Teveel om voor te bidden
Ds. G.K. Terreehorst | Geen reacties | 23-05-2016| 12:16
Vraag
Soms als ik bid, wil ik God zoveel vertellen dat ik er soms bijna tegen op zie, maar aan de andere kant wil ik het zo graag allemaal vertellen. Ook is het zo dat ik soms zoveel zonden in mijn leven zie dat het onmogelijk is om alles bij naam te noemen. Ook vind ik het moeilijk om na het belijden van mijn zonden weer verder te gaan. Ik kan er zo over blijven malen, waarom ik dat nu heb gedaan en dat ik zo graag terug zou willen om het niet te doen. Hoe ga je daar mee om?
Antwoord
Beste vragensteller,
Hartelijk dank voor je persoonlijke vragen. Uit de vragen blijkt dat je werkelijk bezig bent met het gebed. Het gebed is voor jou niet iets wat erbij hangt of het vaak vergeten sluitstuk, maar heeft werkelijk betekenis. Wat is het mooi om met de Heere te leven en dagelijks alles wat je bezighoudt bij Hem te mogen brengen. Tegelijk leven er rondom dit thema bij jou nog vragen. Ik heb je vragen maar even in drieën geknipt.
Ten eerste de vraag wat je God allemaal mag en moet vertellen in het gebed. Nergens in de Bijbel lezen we dat er dingen zijn die we niet aan God mogen vertellen of dat Hij niet naar ons wil luisteren. Heel je hart mag je voor God uitstorten (Ps. 62:9), voortdurend mag je bidden en danken (1 Thes. 5: 17-18). Wat niet mag is dat je bewust bepaalde zaken (zonden) achterhoudt. Veel mensen hebben één bepaald stukje in hun leven waar God niet mag komen. Dat mag niet, kan niet en hoeft ook niet (Ps. 32). Je mag alles vertellen, maar dat hoeft natuurlijk niet. Het is belangrijk om te bedenken wat je doet in het gebed. Een voorbeeld om dit duidelijk te maken. Als je een dag bent weggeweest en van alles hebt meegemaakt dan kun je dat ’s avonds in alle geuren en kleuren aan je vriend of vriendin vertellen. Je moet alles vertellen want hij/zij was er immers niet bij. Anders is het wanneer je samen een dag bent weggeweest. Dan kun je ook napraten over wat je hebt meegemaakt, maar het is een heel ander gesprek. Bidden heeft meer te maken met het tweede soort gesprek, dan met het eerste. Bidden is niet (met eerbied gesproken) God bijpraten, maar het is een moment waarop je samen met de Heere mag terugzien op de achterliggende dag en mag vooruitzien op de nieuwe. Hij was erbij in de achterliggende dag en zal erbij zijn in de komende dag. Je mag Hem danken voor het goede, vergeving vragen voor het verkeerde en Zijn hulp afsmeken voor wat moeilijk is. Je hoeft het ook niet ‘op te sparen’ voor ’s avonds. Ook gedurende de dag mag je Hem elk moment aanroepen en betrekken bij je dagelijks werk.
Ten tweede de vraag hoe je om moet gaan met het belijden van je zonden in het gebed. Het is belangrijk om zonden concreet te noemen. Vooral zodat je zelf bewust bent van de zonden die je hebt gedaan. Gedachteloos bidden “vergeef mijn zonden” is natuurlijk geen oprecht gebed. We zagen net al dat je de zonden ook niet mag verzwijgen. Psalm 32 laat dit schitterend zien! Je mag je zonden niet verzwijgen, maar dat hoeft ook niet. Je gaat in het gebed tot een God die bereid is te vergeven! Wanneer je bewust zonden verzwijgt, kan God ze ook niet vergeven (1 Joh. 1:8-2:2). Tegelijk is het niet nodig om elke zonde tot in detail te belijden. Dat is ook onmogelijk. Luther dacht lange tijd dat hij elke zonde moest opbiechten en er boete voor moest doen, omdat ze anders niet vergeven konden worden. Hij liep daar volledig mee vast. Toen ontdekte hij dat God de zonden vergeeft door het werk van Jezus Christus. Wie gelooft in Christus mag weten dat alle zonden zijn vergeven; de zonden van gisteren, de zonden van vandaag en zelfs de zonden van morgen. Dit is geen vrijbrief om door te zondigen, maar laat wel zien dat vergeving gelukkig niet staat of valt met de volledigheid van onze belijdenis.
Ten slotte stel je een vraag over het verder te gaan nadat je je zonden hebt beleden. Werkelijk berouw brengt met zich mee, dat je het liefst terug wil en het over wil doen. Dat kan niet, maar dat hoeft ook niet. Als je de Heere Jezus kent, zijn je zonden immers vergeven! Ik proef uit je woorden dat je nauwelijks kunt geloven dat je zonden echt vergeven zijn. We moeten inderdaad nooit licht denken over vergeving. Om jouw zonden te kunnen vergeven (ook de ‘kleintjes’) moest Gods geliefde Zoon onnoemelijk lijden aan het kruis. Maar toch is het waar: God vergeeft zondaren! God belooft dat Hij de zonden zal werpen in een oneindig diepe oceaan (Mich. 7:19). God belooft dat Hij de zonden oneindig ver weg zal doen (Ps. 103:12). Hij belooft dat wie de zonden belijdt zeker mag zijn van vergeving (1 Joh. 1:9). Voor wie geen idee heeft van de ernst van de zonde zijn dit geen bijzondere beloften. Wie denkt wel aardig goed bezig te zijn, zal gedachteloos dergelijke teksten lezen. Wie beseft hoe vreselijk het is wat hij/zij God aandoet, gaat het wonder van deze belofte inzien. Je kan het nauwelijks geloven... Toch is het zo, want God zegt het! Het is een belofte waar je telkens naar mag teruggrijpen. Doe elke keer je Bijbel weer open zoek Micha 7 vers 19 en Psalm 103 vers 12 op en lees het opnieuw! Geloof God op Zijn Woord!
Ik hoop dat je vragen zo een beetje beantwoord zijn. Vergeet nooit dat je dat deze zaken ook bij de Heere Zelf mag neerleggen. Zoek Hem in het gebed en luister naar Zijn stem in het Woord. Vergeet vooral niet om God elke dag te danken. Dat is Hij zo waard!
Kand. G. K. Terreehorst
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.K. Terreehorst
- Geboortedatum:23-05-1986
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:IJsselstein
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: