Sprookjes en mythen (2)
Ds. M.F. van Binnendijk | Geen reacties | 15-04-2016| 13:52
Vraag
Aan ds. M. F. van Binnendijk. Ik lees net het antwoord van u op de vraag 'Sprookjes en mythen'. Ik ben niet de vraagsteller, maar dit antwoord brengt mij wel in gewetensnood. Paulus zegt toch zelf in Fillipensen 4:8: “Al wat waar is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat lieflijk is, al wat welluidend is, als er enige deugd is en als er iets prijzenswaardigs is, bedenk dat!” Al wat waar is! Dus geen fantasieën. Onze wandel (en onze handel, ook dus ons denken) moet in de hemelen zijn.
U zegt: “Handel naar de Geest van God.” Ja zeker, mooi! Maar de Geest van God leidt ons toch in alle waarheid? De Israëlieten verhaalden ook heel veel aan hun kinderen. Zeg het uw kinderen, uw kindskinderen. Geef de grote daden Gods door van generatie op generatie. Juist zij (de Joodse vaders) krijgen zo vaak de opdracht om te vertellen aan hun nageslacht wat God gedaan heeft. Denk aan de twaalf stenen in de Jordaan. En dan mag het met inlevingsvermogen, met techniek etc. Paulus schrijft ook: “Ik heb u Christus voor ogen geschilderd.” Jezus gebruikte ook voorbeelden (gelijkenissen). Maar ze waren wel aan de werkelijkheid ontleend. Vertel het aan de mensen dat Jezus leeft! Dat gold toen, maar dat geldt toch ook nu? Ik snap dus niet dat dit niet naar voren kwam in uw antwoord en wil u dan ook vragen: hoe moet ik een en ander zien, juist vanuit de Schrift?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Paulus zegt inderdaad: “Bedenk dat”... En Ezechiël krijgt de opdracht om een wand te doorgraven (8:8) en krijgt daarbij de waarschuwing dat hij “grotere gruwelen zal aantreffen” (8:13).
U hoeft m.i. niet in gewetensnood te komen, wanneer u bedenkt dat wij allemaal (een zekere mate van) inzicht gekregen hebben om de juiste keuzes te maken. Dat is bij de keuze van wat we eten niet anders dan in wat we lezen of schrijven. We nemen het tot ons. Echter: niet het aanbod staat hier ter discussie, maar de beweging van ons eigen hart, het gebruik of misbruik van kennis, inzicht, informatie, wat al niet. Niet anders bedoelt Paulus dat in het door u geciteerde.
In mijn antwoord heb ik erop gewezen -en ik doe het hier nog maar eens een keer- dat veel (volks)verhalen een weerslag zijn van daden en gebeurtenissen van mensen. Dat daarbij de nodige (dichterlijke) overdrijving, inkleuring, visie, verlangens, etc. voorkomen is ons allen genoegzaam bekend. Zelfs in de Bijbel zien we dat terug. Neem bijvoorbeeld de evangelist Mattheüs, die in het geslachtsregister van de Heere Jezus spreekt van “drie maal veertien geslachten”, wat historisch volstrekt onjuist is! En dat weet hij zelf ook. Hij heeft bewust sommige namen weggelaten om een rond getal te krijgen ter onderstreping van zijn persoonlijke visie: de Davidische lijn van de Messias. Hierbij hanteert hij het getal 14 (DaWiD = 4+6+4) als zijn Leidmotief. Lukas is historisch veel accurater in zijn naamlijst, al kiest hij voor een heel andere lijn, namelijk de scheppingslijn vanaf Adam.
Veel verhalen reflecteren doorgaans gevoelens van ons eigen hart, die zich bewegen tussen licht en donker, waarheid en leugen, en alles daar tussenin. Veel verhalen (fabels, sprookjes, romans, vertellingen, liederen, gedichten, enz.) bevatten (al dan niet verborgen) de grote thema’s van het leven, waarbij de strijd tussen goed en kwaad en de overwinning van het goede op het kwade één van de bekendste motieven is. Sprookjes, zoals die van de gebroeders Grimm of Hans Christiaan Andersen zijn hierom vermaard en zelfs voor jonge kinderen zeer toegankelijk.
Iemand als J. R. R. Tolkien gebruikt in zijn bekendste werk het thema van goed en kwaad, waarbij de vernietiging van een ring die én uit het kwade voortkwam én kwaad (ont-persoonlijking) veroorzaakt bij de drager ervan, het Leidmotief is. (Overigens een Bijbels thema: Overwint het kwade door het goede.) Ook de onder christenen zeer gewaardeerde C. S. Lewis hanteert in zijn Narnia Chronicles verschillende Bijbelse thema’s, direct verweven met mythologische karakters en personages. De beelden die Jesaja en Johannes in hun visioenen beschrijven (draken, vliegende boekrollen) doen niet onder aan die van de grote vertellers van deze eon.
Inderdaad zijn er verhalen, films, boeken, muziek, preken (!), die je bewust aan de kant moet leggen en dat heeft niets met smaak te maken. De eerste vraagsteller gaf zelf al aan dat hij/zij er zich bewust van is dat er verkeerde elementen zijn, als occultisme, ethisch onverantwoord gedrag, enz. Maar dat geldt niet alleen van verhalen, sprookjes e.d. We komen dat overal tegen, tot in ons directe, dagelijks leven toe.
Uw toegevoegde vraag roept bij mij in zekere zin de gedachte op van een tendens om een zwartboek te willen hanteren en zo alle verkeerde elementen van buiten af op voorhand uit te kunnen sluiten. Een dergelijk proces zien we doorgaans terug bij alle ultra-orthodoxe (u.o.) groeperingen - onder u.o. christenen niet anders dan binnen het u.o. Jodendom, de u.o. islam of welke u.o. groepering dan ook. “Uitsluiting (verbod!) als de veiligste weg.”
Maar zo werkt dat niet. Bedenk dat wij niet van de wereld zijn, maar wel degelijk nog altijd in deze wereld staan en leven. En er is ook veel te genieten van en te danken voor het vele goede dat God ons nog heeft gegeven en gelaten, maar dat terzijde.
Als in mijn eerdere antwoord opgemerkt, behoren we het kwade niet op te zoeken en zo veel als mogelijk te mijden. “Bedenkt!”, zegt Paulus terecht. Tegelijk zullen we de dingen die op ons pad komen ook voortdurend hebben te beproeven. Waaraan lijdt mijn ziel schade?
Daarbij zij opgemerkt -ik zeg het met klem- dat het grootste kwaad nog altijd in ons eigen hart leeft! “Die vuile bron van ongerechtigheden”, om het zo maar eens te zeggen. Dat is die wand, die wij (geestelijk gesproken) met Ezechiël hebben open te breken. Dat ontloop je niet door maar met een (oudvaderlijk) boekje in een hoekje te gaan zitten. Dán kom je pas echt in gewetensnood.
Echte verhalen zijn altijd aan de grote lijnen van het leven ontleend. Ook de Bijbel zelf verhaalt van gruwelijke zonden die Gods kinderen deden. Ik hoef daarvan geen voorbeelden te geven. Moeten wij die stukken dan maar ongelezen laten liggen, omdat ze “níet eerbaar, verheven, welluidend zijn?” Ik meen van niet. “Tolle lege”, hoorde Augustinus zijn buurkinderen zingen, tijdens hun spel in de tuin. Menende dat God door hen sprak, deed hij dat toen maar. Tot grote zegen.
Over lezen gesproken... in een gemiddelde u.o.-boekenkast zie je doorgaans ónder de plank oude schrijvers soms wel twee of drie meter aan Nederlandse “christelijk-kerkelijke-zwijmel-overspel-boerderij-dorps-romans” staan. Hoe verheven is dat?
Ds. M. F. van Binnendijk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M.F. van Binnendijk
- Geboortedatum:30-11-1963
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Stadskanaal
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Lees ook: het weblog 'Dominee in de bajes'