Wanhopig tot de Heere Jezus komen
Ds. W. Pieters | 3 reacties | 22-12-2016| 08:03
Vraag
Is het nodig wanhopig te zijn om de Heere Jezus Christus te leren kennen en zalig te worden?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Op deze vraag kunnen we met ‘ja’ en ook met ‘nee’ antwoorden. Het is niet nodig dat we wanhopig worden, voordat we tot Christus mógen komen, en op Zijn genade mógen vertrouwen. Maar het is helaas wel nodig om wanhopig te zijn om tot Christus te willen komen. Waarom? In ons is een diepgewortelde afkeer van God. We hebben Hem de rug toegekeerd met de bedoeling om nooit meer naar Hem terug te keren. Daarom is de wet nodig om ons van onze eigendunk te verlossen. We zullen niet eerder aan Jezus’ voeten knielen, dan wanneer we vernederd zijn. Jezus zegt in Lukas 18:14, nadat Hij over de farizeeër en de tollenaar heeft verteld: “Ik zeg u deze tollenaar ging gerechtvaardigd naar zijn huis, want een ieder, die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden, en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden.”
Deze vernedering wordt ons in de Bijbel op meer plaatsen geleerd. Een duidelijk voorbeeld vinden we in Psalm 32. David vertelt dat hij zich niet voor God wilde vernederen, dat hij zijn zondeschuld niet wilde belijden, en dus niet om vergeving wilde vragen. Hij verzette zich tegen de Heere. Hij wilde ‘gewoon’ verder leven, Maar de HEERE liet het niet toe. Hij vernederde hem. Zo doet God nog steeds. Hij zal er voor zorgen dat er plaats komt voor Zijn Zoon en Diens heerlijke werk.
Waarom is deze verootmoediging nodig? Omdat we alles zelf willen doen, ook ten aanzien van zalig worden. Wanneer we inzien in wat voor groot gevaar we zijn en hoe slecht we zijn, dan gaan we er alles aan doen om onszelf te verlossen. We ondernemen allerlei opknappogingen en spannen ons in om voor God welbehaaglijk te zijn. Lukt dit ook? Het is u van harte toe te wensen van niet. Want stel u nu eens voor, dat het wél lukt... Het gaat steeds beter: uw zonden plagen u niet meer, verleidingen en boze lusten overwint u, en u gaat ‘met vliegend vaandel en slaande trom’ naar de hemel. Ik vraag u: waar hebt u de Heere Christus dan nog voor nodig? Waarvoor zou Jezus dan de vloek van de wet hebben moeten dragen? Voor u in ieder geval niet. Wat moet u met een belofte als: “Ik zal ze een nieuw hart geven”? U kunt immers op eigen kracht de weg van gehoorzaamheid bewandelen... Nee. Zo gaat het niet. Van harte wens ik u toe dat al uw verbeteringspogingen schipbreuk lijden. Dat je snel zult leren hoe hopeloos de situatie is vanuit uzelf.
Niemand zal ooit tot de Heere Jezus Christus en Zijn kruisverdiensten vluchten zolang hij er niet aan ontdekt is dat zijn eigengerechtigheid (prestaties en goede daden) een wegwerpelijk kleed is. Dus omdat wij zo koppig zijn, is het nodig dat we leren wanhopen aan al het onze. Hebben we dat niet geleerd, dan is het te vrezen dat onze godsdienst alleen maar verstandswerk is, waarbij het wonder van het Godswerk ontbreekt.
Misschien vraagt u: in welke mate is die beleving van hopeloosheid nodig? Niet zoals bij Kaïn, die zei: “Mijn misdaad is groter dan dat zij vergeven wordt.” Of van Judas die in zijn wanhoop niet de toevlucht nam tot het Lam Gods, maar zich stortte in de eeuwige wroeging. Maar zó, dat we in al onze hopeloosheid toch hopend op de Heere wachten. Zo schrijft Calvijn over wanhoop en hoop in zijn verklaring van de profetie van Ezechiël: “De ware profeten roepen de zondaren altijd tot Gods erbarming en verheerlijken die, opdat degenen die met de wanhoop worstelen, niet zouden denken, dat God onverbiddelijk voor hen is. De profeten wekken zondaren tot hoop op en zeggen, dat God graag vergeeft. Gods barmhartigheid wordt ons met dát doel voorgesteld, dat wij daarin ons leven zoeken, maar dan moeten wij dood-in-onszelf zijn.”
Bij Erskine las ik: “Wanneer wij onszelf verloren zien, zijn wij in de beste weg om de aanbieding van de Zaligmaker aan te nemen, omdat wij nooit in waarheid tot Christus zullen komen, zolang God ons niet doet zien dat wij buiten Hem geheel verloren zijn. De wet doet de zondaar verzinken in wanhoop en verderf. Maar het evangelie daalt hier tot op de bodem van zonde en ellende in de ziel, en biedt haar Christus als Zaligmaker aan. Wanneer de ziel schipbreuk heeft geleden door de wet, is voor haar de aanbieding van het evangelie alleraangenaamst.”
Ds. W. Pieters
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Pieters
- Geboortedatum:27-06-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Elspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
website: dspieters.refoweb.nl
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Kennis van onze ellende is nodig voor onze troost; niet dat zij zelf enige troost meedeelt of er een deel van is (want van zichzelf verontrust ze eerder dan dat ze troost), maar kennis van onze ellende is nodig omdat ze in ons verlangen ontsteekt naar verlossing. Net zoals kennis van een ziekte verlangen naar een medicijn wakker maakt bij de zieke. Waar geen kennis van ellende is, wordt geen verlossing gezocht; net zoals de persoon die onkundig is van zijn ziekte, nooit op zoek is naar een dokter. Nu, als we geen verlossing verlangen, zoeken we haar niet; en als we haar niet zoeken, zullen we haar nooit ontvangen; want God geeft verlossing alleen aan hen die zoeken en kloppen, zoals wordt gezegd: "Aan hem die klopt, zal worden geopend." "Vraag, en het zal u worden gegeven." "Gezegend zijn zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid." "Kom tot Mij, allen die vermoeid zijn en zwaar beladen." "Ik woon bij hem die van een verbrijzelde en nederige geest is."
Wat nodig is om in ons verlangen naar verlossing te ontsteken, is nodig tot onze troost. Welnu, kennis van ellende is nodig om in ons verlangen naar verlossing te scheppen. Daarom is ze nodig tot onze vertroosting. In zichzelf uiteindelijk niet als óórzaak, maar als motivéring, zonder welke we de verlossing niet zouden zoeken. Van zichzelf verschrikt de kennis der ellende, maar deze schrik is nuttig, wanneer die leidt tot de oefening van het geloof.'
Misschien wel om juist eraan ontdekt te worden dat je zonder Hem niet kunt.
Paulus was zeer onderlegd in de wet, maar de wèt bracht hem niet tot Jezus. Wie bracht Paulus tot Jezus? Jezus Zélf!
Wat dat betreft zou ik de vraag "Waaruit kent u uw ellende?" eerder beantwoorden met: "Uit het leven van Jezus". Als we Hem zien, in Zijn volmaaktheid, Zijn liefde, Zijn licht, dan zien we wie wij zelf zijn. Niet als doel, maar dat gebeurt gewoon. Maar aan de andere kant zien we ook dat Hij alles is. Niet in één dag, maar daar hebben we heel ons leven voor nodig.
Begin bij Jezus, Híj zal je onderwijzen op de weg die je gaan moet.
Wat doe je normaal gesproken als je iemand wilt leren kennen?
Volgens mij streef je er dan naar om zoveel mogelijk van hem te weten te komen, maar zeker ga je niet navelstaren. Je leert niemand kennen door zelf wanhopig, gelukkig, twijfelachtig ... of wat dan ook te zijn, toch?
In de bijbel staat: geloof in de Heer Jezus, en gij zult zalig worden.
Het boeit totaal niet wat voor gevoelens je daarbij hebt.