de Textus Receptus als de hoofdtekst genomen en werden de nieuw gevonden lezingen onderaan de pagina gezet (in een kritisch apparaat, zoals dat heet). Gaandeweg kwam men er steeds meer achter dat in dat kritisch apparaat afwijkende lezingen (uit deze oude handschriften) kwamen te staan, die wel eens in de hoofdtekst zouden moeten staan, omdat ze oorspronkelijker leken te zijn. In de loop van de 19e eeuw kon dat geen ander gevolg hebben dan dat sommige wetenschappers daadwerkelijk ertoe overgingen om de tekst van de Textus Receptus te wijzigen aan de hand van deze meer oorspronkelijkere lezingen. Een belangrijk moment was daarin de publicatie van Westcott & Hort in 1881, hoewel dat beslist nog geen eindpunt was.
6. Je zult wel begrijpen dat het niet gemakkelijk is om te bepalen welke lezingen oorspronkelijk zijn en welke niet. Daarvoor zijn diverse methoden ontwikkeld. Belangrijk is om te beseffen dat deze methoden niet ontwikkeld zijn om de tekst maar aan te passen, of zelfs kapot te maken. Nee, het gaat erom om een zo betrouwbaar mogelijke tekst te maken. Vandaar dat bij nieuwe vondsten van handschriften of bij nieuwe ontwikkelingen in deze methoden, men zich steeds weer opnieuw afvraagt of in het verleden wel de goede keuzen zijn gemaakt. En soms leidt dat inderdaad tot aanpassing.
7. Dit is in het kort de situatie van de tekst van het Nieuwe Testament, mooier kan ik het niet maken. Tegelijkertijd wil ik met klem zeggen dat de theologie van het Nieuwe Testament niet of nauwelijks verandert door al deze verschillen en ook dat waarschijnlijk de meeste edities van het Griekse Nieuwe Testament behoorlijk dicht bij de oorspronkelijke tekst zitten, zonder dat ze er helemaal aan gelijk (kunnen) zijn.
8. Nu de belangrijke vraag hoe erg dit alles is. Is de Bijbel nu opeens een onbetrouwbaar boek wanneer we moeten constateren dat we de oorspronkelijke tekst niet meer hebben? Mijn antwoord daarop is een krachtig NEE. In mijn optiek is de Bijbel niet uitsluitend betrouwbaar, wanneer we een tekst hebben waarin de letters tot de laatste tittel en jota op de juiste plaats staan. Een dergelijke visie heeft namelijk zeer ongewenste gevolgen:
a) Het betekent dat vertalingen in principe géén betrouwbare vorm van Gods openbaring kunnen zijn. Vertalingen doen namelijk altijd af van de oorspronkelijke tekst. Bij een dergelijk nauwe opvatting van de Goddelijke openbaring zou eigenlijk alleen de Griekse tekst gereciteerd mogen worden.
b) Het veronderstelt een meer islamitische openbaringsleer dan een christelijke openbaringsleer. In de Islam geldt dat de Koran principieel niet vertaald kan en mag worden. In het christendom is het Nieuwe Testament echter al in de tweede eeuw vertaald in het Syrisch en Latijn. In later eeuwen volgen steeds meer vertalingen. Het ging erom om de boodschap van Gods Woord bij de mensen te brengen, niet om de Griekse tekst tot de laatste jota te bewaren (hoewel dat laatste natuurlijk voor kopiisten weldegelijk belangrijk was).
Wanneer je vervolgens ook ziet dat in het Nieuwe Testament het Oude Testament op een hele vrije manier geciteerd wordt, dan kom je erop uit dat het in de Goddelijke bewaring van Gods openbaring gaat om de inhoud (geest) van het Woord en niet zo zeer om de letter. Ik acht het daarom ook geen probleem dat er verschillen bestaan tussen handschriften en tussen edities van de Griekse tekst. Als de boodschap (inhoud) maar helder overkomt. Zeker, er zijn goede en minder goede edities. Net zoals er goede en minder goede vertalingen zijn. Maar met edities en vertalingen vallen eigenlijk nooit belangrijke leerstellingen om.
Meer uitleg kun je vinden in een artikel dat ik ooit voor de Waarheidsvriend schreef.
Tot slot nog mijn antwoorden op alle vragen die je gesteld hebt.
“ Wie wil er nu een tekst die incompleet is, steeds verandert en waarvan anderen denken te kunnen beslissen wat er wel en niet in past.”
Dit is inderdaad iets dat vaak tegen de kritische tekst wordt ingebracht. Ik hoop echter dat je nu inziet dat het eigenlijk niet anders kan. Tegelijkertijd gaat het er niet om dat “anderen beslissen wat er wel en niet in past” alsof zij lukraak kunnen beslissen wat werkelijk Gods Woord is en wat niet. Daar wordt zeer grondig over nagedacht. En de uitkomst wordt als het goed is met goede argumenten gestaafd. Ik ben het echter met je eens dat in een heel aantal gevallen wel eens een andere keuze de betere kan zijn. Het punt is echter dat je dan met overtuigende argumenten moet komen waarom een andere lezing de oorspronkelijke zou moeten zijn. Ik zou graag zien dat meer conservatieve christenen zich daarvoor zouden inzetten, in plaats van steeds modder te gooien naar de kritische tekst.
(NB Ik ben er zelf nog niet over uit of de kritische tekst de beste tekst van dit moment is. Wel zie ik steeds helderder dat de Textus Receptus grote gebreken heeft en dat in een heel aantal gevallen de Byzantijnse tekst niet de oorspronkelijke lezing kan hebben. (Zie meer over de Byzantijnse tekst hieronder.) Wel sta ik in vergelijking tot andere wetenschappers een stuk opener ten opzichte van de Byzantijnse tekst.
Je vraagt: “Nu heb ik begrepen dat de Statenvertaling de Textus Receptus heeft gebruikt. Waar komt die vandaan?”
Zoals ik in paragraaf 4 reeds heb aangegeven is de Textus Receptus in principe de tekst van Erasmus (1516). Het is de eerste gedrukte editie van het Griekse Nieuwe Testament die in de wereld te koop kwam, maar daarmee niet noodzakelijkerwijs de beste. Ik denk dat de afgelopen vijf eeuwen steeds meer hebben laten zien waarin deze editie tekort komt. Bovendien wijkt de Textus Receptus substantieel af van de Byzantijnse tekst (of de Meerderheidstekst). Daarom kun je van de Textus Receptus niet zeggen dat het de tekst van de kerk der eeuwen is. Het is een door Erasmus geconstrueerde tekst op basis van een klein aantal handschriften, die niet altijd van goede kwaliteit waren. Zie meer over dit punt twee artikelen die ik voor het RD heb geschreven (zie hier en hier).
“Ook heb ik begrepen dat er een Byzantijnse Tekst is die meer het origineel benadert. Klopt dat?”, vraag je.
Dit wordt vaak en met veel verve beweerd, met name door behoudende christenen. De Byzantijnse tekst is de tekst die we in de overgrote meerderheid van late handschriften (met name van de 10e tot de 16e eeuw) aantreffen. Dat wil echter niet zeggen dat deze handschriften allemaal dezelfde tekst hebben. Wat het wel wil zeggen is dat deze manuscripten meer met elkaar gemeen hebben dan met niet-Byzantijnse handschriften.
Degenen die de Byzantijnse tekst (die dus ook een reconstructie is op basis van deze grote groep handschriften) voorstaan hebben doorgaans als hoofdargument dat de oorspronkelijke tekst eerder in de meerderheid dan in een minderheid van handschriften bewaard is gebleven. Daarnaast is men ervan overtuigd dat de Heilige Geest de oorspronkelijke tekst in deze groep handschriften bewaard zou moeten hebben.
Het probleem met het eerste argument is hoe je kunt bewijzen dat de oorspronkelijke tekst in de meerderheid bewaard zou moeten zijn. Zeker wanneer aangetoond kan worden dat de Byzantijnse tekst tal van vereenvoudigingen in het Grieks kent, harmonisaties tussen de drie Evangeliën en het verlies van sprekende, maar in de context niet direct heldere details, wordt het steeds moeilijker om dit vol te houden. Bovendien hebben wetenschappers aannemelijk proberen te maken dat er een ontwikkeling zichtbaar is tussen oudere en jongere Byzantijnse handschriften. Hoe men er ook tegen aan wil kijken (en ook hier ben ik persoonlijk nog niet helemaal uit), het is zeker dat oudere Byzantijnse handschriften substantieel afwijken van jongere handschriften en dat deze jongere handschriften ook van elkaar afwijken. Dit is geen kwestie van interpretatie, maar van observatie.
Het probleem met het tweede argument is aan de ene kant dat de Byzantijnse handschriften geen eenduidige tekst hebben (wat in dit argument juist wordt verondersteld!). Aan de andere kant sluit het handschriften die anders zijn dan de Byzantijnse handschriften uit van de goddelijke bewaring. Waarom zullen we God niet dankbaar zijn voor alle handschriften die bewaard zijn gebleven en de mogelijkheden die we nu hebben om een betrouwbare tekst te maken? Eeuwenlang heeft de kerk dat moeten ontberen en heeft men het met minder moeten doen dan wat we nu hebben. Zoals het er nu voorstaat kan niet bewezen worden dat de Byzantijnse tekst het origineel het dichtst benadert. Verder zijn er eerder argumenten tegen deze stelling te noemen dan voor deze stelling. Waarom hebben we bijvoorbeeld geen enkel handschrift van voor de 5e eeuw met een Byzantijnse tekst? Waarom hebben alle oude papyri uit Egypte uit de 2e tot de 5e eeuw een andere tekst dan de Byzantijnse tekst? Naar mijn mening moet er nog heel wat onderzoek gedaan worden om je vraag bevredigend te beantwoorden. Wil je hier meer over weten, dan verwijs ik naar mijn Engelstalige masterscriptie die ik over de Byzantijnse tekst heb geschreven (zie hier).
“En wat is die originele tekst? Waarom is het zo frustrerend om die te vinden?”
Ik hoop dat ik in het bovenstaande voldoende heb laten zien dat die originele tekst niet meer met zekerheid te achterhalen is. We kunnen alleen een reconstructie maken die het origineel zo goed mogelijk benadert. Verder hoop ik dat het je voldoende duidelijk is dat dit helemaal geen probleem is en dat je er dus ook niet gefrustreerd over hoeft te zijn. 99 Procent van de wereldwijde kerk moet het doen met een min of meer gebrekkige vertaling. Het is al een enorm voorrecht wanneer je Grieks leest en al helemaal wanneer je zicht hebt op de verschillen die in de loop van de eeuwen zijn ontstaan. Maar dat alles is echt niet nodig om een oprecht gelovige te zijn of om te vertrouwen op dat wat de Heere in de Bijbel zegt. Je moet alleen voorzichtig zijn wanneer je een hele theologie aan een losse tekst (in vertaling) hangt. Daar kunnen alleen maar ongelukken van komen.
“Waarom wordt er een minderheidstekst gebruikt voor de meeste nieuwe vertalingen, terwijl die is samengesteld door mensen die denken te kunnen beslissen wat het Woord van God wel of niet is?”
Omdat de meeste Bijbelgenootschappen wereldwijd ervan overtuigd zijn dat de minderheidstekst (= kritische tekst) nauwer het origineel benadert dan de Byzantijnse tekst of de Textus Receptus. Nogmaals, de kritische tekst wordt niet samengesteld door mensen die “denken te kunnen beslissen wat het Woord van God wel of niet is”, maar voor zover ik ze ken door gewetensvolle mensen die een zo goed mogelijke reconstructie willen maken. Ik ken geen medewerkers van de moderne kritische tekst, waarvan ik zou kunnen bewijzen dat ze bewust met Gods Woord sjoemelen en het misvormen.
“Waar is de meerderheidstekst?”
De meerderheidstekst kun je in geen enkel handschrift als zodanig vinden. De meerderheidstekst doet niets anders dan op elke plek in het Nieuwe Testament waar een verschil bestaat, die lezing te kiezen (waarvan men denkt dat) die in de meerderheid van handschriften wordt aangetroffen. Het is dus een consensustekst; dus een tekst die op basis van meerderheid van ‘stemmen’ wordt samengesteld.
“Waarom kan ik niet eens normaal op sites zoals Amazon een kopie kopen?”
Er zijn twee complete edities van het Griekse Nieuwe Testament die een tamelijk zuivere vorm van de Byzantijnse tekst of van de Meerderheidstekst willen bieden:
-Robinson, Maurice A., and William G. Pierpont, The New Testament in the Original Greek: Byzantine Textform, Southborough: Hilton Book Publishing, 2005.
-Hodges, Zane C., and Arthur L. Farstad, The Greek New Testament According to the Majority Text. Second ed., Nashville: Thomas Nelson Publishers, 1985.
Alleen de eerste is nog nieuw verkrijgbaar. De tweede is alleen nog antiquarisch te verkrijgen. Verder zijn er nog tal van edities van de Textus Receptus, maar die bieden een andere tekst dan de Byzantijnse/Meerderheidstekst, omdat Erasmus gebruik maakte van niet al te zuivere Byzantijnse handschriften.
“Waar is de originele tekst en eigenlijk, wat is de originele Schrift?”
De werkelijke originele tekst in de zin van de autograaf is verloren gegaan. Wat we hebben zijn kopieën die allemaal in mindere of meerdere mate van deze autografen afwijken. In de diverse tekstedities vinden we mogelijke reconstructies van de originele tekst. Wat in ieder geval helder is, is dat de boodschap van het Nieuwe Testament in eigenlijk alle handschriften wordt overgedragen. Waar de kerk vijftien eeuwen lang mee heeft kunnen werken, waarom zouden wij daar niet mee kunnen leven? Bovendien zijn we waarschijnlijk zeer bevoorrecht met de reconstructies die we hebben. Wat echter voor alles blijft staan is “bekeer je en geloof het Evangelie.” Wat mij betreft is het dan een voorrecht dat we dit Evangelie in diverse vertalingen (goede en minder goede) kunnen lezen en ter harte mogen nemen.
Ten slotte, mijn advies zou zijn: laat de kramp en de frustratie los. Leer zien dat de Heilige Geest met al die handschriften en ook met al die vertalingen kon en nog kan werken. Zeker, als wetenschapper voel ik de verantwoordelijkheid om te strijden voor een zo goed mogelijke Griekse tekst. Maar als gewoon gemeentelid zou ik maar dankbaar zijn voor dat wat er is. Mijn vakgebied kan namelijk ook een put zijn waar je niet meer uitkomt. Het kan een verzoeking zijn om de betrouwbaarheid van Gods openbaring los te laten. Ik hoop echter dat je je leert verwonderen over hoe de Heere werkt. Dat Hem al die zwakheden van ons mensen (ook in het kopieerwerk en in het maken van edities) niet in de weg zitten om mensen tot Christus te leiden. Straks zal alles volmaakt zijn, maar nu weten en kennen wij slechts ten dele. Het ga je goed!
Een hartelijke groet,
Ernst Boogert,
Promovendus aan de Protestants Theologische Universiteit (PThU) te Amsterdam en Groningen
Ps. Wil je nog meer weten over de bronteksten van de Bijbel, dan verwijs ik je graag door naar een recent nummer (jaargang 16, nummer 3&4) van “Met Andere Woorden” van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG). Daarin staan onder andere een artikel van mijn hand over de handschriften van het Griekse Nieuwe Testament, een artikel over de Textus Receptus (prof. H.J. de Jonge) en een artikel over de diverse tekstedities (Cor Hoogerwerf). Voor verdere vragen mag je me altijd persoonlijk benaderen.
Ps. 2 Lees voor meer achtergrondinformatie ook het artikel "De handschriften van het Griekse Nieuwe Testament: Op verkenning in de wereld achter vertalingen" (PDF)
Dit artikel is beantwoord door
kand. E. Boogert
- Geboortedatum:18-05-1989
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Driebruggen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Promovendus PThU
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Ik heb net het mooie boek van Nabeel Qureshi, No God but One, uit en las dit, waar ik het van harte mee eens ben:
Once we investigate the historical records and conclude that Jesus claimed to be God and rose from the dead, we now have a foundation to say, “What does Jesus teach about the Bible? What does he teach about the Old Testament? Does he intimate anything about the coming New Testament?” From that basis we can have a foundation to believe in the inerrancy and inspiration of Scripture: Because I believe in Jesus, I believe in the Bible, and not the other way around. If we do it the other way around, like Bart Ehrman did, we’re setting ourselves up for failure.
When you’re talking with a non-Christian, understand that they don’t believe the Bible is the Word of God. Come at it from a different angle, a historical angle. That’s what my friend David did with me when I didn’t believe in the Bible, and it ultimately worked.
Let’s look at this question another way. Before the New Testament was written, someone claimed to be a Christian because they believed in the resurrection of Jesus. They were still a Christian, even before they believed anything about the New Testament. The New Testament doesn’t determine whether or not you’re a Christian. It’s Jesus, and your beliefs about Jesus, that determine whether you’re a Christian. The New Testament is essential to understand more, to develop your faith, to know Christian doctrine– but it is built on Jesus and what he has done for us, not the other way around. To put the Bible before Jesus would be idolatry.
Zie ook Johannes 1: Jezus is het Woord van God!
Wat mij betreft mogen er vaker vragen over de grondtekst en vertalingen naar dit panellid :)
Peter Steffens houdt hierover een lezing in Alphen aan den Rijn op 25 januari 2017: https://petersteffens.nl/event/alphen-a-d-rijn-02/
De eerste avond is al geweest op 18 januari, de lezingen komen ook online op Peter's website. Deze avond was al zeer de moeite waard!
(Ik heb daar overigens twee gewaardeerde RefoWeb panelleden ontmoet ;) )
Daar zijn vele aanwijzingen voor. Wetenschappers hebben veel details uit alle NT boeken gehaald en met elkaar vergeleken en komen zo tot de conclusie dat de evangeliën rond die tijd zijn geschreven.
Om een paar voorbeelden te noemen:
Er zijn veel nauwkeurige geografische details in het NT te vinden. Dat kan alleen maar als de schrijvers goed op de hoogte waren van de omstandigheden daar. Nu heb je Google maps, toen had je niet of nauwelijks kaartmateriaal en alleen als je daar leefde kon je dat zo weten. Er is geen enkel boek uit de oudheid dat zo nauwkeurig al die details beschrijft. Gnostische Evangeliën die later zijn geschreven bevatten die details niet, wat een sterke aanwijzing is dat die zijn geschreven door mensen die daar niet vandaan kwamen.
Wat ook een sterke aanwijzing is, is dat de persoonsnamen overeenkomen met wat toen in die plaatsen en die tijd gebruikelijke namen waren. Iemand die later de evangeliën zou schrijven zou daar niet van op de hoogte zijn of daar geen aandacht aan besteden.
De schrijvers van de evangeliën waren ook heel erg duidelijk Joods, wat af te leiden is aan het hebraïsme van de taal (Hebreeuwse invloeden in de Griekse tekst). Ook wisten de schrijvers erg goed wat de joodse gebruiken waren in die tijd.
Verder details zoals de wilde vijgenboom uit Lukas 19:4 komt in die regio alleen in Israël voor. Zo zijn er nog heel veel meer details te noemen.
Als je dat allemaal op een rij zet, dan is het al rationeel niet meer logisch en kloppend te krijgen dat dit allemaal meer dan honderd jaar na dato is opgeschreven in een totaal andere omgeving. En dan heb ik het nog niet eens over de geschriften van andere historici uit die tijd die dit allemaal bevestigen.
Daarbij komt nog dat de volgelingen van Jezus zwaar hebben geleden in de tijd na Jezus' hemelvaart. Dat zullen ze nooit vrijwillig hebben ondergaan voor een leugen. Ze geloofden dus in de opstanding van Jezus.
Je moet wel een heel erg groot geloof hebben om te geloven dat dit niet in die tijd door ooggetuigen is opgeschreven. De bewijzen zijn overweldigend.
Houd de website van Peter Steffens (www.petersteffens.nl) in de gaten en ga op 25 januari naar de tweede lezing over de betrouwbaarheid van de bijbel (de lezingen komen ook op zijn website).
Bij oude teksten is het meestal zo dat er een groter of kleiner gat zit tussen het oudste handschrift en wanneer een tekst geschreven is. Bij andere teksten uit de tijd van Jezus kan dat soms wel 1000 jaar zijn. Het gat tussen de oudste handschriften van het NT en de tijd waarin ze geschreven zijn valt dus erg mee.
De datering van oude geschriften hangt af van met name twee dingen:
1. Extern bewijs: wanneer een andere tekst een NT-tekst citeert, weet je dat de NT-tekst ouder moet zijn. Zo citeert Clemens in zijn brief aan Korinthe (ca. 95 nC) de NT-brief 1 Korintiërs. Dus kan die laatste niet jonger zijn dan 95 nC.
2. Intern bewijs: een geschrift moet na de gebeurtenissen gedateerd worden waarnaar het zelf verwijst. Verder kan uit allerlei aanwijzingen de meest waarschijnlijke datering gehaald worden. Zo blijkt uit allerlei details dat de evangelieschrijvers nog heel dicht op de kring van de eerste leerlingen van Jezus zitten.
https://petersteffens.nl/geen-categorie/geluidsopnamen-uniciteit-bijbel/
(Bijbel)Wetenschappers, klassieke-taal geleerden, archeologen, etc. hebben vele bewijzen aangevoerd voor de betrouwbaarheid van de Bijbel zoals we hem nu kennen.
EN laten we niet vergeten dat de Almachtige God Zijn Woord in al die duizenden jaren heeft verdedigd en bewaard voor alle menselijke geslachten.
Laten we wel wezen, Gods levende Woord is aangevallen tot en met, velen zijn gedood en op de brandstapel terechtgekomen (door aanstichten van hooggeplaatste geestelijken vaak) omdat zij Gods Woord vertaalden of verdedigden.
Jezus zei over Gods Woord dat nog niet eens een fractie van een woord van God zal vergaan.
Wat Jezus ook zei is "Uw Woord is waarheid" (Joh 17:17).
God zelf zegt: Jesaja 55:11 .. zo zal Mijn woord zijn dat uit Mijn mond uitgaat:
het zal niet vruchteloos tot Mij terugkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend.
2Tim. 3:16-17 .. de gehele Schrift is door God geïnspireerd/geademd ...
Dus er zijn redenen te over om een gedegen studie van Gods Woord te maken met de Bijbels die ons nu ten dienste staan, vooral die Bijbels die Gods naam eren (ook door het te gebruiken).