God dienen uit eigenbelang
Ds. C. Harinck | Geen reacties | 20-10-2016| 13:15
Vraag
Beste ds. Harinck. Ik las pas in uw Catechismusverklaring de preek over Zondag 1. Daarin staat dat het de wedergeboren mens niet te doen is om de hel te ontgaan of de hemel te verkrijgen, maar om de eer van God. Dus al was er geen straf of geen beloning, dan nog zouden we voor God willen leven. Toch vind ik dat lastig te scheiden. Ik moest denken aan De Christenreis van John Bunyan, waarin het in het begin gaat over het “ontvlieden van de toekomende toorn” of de uitspraak “geef mij Jezus of ik sterf, want buiten Jezus is geen leven maar een eeuwig zielsverderf”. Daaruit maak ik op dat het “zich verloren weten buiten Christus” (en dus het oordeel) toch een motief is om ernstig te zoeken naar vergeving en weer in de gemeenschap met God hersteld te worden. Is het verkeerd als deze ernst, een drijfveer (motief) is om God te zoeken? Is het een voorwaarde van ‘oprecht zoeken’ dat het de eer van God op het oog heeft? Of kan het samen gaan met het bovenstaande? Kan het zijn dat de eer van de Heere steeds belangrijker wordt (groeit) gedurende het Christenleven en dat het begin meer gericht is op verzoening met God? Deze vragen kwamen (opnieuw) bij me naar boven, hopelijk kunt u er op in gaan.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Allereerst moet ik zeggen dat in mijn Catechismusverklaring wel staat dat het niet moet gaan om de hemel te beërven of de hel te ontgaan, maar dat het ons om God Zelf te doen moet zijn. Maar ik zeg niet dat het alleen om Gods eer moet gaan. We moeten God díenen omdat Hij dat zo waardig is. Dat beklemtoon ik. Ik ontken niet dat het ook om onze zaligheid en behoud gaat. Maar de dienenswaardigheid van God moet ons het meeste trekken in ons zoeken naar de Heere.
Goed, nadat dit gezegd is, wil ik ingaan op uw probleem. U zegt het dienen van God om wie Hij is en het zoeken van de straf te ontgaan moeilijk van elkaar te kunnen scheiden. Ik wil reeds zeggen: dat hoeft ook niet. U vraagt verder of het niet verkeerd is om te zoeken naar eigen behoud? U meent dat het zich verloren weten toch een motief is om ernstig naar vergeving te zoeken. U hebt in deze dingen volkomen gelijk. Ik ontken dit ook niet, vandaar dat ik toch even recht wilde zetten dat ik niet zeg dat het alleen om Gods eer moet gaan en niet om ons behoud. Ik zeg dat het niet in de eerste plaats moet gaan om hemel of hel, maar om God Zelf. God moet gezocht omdat Hij onze liefde zo waardig is, maar dat sluit niet uit dat we Hem zoeken om gered te worden van de straf der zonde. Eigen behoud is inderdaad een motief om genade bij God te zoeken. De stokbewaarder vroeg niet: Hoe komt God aan Zijn eer, maar wat moet ik doen om gered te worden van de verdiende toorn.
Men hoort wel eens zeggen: Je moet Gods eer, Gods deugden liever hebben dan je eigen zaligheid. Maar dat zijn onschriftuurlijke opvattingen. Je bent dan bezig de mens te ont-mensen. Het zijn zaken afkomstig uit de mystiek en niet uit de Schrift. Men leerde in de mystiek de zelfverzaking, zelfs tot in inferno. Maar dat is onbijbels en ook tegen onze natuur . Het is natuurlijk om in gevaar behoud te zoeken. God veroordeelt dit niet. Hij ontmenst ons niet. Het wordt zelfs door Hem opgewekt. De Heilige Geest maakt de zorgeloze mens bekommerd over zijn zaligheid. Hij leert ons zoeken naar behoud. En voor een mens die God lief heeft gekregen is er niets ergers dan verloren te gaan en God eeuwig te moeten missen. Het is een andere zaak dat een mens zijn strafwaardigheid gevoelt en billijkt dat God rechtvaardig zou zijn, indien Hij ons zou verstoten. Ook zullen we bekennen dat onze zonden de eeuwige dood verdienen. Maar er is altijd een roepen: O God, wees mij zondaar genadig! En: Wat moet ik doen om zalig te worden?
Wanneer men zo beklemtoont dat je Gods deugden liever moet hebben dan je eigen zaligheid, ziet men een belangrijke zaak over het hoofd. Men doet het dan voorkomen alsof Gods eer en onze zaligheid niet met elkaar te verenigen zijn en dat het het één of het ander is. Men heeft het Evangelie dan nog niet begrepen. Het is de kern van het verlossingplan, dat Gods eer en deugden en de redding van een strafwaardig zondaar in Christus niet meer strijdig zijn met elkaar. Gods wijsheid heeft deze weg gevonden. God wordt in en vanwege Christus verheerlijkt in al zijn deugden in het zaligen van zondaren. Hij kan nu met behoud van Zijn rechtvaardigheid de zondaar vergeven, want Zijn rechtvaardigheid is reeds in Christus voldaan. Zo lezen we in Psalm 85: “De goedertierenheid en waarheid zullen elkander ontmoeten;de gerechtigheid en vrede zullen elkander kussen.” Wat je dus zegt over Bunyan is terecht. Vooral in het begin van de bekering, als de schuld en verlorenheid wordt ingeleefd, is er een zoeken naar behoud. Later zal men meer ook krijgen voor de wijsheid van het verlossingsplan, waarin voor ons twee onverenigbare zaken in Christus samenvloeien, namelijk Gods eer en ons behoud.
Ik hoop dat je het zover begrepen hebt en vooral het verlossingsplan mag aanbidden, waarin geleerd wordt dat er bij God nu niets meer in de weg staat om een schuldig zondaar te vergeven. Zijn rechtvaardigheid is dan alrede in Christus voldaan. “Want Hij, Die geen zonde gekend heeft, heeft God zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem.” We naderen de Hervormingsdag, wat ons herinnert aan Luthers spreken over de ongelijke ruil tussen het onschuldige Godslam en de schuldige zondaar. Daar bevindelijk kennis aan te hebben is veel meer waard dan al die gewichtige uitdrukkingen over Gods eer liever hebben dan je zaligheid.
Ds. C. Harinck
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Harinck
- Geboortedatum:09-04-1933
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Bekijk ook: