Bidden en profeteren

Ds. M. Baan | Geen reacties | 01-10-2001| 00:00

Moet ik een hoofdbedekking dragen tijdens de gemeentelijke diensten, ook als ik niet bid en profeteer? 1 Kor.11. En waarom dragen Joodse mannen wel een hoofddeksel als ze bidden en christelijke mannen niet?

De vraag of dames een hoofdbedekking moeten dragen tijdens het bidden of profeteren valt in twee afzonderlijke vragen uiteen. De eerste vraag is de vraag naar de hoofdbedekking. Die vraag heeft te maken met 1 Korinthe 11:10. De tweede is de vraag naar het bidden en profeteren en die heeft te maken met 1 Korinthe 11:5. Misschien is het het gemakkelijkste en het meest logische om met de laatste vraag te beginnen: bidden en profeteren.

De combinatie bidden en profeteren heeft alles te maken met de eredienst van de gemeente in de dagen van Paulus. In die samenkomsten werd er gebeden. Dat is vandaag de dag nog niet anders in een kerkdienst. Denk alleen maar even aan de gezamenlijke voorbeden. Het profeteren, dat er plaatsvond in de eredienst heeft niet zozeer betrekking op het profeteren door profeten, zoals we daarover lezen in het Oude Testament. Maar dit heeft alles te maken met de Woordverkondiging, die door Paulus ook op diverse plaatsen in zijn brieven aangeduid wordt met profeteren. De strekking van 1 Korinthe 11:5 is daarmee duidelijk: een vrouw dient in een kerkdienst het hoofd gedekt te hebben.

Maar dat gezegd hebbende roept dat uiteraard de vraag op: en waarom is dat dan zo nodig. Welnu, daarop geeft 1 Korinthe 11:10 een antwoord. Daar staat dat de vrouw een "macht" op het hoofd moet hebben. Nu heb ik nooit kunnen begrijpen, wat een macht op iemands hoofd is. Ik zou er beslist geen tekening van kunnen maken. Maar in de grondtaal staat dan ook iets, wat niet allereerst "macht" betekent. Volgens bepaalde woordenboeken is "macht" pas de vierde betekenis van dat woord. Wat het gewoonlijk betekent? Heerlijkheid! Maar ja, wat een heerlijkheid op je hoofd is, dat is nu ook weer niet meteen duidelijk, nietwaar? Dat zal dan ook wel de reden zijn geweest, dat onze statenvertalers gegrepen hebben naar dat woord "macht", omdat dit wellicht in hun oren het minst vreemd klonk! Toch moeten we voor de juiste uitleg naar de oorspronkelijke betekenis terug: de vrouw dient een heerlijkheid op het hoofd te dragen om der engelen wil! En wat is dan heerlijkheid? Nou, dat woord komen we al op verschillende plaatsen tegen in het Oude Testament. Dan staat er bijvoorbeeld dat er tijdens de woestijntocht van het volk Israël de heerlijkheid des Heeren verscheen boven de tabernakel. Vroeger bij de bijbelse vertellingen op school beeldde de schoolmeester dat uit als de verschijning van een lichtgevende wolk. Dat was zo verkeerd nog niet! Want de heerlijkheid des Heeren betekent in de Bijbel de lichtglans van Gods majesteit! Diezelfde heerlijkheid des Heeren verscheen ook bij de herders in de velden van Efratha. Toen de engel met zijn boodschap aangaande de geboorte van Christus verscheen, omscheen de heerlijkheid des Heeren hen. Let wel: hen! Dus die engel plus die herders! Een lichtglans vanuit de hemel viel over het ganse tafereeltje. En wat beduidde die heerlijkheid des Heeren als ze verscheen? De majesteit, de heiligheid en de nabijheid van God. Als Christus geboren wordt, als het Woord vlees wordt, dan komt in deze Zone Gods de majesteit en de heiligheid van God nabij!

Welnu, de zaak wordt symbolisch afgebeeld in het leven der gemeente: de vrouw draagt iets op het hoofd dat de heerlijkheid voorstelt. Wat is dat dan? Van oude tijden af: een hoofddeksel. Zo verschijnt zij in de vergadering der gemeente. Maar wat is dan de zin daarvan? Zij, als vrouw, is onder de heerlijkheid Gods. Onder Christus! En de vrouw is, volgens een ander gangbaar Bijbels beeld, afbeelding van de bruid van Christus: de gemeente. Dus binnen de gemeente beeldt de vrouw de plaats af, die deze gemeente mag innemen onder Christus! Zoals de gemeente Christus onderdanig is, zo is ook de vrouw onder het hoofddeksel, onder de heerlijkheid des Heeren. Een hoofddeksel voor de vrouw heeft dus helemaal niets te maken met wat "netjes" is, maar het is een afschaduwing van de verhouding tussen Christus en Zijn kerk!

De man draagt in de gemeente niets op het hoofd. Dat vinden we allemaal heel gewoon. Zelfs mannen die met hoed of pet de kerk binnenwandelen, zetten die bij het betreden van het Godshuis af! Toch is dit maar niet een uiting van eerbied voor de Heere en Zijn huis, dit alles is minder gewoon dan het lijkt! Hoe zit dat dan? Vanouds is een hoofdbedekking voorschrift geweest onder de Joden. Nog zie je bij de klaagmuur in Jeruzalem geen enkele man zonder hoofdbedekking. Toeristen die er toch zonder bedekking van het hoofd zouden willen rondwandelen, die krijgen een kartonnen keppel uitgereikt: helemaal gratis en voor niks! Waarom? Omdat de hoofdbedekking voor de man in het Jodendom heel wezenlijk is. Het is een erezaak voor de Jood. Hij is immers een nazaat van Abraham? Een lid van het uitverkoren volk der Joden? En als zodanig wil hij duidelijk zichtbaar gesteld zijn onder de wet van Mozes! Dat beeldt zijn hoofddeksel dan ook af: ik ben onder God en Zijn wet. In de christelijke gemeente gaat die hoofdbedekking af. Om het met de apostel Paulus toe te lichten: we zijn niet meer onder de wet, maar onder het Evangelie. Wèg hoed! De man mag daar beelddrager zijn van Christus Zelf! Zo draagt dus in de gemeente Gods de man niets op het hoofd en de vrouw een bedekking! Nee: een heerlijkheid! Dat alles is geen wet. Maar een geweldig voorrecht!

Ds. M. Baan

Lees ook: Bidden en profeteren (2)

Dit artikel is beantwoord door

Ds. M. Baan

• Geboortedatum:
  16-02-1946
• Kerkelijke gezindte:
  PKN (Hervormd)
• Woon/standplaats:
  Veenendaal
• Status:
  Actief

118 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven