Lastige vraag over de hel
Ds. J.J. van Holten | Geen reacties | 28-10-2016| 11:54
Vraag
Ik zit met een lastige vraag. Een tijd geleden zei iemand tegen mij: mijn opa die geloofde, mijn oma niet. Dus nu moet ik geloven dat mijn opa naar de hemel toe is en mijn oma naar de hel?! Lastige vraag: wat moet ik hier mee? Ik zit dan aan de volgende antwoorden te denken:
1. Ja. Jouw oma is naar de hel. Iedereen die Jezus niet aanneemt als zijn of haar Verlosser gaat naar de hel toe. Dit vind ik logisch gezien kloppen:
a. Iedereen die Jezus niet aanneemt als zijn of haar Verlosser gaat naar de hel toe.
b. Zijn oma heeft Jezus niet aangenomen als haar verlosser.
c. Dus zijn oma gaat naar de hel toe. Dit lijkt mij te kloppen. Ik ga er hierbij dan vanuit dat zijn oma Jezus niet op haar sterfbed aangenomen heeft als haar Verlosser. En ook niet op een manier waarbij niemand het weet, maar het diep in haar hart toch zo is. Ik ga er dan vanuit dat zij Jezus totaal NIET heeft aangenomen als haar verlosser. Dan klopt deze redenering toch? Maar hoe dan met zo’n vraag om te gaan?
Moet ik gewoon zeggen: ja, inderdaad, dat is zo!? Vind ik hard. Maar goed. Het is dan hard, maar waar. Of: Ik mag niet op de troon van God zitten en daarom niet oordelen. Dat kan kloppen, maar dat vind ik een beetje laf. Want als iemand als christen sterft, dan zeggen we wel dat hij in de hemel is. Dan hebben we geen moeite mee om op de troon van God te zitten. Een ander antwoord, maar dan liefst wel een antwoord dat op de vraag in gaat en niet er tactisch omheen draait
2. Nee, jouw oma is niet naar de hel. Dit betekent dus dat Jezus niet de enige weg tot God is, maar dat er ook nog andere wegen zijn. Bij baby’s schijnt dit het geval te zijn. Zij nemen Jezus niet aan als Verlosser, maar komen volgens veel christenen in de hemel, omdat ze nog geen zonde hebben gedaan. Bestaan er nog zulke manieren (en klopt die gedachte?).
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Inderdaad een lastige vraag die je voorlegt via deze vragenrubriek. Voor ik toe kom aan een advies wat in dit soort gevallen het beste antwoord is wil ik eerst even en paar opmerkingen maken. Dat betreft in de eerste plaats een woord dat je veel gebruikt in je vraag. Het woord: Kloppen. Iets klopt wel of het klopt niet. En iets dat daarmee in je vraag nauw samenhangt is de logica. Uitgangspunt in de manier van denken die je in je vraag hanteert is dus: of iets logisch gezien klopt of niet klopt.
Daar wil ik eerst op in gaan. Want de Bijbel, en dat is in deze kwestie toch het uitgangspunt van ons denken en spreken en redeneren, de Bijbelse denkwijze is niet logisch. De Bijbelse denkwijze beweegt zich niet volgens de lijnen van de menselijke logica. Twee eenvoudige voorbeelden: 1. God is rechtvaardig en barmhartig. Hij is het allebei en allebei tegelijkertijd. Logisch gezien kan dat niet. Je bent in een bepaalde situatie of rechtvaardig of barmhartig. Of volgens de denklijn van de menselijke logica: A kan niet tegelijk niet-A zijn. 2. Jezus is waarachtig God en waarachtig mens. Hij is het allebei voor 100 procent en hij is het allebei tegelijk. Logisch geredeneerd kan dat niet. Zo zijn er nog talloze voorbeelden uit de Bijbel aan te halen.
Het Bijbelse denken is niet logisch maar complementair. Dat wil zeggen dat zaken die voor ons menselijk verstand logisch onverenigbaar zijn, in de Bijbel gewoon naast elkaar staan en blijven staan. Kort gezegd, de menselijk logica is ontoereikend om een antwoord te geven op de vraag die je opwerpt. Je krijgt dat logisch redenerend nooit kloppend.
Dat komt mede doordat het hier gaat om zaken die zich, je geeft dat zelf ook al aan, mogelijk of deels of helemaal aan onze waarneming onttrekken. We moeten accepteren dat God oordeelt over het eeuwig wel en het eeuwig wee van mensen. Niet wij! Ook al kunnen we soms ons hart vasthouden. Ook al kunnen we, gezien het leven van mensen, ons soms grote zorgen maken over hun eeuwige bestemming. Maar het laatste woord kunnen en mogen wij daar niet over zeggen. Zelfs niet in het geval dat iemand zichzelf van het leven berooft. Dat heeft niets te maken met ‘er om heen draaien’ of ‘lafheid’. Dat zijn zaken die voor God liggen en die voor ons mensen ten diepste verborgen zijn (de geopenbaarde dingen zijn voor de mensen, de verborgen dingen zijn voor de Heere zo leert de Bijbel).
Ik denk aan Jezus, als hem de vraag wordt voorgelegd: “Heere zijn er maar weinig mensen die zalig worden?” Wat zegt Jezus dan: “Strijd jij om in te gaan.” Met andere woorden: je hebt niets te maken met een ander, let veel liever op jezelf en of het met jou wel goed komt.
Ik maak bezwaar tegen het feit dat je in je vraag op gelijke hoogte spreekt over mensen die niet gelovig sterven en de mensen die in het geloof gestorven zijn. Dat komt denk ik ook weer voort uit je logische redering. Als iemand heeft getuigd in zijn of haar leven van de zekerheid van het geloof dan mogen we dat voluit zeggen. Dan mag dat getuigenis ook worden doorgegeven, ter bemoediging. Als we er echter niet zeker van zijn past ons om bovengenoemde redenen: terughoudendheid.
Eén en ander laat onverlet dat de prediking van de Bijbelse boodschap moet aandringen op geloof en bekering. Op levensvernieuwing en heiliging.
Tenslotte nog wat je noemt aan het einde van je vraag. Kleine kinderen die overlijden voor ze tot hun verstand gekomen zijn. Die worden niet zalig op grond van het feit dat ze nog geen zonde hebben gedaan. Ze zijn immers in zonde ontvangen en geboren (het voert te ver om hier de hele erfzondeleer te behandelen). De jonggestorven kinderen “van gelovige ouders”, van hen geloven we dat ze de zaligheid ontvangen op grond van het genadeverbond. Ook hier geen twee wegen tot de zaligheid want ook hier gaat het om het verbond van God met mensen, waarvan Jezus de Verbondsmiddelaar is.
Kortom. Bij vragen zoals je die opwerpt past terughoudendheid. Wij kunnen niet in Gods verborgen raad kijken. Wel moeten we het geopenbaarde Woord van God tot ons laten spreken op de manier zoals ik boven heb geprobeerd duidelijk te maken.
Ik hoop je hier wat te hebben aangereikt waarmee je verder komt.
Ds. J. J. van Holten, IJsselstein
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. van Holten
- Geboortedatum:22-12-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:IJsselstein
- Status:Inactief