Bijbelvertaling van 1951
Ds. K. van den Geest | 2 reacties | 13-08-2016| 09:57
Vraag
Zijn er na 2004 nog redenen om te kiezen voor de NBG-vertaling van 1951? Dat er indertijd in bepaalde gemeenten voor is gekozen niet langer uit de Statenvertaling te lezen, begrijp ik, daarover gaat mijn vraag niet. Er zijn andere handschriften en meer kennis over de oude talen van die handschriften. Maar het verbaast mij dat er nu in sommige kerken (voor mijn gevoel voornamelijk NGK, CGK) uit wordt gelezen. Wat heeft deze vertaling uit 1951 dan 'voor' op de NBV uit 2004?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
De laatste vraag begrijp ik niet helemaal. Er zijn voor een aantal kerken die kozen voor de NBV 2004 geen redenen meer om terug te gaan naar de vertaling van het NBG 1951. Deze laatste heeft geen ‘voors’ meer ten opzichte van de NBV 2004. Om dat toe te lichten wil ik iets zeggen over de ‘doelkant’ van Bijbelvertalingen en iets over de ‘bronkant’. Met andere woorden: een vertaling heeft een doel of doelgroep, waarbij je moet denken aan de lezers van nu, voor wie de vertaling vooral streeft naar begrijpelijkheid of verstaanbaarheid. Een vertaling heeft ook een bron of brontaal, de talen waarin de handschriften van de Bijbel oorspronkelijk geschreven zijn, handschriften in het Hebreeuws/Aramees voor het Oude en het Grieks voor het Nieuwe Testament (maar dit zal de vraagsteller bekend zijn).
1. Doeltaal of -groep: Dat er in 2004 een nieuwe Bijbelvertaling verscheen, was vooral omdat de vertaling van het NBG 1951 verouderd was. Dat betreft dan vooral het taalgebruik. De Nederlandse taal ontwikkelt zich voortdurend in het alledaagse taalgebruik. Daardoor ontstond er vooral voor jongere mensen een gevoel van vervreemding ten opzichte van de taal van de vertaling NBG 1951. Daar kun je vele voorbeelden van noemen, ik volsta met twee. “Zoon des Mensen” is ouderwets taalgebruik, omdat we in onze huidige taal nauwelijks meer naamvalsvormen gebruiken; dit werd dus “Zoon van de Mens”. “Goedertierenheid des HEREN” is niet alleen vanwege de naamvalsvorm, maar ook vanwege het woord goedertierenheid geen eigentijds Nederlands meer. Het werd “de trouw van de HEER.”
Vooral kerken die veel waarde hechten aan het overbrengen van de boodschap aan nieuwe generaties en nieuwe gelovigen, hebben de vertaling NBV 2004 in gebruik genomen (veel PKN-kerken, GKv, NGK, sommige CGK-kerken). Op een vertaling valt altijd veel af te dingen, zo ook op deze. Vertalen betekent altijd, dat je iets ‘wint’ (verstaanbaarheid), maar ook onvermijdelijk iets kunt verliezen (overeenstemming met de grondtekst, deze kan niet altijd optimaal zijn, maar gestreefd wordt naar het maximale). Maar voor deze kerken was de ervaring van veel jongeren dat ze de Bijbel niet meer begrepen dusdanig alarmerend en doorslaggevend, dat men niet lang aarzelde om over te gaan op deze nieuwe vertaling. Omwille van de verstaanbaarheid en het effectief communiceren van de boodschap dus. Om diezelfde reden had men al veel langer geleden afscheid genomen van de Statenvertaling (rond 1951 dus), die nog veel verder af staat van de taal en beleving van mensen van nu, anno 2016. Het taalkleed zelf is niet heilig, de inhoud of boodschap is dat: het evangelie over Jezus Christus. Daar gaan deze kerken dus voor: effectief overdragen van de inhoud.
2. Bron/brontaal: Zoals gezegd: bij vertalen verlies je altijd ook iets. Met het oog op de doelgroep win je aan verstaanbaarheid, maar de afstand tot de brontekst kan hier en daar soms wat groter zijn. Maar dat geldt voor alle vertalingen, ook de vertalers van de SV moesten destijds al zo hun keuzes maken om een en ander adequaat te vertalen. Nu is het zo dat aan de vertaling NBG 1951 een andere teksttraditie ten grondslag ligt dan aan de SV. Tekstgeleerden (dat is niet mijn vak) waren van mening dat de handschriften waarvan men uitging voor NBG 1951 ouder en beter waren. De SV ging uit van een grote meerderheid van handschriften, echter van latere tradities. Tussen tekstgeleerden en theologen is veel debat gevoerd over welke teksttraditie de betrouwbaarste is. Gereformeerde theologen kozen vaak voor die meerderheidstekst (dus die ten grondslag ligt aan de SV). Een duidelijk voorbeeld van wat dit betekent vind je in Marcus 16, waarvan ‘modernere’ tekstgeleerden zeggen dat het niet oorspronkelijk is, terwijl de oudere geleerden (ook die werkten aan de SV) het zonder meer tot de traditie van Gods Woord rekenden. Voor de vertaling NBV 2004 heeft men zich gebaseerd op dezelfde teksttradities als bij de NBG 1951. Dit is in de NBV te zien in de voet- of eindnoten, waar men deze keuzes min of meer verantwoordt.
Dit zou kunnen betekenen, dat gereformeerde theologen en kerken voorkeur zouden hebben voor de SV, en mogelijk daarna voor de HSV (Herziene St. Vert.). Deze laatste kwam voor genoemde kerken echter te laat in beeld. Men was toen al betrokken bij de totstandkoming van de NBV 2004 en dat proces was al zo ver, dat men heeft afgezien van terugkeer naar de SV. De HSV heeft een goed eigentijds Nederlands taalgebruik, maar inmiddels was in genoemde kerken de NBV al zo goed als in gebruik genomen.
Ik hoop hiermee de vraagstelling zo goed mogelijk en toch in kort bestek te hebben beantwoord. Mocht dat niet het geval zijn, dan wil ik gerust nog verdere informatie geven, maar men kan ook terecht bij het Nederlands Bijbelgenootschap, waar men de kennis en deskundigheid in huis heeft waarover ik slechts in afgeleide zin beschik.
Ds. K. van den Geest
Dit artikel is beantwoord door
Ds. K. van den Geest
- Geboortedatum:12-10-1957
- Kerkelijke gezindte:Nederlandse Gereformeerde Kerken
- Woon/standplaats:Deventer
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
.
vraagsteller,ster
U kunt geen motief bedenken waarom de vertaling 1951niet geruild is voor
n.b.v 2004. daar valt nog wel wat op te zeggen, ik mag aan nemen dat u
naast lezen ook wel eens bidt o.a het Onze Vader,met de toevoeging
de lof prijzing want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid
tot in eeuwigheid Amen. de onderbouwing van deze lofprijzing vindt u in
Matth 6. Nu heeft me''n in de n.b.v de hele lofprijzing geschrapt.
Nu kan ik niet begrijpen dat na zoveel eeuwen bijbel vertalingen juist in de
n.b.v.de onderbouwing van de lofprijzing weg moet,terwijl iedereen het wel
blijft bidden.Nog een ander punt maar dat is persoonlijk,
de naam Heere ,is nu Heer ,daar kan ik niet aan wennen, en velen met mij