Daar moet je uitverkoren voor zijn
Ds. W. van Weelden | Geen reacties | 21-04-2016| 10:32
Vraag
Pas vroeg mijn vriendin aan mij: “Wat wil jij later worden? En wat wil je betekenen voor de wereld?” Eerst keek ik haar een beetje vreemd aan want ik snapte haar vraag niet. Ik zei: “Nou ik zou graag juf of dierenarts willen worden.” Nee zei ze, ik bedoel wat zou je wensen? Nou zei ik: “Het lijkt me heel mooi om het evangelie in verre landen te brengen.” Ze zei toen: “Ik wil graag gelukkig worden (ook in het geloof) en dat als ik later terugkijk op mijn leven dat ik blij ben en me ergens 100 procent voor in heb gezet in de wereld.” Ik zei toen: “Je kan je als je wilt je 100 procent voor je geloof inzetten. En dan hoef je nog niet eens zo je best te doen.” Toen zei ze, en daar was ik al bang voor: “Nee hoor, daar moet je uitverkoren voor zijn.” Ik zei: “Maar je kan toch zoeken? Wie zoekt zal vinden.” Toen zei ze: “Maar je kan van jezelf niks doen, dat staat in de Bijbel.” Nu komt mijn vraag: Ik heb het met wat ze zegt heel moeilijk. Want het is waar en toch niet. Je kan zoeken. Hoe kan ik dan uitleggen dat je wel kan zoeken en er zelf wel wat voor kan doen?
Antwoord
Deze situatie tekent een misverstand in het hart van beide vrouwen. Ze zijn goed met elkaar en dat is een groot goed. Daarmee komen ook de zaken die diep in het hart verborgen liggen aan de oppervlakte. Wat ik hoor is dat dit verwarring geeft aan beide kanten.
Laat ik beginnen met het aanwijzen van twee misvattingen. De ene vriendin zegt dat je uit jezelf niets kunt doen met het oog op de zaligheid en de ander vraagt verrast “maar je kan toch zoeken?” Hier is kortsluiting aan beide zijden.
In de Bijbel staat heel duidelijk en onontwijkbaar dat de mens dood is in zonden en misdaden. Dit betekent dat er in onszelf en vanuit onszelf geen weg tot zaligheid ligt. Van hieruit is de gedachte dat een mens moet zoeken een doodlopende weg. Er valt niets te zoeken. Wie heeft de kracht om uit de dood op te staan? De zaligheid is een eenzijdig werk Gods. Daar komt de mens niet aan te pas. De kortsluiting ligt dus in de activiteit van de mens. De ene vriendin heeft daar geen enkel vertrouwen in.
De andere vriendin staat verbaasd bij zoveel passiviteit. Dit is niet wat zij in het Woord hoort. Ze valt het bij, maar niet als een beslissend woord. Ze worstelt met de stelligheid van haar vriendin. En daar heeft ze gelijk in. Want “dood in zonde en misdaden” betekent niet dat een mens niets kan doen. De activiteit ligt niet op het vlak van de zaligheid. Het werken is geen verdienste dat wij mensen op ons conto kunnen schrijven. Volledig mee eens. Maar “dood in zonde en misdaden” betekent niet dat de mens niets kan doen.
Wat is een mens dan nog gelaten? Wat kan een mens doen die dood is in zonde en misdaden? Die mens kan altijd en onder alle omstandigheden roepen tot God. Mij is Psalm 130 dierbaar. Wij zingen: “Uit diepten van ellende, roep ik tot U, o Heere. Wij bidden: Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE.”
Wat ik beide vriendinnen gun, is dat zij Psalm 130 ernstig nemen. De HEERE is een goed en goeddoend God. Zo komt ook het gesprek in een helder licht. Het is geweldig dat in het hart leeft dat zij zich willen inzetten. Maar ik ervaar ook hier een mistasten. Het is teveel zelf doen en te weinig opzien naar de HEERE. Om het kort weer te geven. Het komt op mij over dat ze teveel willen doen en te weinig van de HEERE verwachten. Dan raken wij aan de heiliging van het leven. Het is een misvatting dat heiligheid iets is dat wij mensen kunnen vormgeven. Heiligheid is betrokken worden op de HEERE. Heiligheid is een gegeven van plaats en niet van gezindheid. Het gaat niet om ons hart, maar om waar wij ons bevinden. Zijn wij door het geloof dicht bij de HEERE?
Het voorbeeld is Mozes bij de brandende braamstruik. Hij kwam polshoogte nemen waarom de struik wel brandde, maar niet verteerde. En toen God tot hem sprak, moest hij de schoenen van zijn voeten doen omdat de plaats waar hij stond heilig was. De heiligheid ligt niet aan de grond, maar de aanwezigheid van de God van Israël.
Zo is het ook voor allen die geloven. Heiligheid is geen eigenschap van mensen, maar nabijheid van God in Christus. Wie dit ontdekt, kan samen wandelen en delen dat de HEERE een goed en goeddoend God is. De nabijheid van God zal doorwerken en zo het leven heiligen.
Van hieruit is duidelijk dat de afsterving van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens een proces is waar wij in heel ons leven op betrokken zijn. Een heilig leven is een leven tot God gewend. Wij spreken van heiligmaking, omdat God heiligt en de mens het spoor wijst. Op die weg wens ik de beide vriendinnen nog goede ontmoetingen.
Ds. W. van Weelden
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. van Weelden
- Geboortedatum:13-11-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oud-Alblas
- Status:Actief