Omgaan met roddel
E. van Doorn | 1 reactie | 03-11-2016| 12:14
Vraag
Hoe ga ik om met roddel? Ik stel deze vraag omdat ik onlangs nogal heftig reageerde toen er iets zeer negatiefs over iemand werd verteld. Dit werd me op z'n zachts gezegd niet in dank afgenomen. Ben zelf een aantal jaren geleden slachtoffer geworden van een lelijke roddel en mij werd verteld dat je hier niets tegen kan doen, want de dader is bijna nooit te achterhalen, leg het maar naast je neer. Gelukkig weet de Heere ervan en dat heeft me toen gesterkt, maar dat neemt niet weg dat het gevolgen heeft voor mijn leven nu. Het lijkt wel of het een geaccepteerde zonde is, ook in de christelijke gemeente. Kan iemand mij vertellen wat te doen om weer vertrouwen te krijgen in je medemens?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Vooral je laatste zin bleef hangen toen ik je vraag had gelezen. Wat een beschadiging kan iemand oplopen door negatieve uitlatingen over iemand. Mooi om te lezen dat je weet dat God ervan weet en dat dat je heeft gesterkt, ondanks de gevolgen die je nu nog steeds ervaart.
Ik kan me goed voorstellen dat je heftig hebt gereageerd toen je meemaakte dat er iets zeer negatiefs over iemand werd gezegd. Vermoedelijk vloeide je heftige reactie voort uit je eigen negatieve ervaring en dat zou begrijpelijk zijn. Tegelijkertijd denk ik dat het goed is om je te realiseren dat de neiging om te roddelen (helaas) in onze menselijke natuur zit, waarmee ik het overigens niet goedpraat. Er schijnt zelfs een onderzoek te zijn waaruit zou blijken dat roddelen op een bepaalde manier goed kan zijn omdat mensen die een roddel over een ander horen, zichzelf daardoor beter gaan beschermen omdat ze denken: dit zou ook over mij kunnen gaan. Het kan dan werken als een soort reflectie op je eigen gedrag. Tot zover de mogelijk positieve effecten.
Met de negatieve effecten ben jij helaas bekend. Ik moest denken aan het Bijbelboek Spreuken, waarin volop wordt gewaarschuwd tegen laster. Ook Paulus waarschuwt daartegen.
Je bent je vertrouwen in je medemens verloren, schrijf je. Het is goed als je mensen aanspreekt wanneer je roddel hoort, maar probeer je daarbij niet te laten leiden door je eigen pijn. Of juist wel, maar benoem die pijn dan maar. Vertel degene die roddelt wat je is overkomen (je hoeft je niet helemaal bloot te geven, je mag jezelf beschermen) en dat je het moeilijk vindt als er negatiefs over iemand wordt gezegd, zonder degene die op dat moment roddelt, te veroordelen. Dan stel je je kwetsbaar op en loop je het risico opnieuw te worden gekwetst, omdat men het moeilijk kan vinden om met hun eigen gedrag te worden geconfronteerd, maar zo blijf je wel het dichtst bij jezelf en misschien geef je de ander stof tot nadenken.
Opnieuw vertrouwen krijgen in de medemens kan heel moeilijk zijn. Ik hoop dat het je lukt om in te zien dat de mensen die roddelen, mensen zijn die zondigen en God nodig hebben, net als jij en ik. We zijn niet perfect en maken fouten. De een maakt meer fouten met grote gevolgen voor een ander dan de ander, maar fouten maken we allemaal.
Jij kunt je medemens niet veranderen maar je kunt wel de eerste stap zetten in het maken van de keuze om de ander opnieuw te leren vertrouwen. Dat kan in eerste instantie een rationele keuze zijn, zonder dat het lukt om daarin je gevoel mee te krijgen. Maar zoiets kan wel weer groeien. Daar is moed en wijsheid voor nodig en ik wens je beide toe. Dit geeft geen garantie dat je nooit meer gekwetst of beschadigd zult worden en het kan goed zijn om jezelf wat meer te beschermen tegen roddel maar voorkomen kun je het niet volledig. Zolang we in deze gebroken wereld leven, zullen mensen elkaar pijn doen.
Ik wens je sterkte en Gods onmisbare liefde toe.
Hartelijke groet,
E. van Doorn
Dit artikel is beantwoord door
E. van Doorn
- Geboortedatum:24-09-1984
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Functie/specialisme: jongerenpastoraat
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Roddel heeft alles te maken met hoogmoed: ik ben beter dan jij.
Ik wil meer zijn dan ik ben, al gaat dat ten koste van mijn naaste.
Met de verlokking om meer te willen zijn, hebben Adam en Eva de satan gelooft: zij aten.
Dat machtige gevoel wat het geeft om boven een ander te staan, is volkomen tegenovergesteld aan wat Jezus van ons vraagt:
Leert van Mij dat ik zachtmoedig ben, en nederig van hart.