Zonde begeren en zonde doen
Ds. W. Pieters | 1 reactie | 23-04-2016| 11:43
Vraag
Is zonde begeren en zonde doen hetzelfde?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Wanneer Jezus zegt dat iemand in zijn hart al overspel heeft gepleegd, wanneer hij alleen nog maar begerig naar een vrouw heeft gekeken, is dan het begeren net zo erg als het doen? En andersom: maakt het dan ook niet meer of je een begeerde zonde doet of niet? Een ander voorbeeld is wat de Catechismus schrijft als uitleg van het zesde gebod in de vragen en antwoorden 105-107: Wat eist God in het zesde gebod? Dat ik mijn naaste niet met gedachten, ook niet met woorden of enig gebaar, veel minder met de daad, door mijzelf of door anderen onteer, haat, verwond of dood. Maar dat ik alle wraakzucht afleg; ook mijzelf niet verwond of moedwillig in enig gevaar begeef. Daarom ook draagt de overheid het zwaard om de doodslag te weren. Maar dit gebod schijnt alleen over doodslaan te spreken? Wanneer God de doodslag verbiedt, leert Hij ons dat Hij de wortel van de doodslag haat, zoals nijd, haat, toorn en wraakzucht, en dat Hij dit allemaal voor doodslag houdt. Maar is het genoeg dat wij onze naaste, zoals gezegd is, niet doden? Nee, want wanneer God de nijd, haat en toorn verbiedt, gebiedt dat wij onze naaste liefhebben als onszelf, en aan hem geduld, vrede, zachtmoedigheid, barmhartigheid en alle vriendelijkheid bewijzen; zijn schade, zoveel als ons mogelijk is, afkeren, en ook onze vijanden goeddoen.
Als haat ook overtreding is van het zesde gebod, is dan de gehate persoon vermoorden hetzelfde? Iedereen begrijpt dat dit niet het geval is. Al is in Gods oog de wortel van doodslag, overspel, diefstal of leugen niet los van de daad van doodslag, overspel, diefstal of leugen, toch is het én in de burgerlijke wetgeving (en straf) én in onze verhouding tot God nog niet hetzelfde. Aan de ene kant kunnen we zeggen dat de minste zondige lust ons strafwaardig maakt voor God (en dat is: doemwaardig!), maar aan de andere kan geldt ook dat de Heere Zelf onderscheid maakt in zwaardere straffen en lichtere straffen. Drie voorbeelden van verschil in straf zijn:
a. In Mattheüs 11 vers 22 en 24 zegt Jezus: “Het zal voor Tyrus en Sidon verdraaglijker zijn in de dag van het oordeel, dan voor u.” “Het zal voor het land van Sodom verdraaglijker zijn in de dag van het oordeel, dan voor u.”
b. In Lukas 12 vers 47-48 zegt Jezus: “De dienstknecht die de wil van zijn heer heeft geweten en niet overeenkomstig zijn wil heeft gedaan, die zal met vele slagen worden geslagen. Maar wie deze wil niet geweten heeft, en gedaan heeft wat slagen waardig is, die zal met weinig slagen worden geslagen. En van een ieder aan wie veel gegeven is, zal veel geëist worden.”
c. In 2 Korinthiërs 5 vers 10 schrijft Paulus: “Wij allen moeten geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus, opdat een ieder wegdraagt, wat door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.”
Duidelijk is dat er onderscheid is in straf, en dit in overeenstemming met het onderscheid in overtreding. Zo mogen we ook de gevolgtrekking maken dat er onderscheid is in de opwelling tot onkuisheid en het voltrekken van de daad; het voelen van wrok en het uitvoeren ervan in een moordaanslag. Heel nadrukkelijk staat in de laatst genoemde Schriftplaats ‘wat door het lichaam geschiedt’. Het gaat daar dus over de daad en niet over de eerste gedachte of opwelling.
Maar hoe het ook moet of mag worden uitgelegd, in ieder geval is de gevolgtrekking zeker fout om dan de daad ook maar te doen omdat de begeerte er al is geweest (vooral op seksueel terrein). Wie zo denkt, kan zich bij mijn weten niet op de Heilige Schrift beroepen. Wat God ons in Zijn Woord wél leert, is: weersta de duivel (en de zondedaad, denk ik dat we erbij mogen schrijven), en hij zal van u vluchten. Ook lezen we in 2 Timotheüs 2 vers 19: “Laat een ieder die de Naam van Christus noemt, afstaan van / afstand houden van ongerechtigheid.”
Beter dan op een hellend vlak verder te gaan, is: onze zondige gedachte of begeerte aan de Heere belijden en verzoening zoeken in het zo volkomen offer van onze Middelaar. Waarom zouden we de zondebegeerte omzetten in een zondedaad? Hebben we dan geen smart over die aangeboren verdorvenheid, waaruit de zonde steeds voortspruit als uit een giftige wortel, opborrelt als uit een bittere bron?
Ik wijs u een betere weg dan met de schijn van rechtzinnigheid zondedaden goed te praten: keer u tot uw hemelse Vader in vertrouwen op Zijn vergevingsgezindheid en op de vernieuwende kracht van de Heilige Geest!
Ds. W. Pieters
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Pieters
- Geboortedatum:27-06-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Elspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
website: dspieters.refoweb.nl
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
De SV BMU vermeld daarbij: "De wet zelf is niet zondig, maar door de wet leer ik de zonde kennen en de begeerlijkheid als het begin van de zonde.
De SV KTB vermeld daarbij in KT26: "Hier wordt de begeerlijkheid genomen voor den grond van alle kwade begeerten en voor de eerste bewegingen derzelve. Want de begeerlijkheid waar wij in bewilligen, wisten ook de heidenen wel dat zonde was; maar deze eerste bewegingen tot het kwaad hielden zij voor geen zonde, gelijk ook niet de Farizeën, waaronder Paulus geweest was. "