Mannetjes- of vrouwtjesmier in Spreuken
drs. L. B. C. Boot | 3 reacties | 10-01-2017| 14:57
Vraag
Waarom is er in de HSV bij Spreuken 6:6-8 gekozen voor de mannelijke versie van de mier, terwijl de Statenvertaling kiest voor een vrouwelijke versie? Ook de Joodse vertaling op deze website gebruikt een vrouwelijke versie: En volgens deze uitleg is de vrouwelijke versie de juiste: Een mannetjesmier heeft namelijk wél een leider of heerser: de koningin.
Antwoord
Geachte vraagsteller,
Hartelijk dank voor je vraag! Je stelt een interessante kwestie aan de orde. Achtergrond van het gebruik van de mannelijke bezittelijke voornaamwoorden in de Herziene Statenvertaling is de hedendaagse spellingregel dat alle zelfstandig naamwoorden mannelijke vervoeging krijgen, ook al is het van oorsprong een vrouwelijk zelfstandig naamwoord, of het moet uitsluitend om woorden gaan die het vrouwelijk geslacht aanduiden, zoals woorden als koe en geit.
Als over mieren in het algemeen gesproken wordt, gebruiken we conform de regels mannelijke woorden als 'zijn'.
Als duidelijk is dat alle mieren die zichtbaar zijn (Spreuken 6:6) uitsluitend vrouwtjes zijn, is het gebruik van haar (“haar wegen”) te overwegen, maar daarvoor zou ik zelf graag 100 procent zekerheid willen krijgen van een bioloog, zoals we die in het herzieningsproces vaker geraadpleegd hebben voor de vertaling van bepaalde planten en dieren. Ik ga in elk geval aan het HSV-bestuur voorstellen dat deze tekst extra aandacht krijgt.
Met vriendelijke groet,
Ds. L. B. C. Boot
Dit artikel is beantwoord door
drs. L. B. C. Boot
- Geboortedatum:21-10-1969
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Actief
Bijzonderheden:
* Emeritus predikant
* Bestuursondersteuner van de Stichting Herziening Statenvertaling
* Adviseur Herziene Statenvertaling bij Uitgeversgroep Jongbloed B.V. in Heerenveen
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
In het Hebreeuws staat in dit geval de vervoegingen in de vrouwelijke vorm. Dit volgen de (oude) Statenvertaling en Naardense Bijbel keurig.
Het meeste werk wordt gedaan door de werksters onder de mieren, zij zijn de bouwers, verzorgsters, soldaten etc. etc.
De mannetjes die natuurlijk ook geboren worden schijnen alleen voor de voortplanting te zorgen waarna zij al heel snel sterven.
Dus de mier uit Spreuken 6:6 is hoogstwaarschijnlijk een vrouw.