(Her)trouwen van een verlatene
drs. J. Hoekman | Geen reacties | 04-11-2016| 09:26
Vraag
Ik heb een vraag over een onderwerp waar al heel veel vragen over besteld zijn op Refoweb: namelijk over echtscheiding. Ik heb echter het antwoord op mijn specifieke vraag nog niet kunnen vinden. In de Bijbel in Mattheus staat de volgende tekst: “Maar Ik zeg u, dat zo wie zijn vrouw verlaat, anders dan om hoererij, en een ander trouwt, die doet ook overspel; en die de verlatene trouwt, doet ook overspel.” In de eerste zin wordt er duidelijk gezegd dat wie zijn vrouw verlaat, overspel pleegt. Zoals ik het zie, is de enige uitzondering hierop als er sprake is van hoererij. Dan is scheiden geen overspel. Dit is zoals de Heere Jezus het zelf heeft gezegd.
Er komt echter nog een zin na, gescheiden door een puntkomma. “En die de verlatene trouwt, die doet ook overspel.” Mijn vraag is of die enige uitzondering (namelijk: als er sprake is van hoererij) dan ook van toepassing is bij het trouwen van een verlatene. Is het trouwen van een verlatene, als er sprake is van hoererij, volgens deze tekst dan ook geoorloofd? Ik heb al veel zaken hierover op internet gelezen en lees daar vaak teksten als: het is toch niet eerlijk als iemand verlaten wordt, dat diegene dan niet meer zou mogen trouwen. Maar met zo’n menselijke kijk op de zaak, kan ik niets. Het gaat mij letterlijk om wat de Bijbel zegt. Dat is het enige waar ik mee wil rekenen.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Ik heb eerst twee vragen aan u. De eerste keer in de Bijbel komt het woord overspel voor in Leviticus 20:10: Een man die met de vrouw van iemand anders overspel pleegt, die met de vrouw van zijn naaste overspel pleegt, moet zeker gedood worden, de overspeler en de overspeelster.
De eerste vraag is: vindt u dat wij naar Bijbels principe, al deze mannen moeten doden? De tweede vraag is: hoe kan de Heere Jezus Zijn Eigen Woord overtreden door een vrouw in overspel gegrepen te laten gaan? Door haar niet te laten stenigen zoals het Woord het zegt in Lev.20:10!
Hierin zie ik twee dingen: 1. We zijn consequent tot op een bepaalde hoogte, want wij stenigen deze mannen niet en wij zouden dat ook niet doen! 2. En die zwart-wit regel kent nuances als we Jezus’ reactie en antwoord zien in de geschiedenis van de overspelige vrouw!
Er is een scheidingsbrief die iets toestaat wat oorspronkelijk door God Zelf niet wordt geaccepteerd. Voor de HEERE blijven onze plichten t.o.v. de eerste vrouw bestaan! Datzelfde geldt naar mijn mening voor iedere zonde die wij doen!
De achtergrond van de vraag is waarschijnlijk de uitleg van de rivaliserende scholen van Hillel en Shammai. Shammai was de wat strengere Rabbi, die zei dat alleen bij ontucht een scheiding geoorloofd was en Hillel beweerde dat als een vrouw bijv. haar eten liet aanbranden of als een man een ‘knappere’ vrouw had gezien dat ook redenen waren voor een scheiding. De vraag wordt gesteld tegen de achtergrond van de uitleg van Deut.24:1 en binnen die context kunnen we het antwoord van de Heere Jezus het beste lezen.
Er zijn verschillen tussen de Farizeeërs en Jezus:
-De farizeeën focussen zich op een grond voor de echtscheiding en de Heere Zich richt op de instelling (bedoeling) van het huwelijk;
-De Farizeeërs noemen de bepaling van Mozes een gebod en de Heere noemt het een concessie aan de hardheid van het hart;
-De farizeeërs vatten een echtscheiding te licht op en de Heere nam die uiterst serieus.
We moeten ons niet inlaten met de negatieve kant door met de Farizeeërs te discussiëren over de mazen van het net. We moeten ons richten op Gods bedoeling met het huwelijk tussen man en vrouw, dat is ook wat de Heere Jezus deed. We leven met de gevolgen van de zondeval. Dat is de werkelijkheid van ons bestaan. En in dat jammerdal zien we mensen met stenen harten, die weigeren zich te verzoenen, die ruzie maken over alles, die geweld tegen elkaar gebruiken, die elkaar psychisch en fysiek onderdrukken. Dat is de hardheid van ons hart. Maar laten we ons richten op de belofte uit Ezechiël 11:19: “En Ik zal hun enerlei hart geven, en zal een nieuwen geest in het binnenste van u geven; en Ik zal het stenen hart uit hun vlees wegnemen, en zal hun een vlesen hart geven.” Laten we vasthouden aan Gods bedoeling van het huwelijk, maar laten we niet als Farizeeërs rechters willen zijn over de tekst. Ik heb geleerd, wat iemand vandaag overkomt, kan mij morgen overkomen! Liefde heft de rechtvaardigheid niet op, maar zij kan haar soms wel beter verklaren. Ik hoop dat sommige zaken iets duidelijk zijn geworden, maar onderzoek blijft ook wat dit betreft, nood-zakelijk!
PS. Het gaat naar mijn mening niet altijd om wat er letterlijk wordt gezegd, maar tegen welke achtergrond (context) iets wordt gezegd! Anders wordt het lastig om te zingen: “Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest”.
Met br. gr.
Ds. J. Hoekman
Dit artikel is beantwoord door
drs. J. Hoekman
- Geboortedatum:27-01-1962
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Urk
- Status:Actief