Waarde van Talmoed voor christenen
prof. dr. M.J. Paul | Geen reacties | 21-10-2016| 10:56
Vraag
Aan dr. Paul. De Joden gebruiken, naast de Tenach, ook de Talmoed. Dat is de op schrift gestelde mondelinge Torah, wat ik heb begrepen. Nu staan er in de Talmoed zaken waar wij als christenen niet achter kunnen staan. Maar betekent dat dat de Talmoed helemaal geen waarde voor ons als christenen kan hebben? Kan het ons helpen om het eerste testament op bepaalde punten beter te verstaan?
Een voorbeeld is de straffen die in de Torah zijn genoemd. Als je die oppervlakkig leest, komen die nogal bruut over. Ik heb begrepen dat de Joden dat heel anders zien en dat daar nogal wat voorwaarden aan verbonden zijn, zodat (om een voorbeeld te noemen) de doodstraf slechts eens in de zeventig jaar is uitgevoerd. Die voorwaarden lees je dan niet zo in de Torah. Ook was Mozes 40 dagen bij God toen hij de Torah ontving. Daar is hij door God onderwezen. Het lijkt mij dat hij toen veel meer heeft geleerd dan dat wij alleen in de Torah lezen. Zal het dan zijn dat veel van wat Mozes heeft mondeling is overgeleverd?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Voor de duidelijkheid van de anderen die deze vraag lezen: Tenach is de Joodse aanduiding van het Hebreeuwse Oude Testament. De Talmoed kan onderscheiden worden in twee edities, de Babylonische en de Jeruzalemse Talmoed, beide uit ongeveer 600 na Christus. Ze geven een uitwerking van de Misjna uit ongeveer 200 na Christus. Je spreekt over het “eerste testament” en ik vermoed dat je die term beter vindt dan “Oude Testament”, een term die overigens pas eind tweede eeuw na Christus voor het eerst gebruikt werd.
God heeft in de omgang met mensen meer bekend gemaakt dan in de Bijbel beschreven staat. Het boek Genesis beschrijft een periode van duizenden jaren en is in allerlei opzichten erg beknopt. Het ligt voor de hand dat er allerlei mondelinge en schriftelijke tradities waren. Ook de ervaringen van Israël in de woestijntijd zijn slechts gedeeltelijk weergegeven in de boeken Exodus, Leviticus en Numeri. De Joden beroepen zich op de mondelinge overlevering, maar die is slechts voor een klein deel uit de tijd van Mozes. Het overgrote deel van de overleveringen en de discussies van rabbijnen betreft een veel latere tijd.
Het is moeilijk om de waarde van de Talmoed te bepalen. Voor de Bijbeluitleg zijn de oudere Joodse geschriften minstens zo waardevol. Denk aan Flavius Josephus, de Qumrangeschriften en de Targoems. Hier krijgen wij een beeld van de omgang van het Jodendom met de Schriften, en dat helpt ons beter het Nieuwe Testament (“tweede testament”) te begrijpen, zowel in de overeenkomsten als in de verschillen.
De tradities in de Misjna en de Talmoed kunnen soms behulpzaam zijn bij de uitleg van Bijbelgedeelten, maar ze zijn dat lang niet altijd. Dit komt doordat er veel nadruk wordt gelegd op wetten en regels en ook doordat het Bijbelgebruik vaak nogal parafraserend is en minder gericht is op de letterlijke uitleg dan wij gewend zijn.
Wat de straffen in de wetten van Mozes betreft: soms worden extreme voorbeelden genoemd, zoals dat ouders hun ongehoorzame zoon naar de oudsten brengen en dat de zoon gestenigd wordt (Deut. 21:18-21). De Joodse uitleg maakt duidelijk dat dit voorschrift nog nooit in praktijk is gebracht. De bedoeling van een dergelijk voorschrift is om ongehoorzaamheid afschrikwekkend voor te stellen en de Israëlieten aan te sporen te gehoorzamen. Dit blijkt ook uit de context in de Bijbel. In Deuteronomium ligt meer de nadruk op de aansporing tot gehoorzaamheid dan op de volledigheid van de bepalingen.
Het lezen van de Talmoed helpt om te zien hoe de latere Joodse interpretatie is, maar ik ken geen voorbeeld van een uitleg die met zekerheid teruggevoerd kan worden tot de tijd van Mozes. De mondelinge overlevering betreft vaak een soort jurisprudentie van wetsinterpretaties en is vooral bedoeld om het Joodse volk zich te laten aanpassen aan latere situaties. Zo is bijvoorbeeld van belang: wat moeten we doen met de offervoorschriften als er geen tempel meer is? Een deel van de Joden betreurt de schriftelijke vastlegging van de mondelinge Torah, omdat deze daardoor statischer wordt.
Ook moeten we beseffen dat vanaf de tweede eeuw na Christus het Christendom en het Jodendom steeds meer eigen wegen gingen en van elkaar vervreemden. Aan weerskanten is sprake van polemiek. Dit komt ook op sommige plaatsen in de Talmoed naar voren.
Ter afsluiting geef ik het advies vooral Bijbelverklaringen van Messiasbelijdende Joden te raadplegen. Zij geloven in Jezus als de Messias. Zij kennen de Joodse overleveringen uit veel meer bronnen dan alleen de Talmoed en zij verwerken die in hun uitleg van de Schriften. Zie bijvoorbeeld David H. Stern, “Jewish New Testament Commentary” (1992).
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook: