Spreek toch heldere taal!
N. J. van Dooijeweert-Van der Slikke | 23 reacties | 14-04-2016| 20:02
Vraag
Aan mevrouw Van Dooijeweert. Een korte tijd geleden heb ik de lezing van uw man bekeken op deze site en uw man zei dat u gezegd had dat God in het paradijs op een ‘zachte manier’ tot Adam naderde. Waaruit concludeert u dat? Er staat immer: “En de HEERE God riep Adam en zeide tot hem: Waar zijt gij?” Er staat niet: “En de HEERE God zeide liefkens of zachtmoedig...”
En als het mogelijk is een vraag aan uw man: waarom zou de taal die vroeger gesproken is (bijv. vroeger op gezelschappen) nu niet meer gebruikt mogen worden? Dat is juist een volk waar ik erg jaloers op word als ik daar over lees in boeken, ik zou wensen dat die mensen er nog waren (gelukkig zijn er nog) om mee te praten.
Antwoord
Beste vraagsteller(ster),
Grappig om samen met mijn man uw vragen te beantwoorden. Eerst even een misverstandje uit de weg ruimen: “Ik had het niet over “liefkens”, of op een zachtmoedige manier, maar over een andere intonatie. Het woord “liefkens” ken ik niet, heb ik nooit gehoord. Wat voorviel was iets heel indrukwekkends voor ons samen toen we het bespraken. Mijn man had de eerste keer over de val in het paradijs gepreekt. In de preek zei hij met wat stemverheffing: “De Heere God riep Adam: Waar zijt gij.” Thuis gekomen zei ik: “Zo riep de Heere Zijn weggelopen mens niet, maar Hij riep hen met diepe pijn in Zijn hart, Hij was Zijn mens kwijt, Zijn pronkjuweel.” We hebben daar toen samen over gesproken. Wat een wonder, wat een vreugde: direct na de val komt de Heere met Zijn liefdesplan, Zijn verlossingsplan. Gen. 3:15 is er heel helder over. "En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; dat zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen." Hier klinkt voor het eerst het evangelie, wat een liefde. Het is Zijn eindeloos erbarmen, in onze grote nood, dat als met zegenend armen, ons reddend omsloot.
Denk maar aan Johannes 3:16: “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderft, maar het eeuwige leven hebbe.” Al te lang en al te breed hebben we de Heere onze God uitgestald als een strenge, meedogenloze God. “Hij ziet alles wat je doet. Hij zal het zoeken. Je zult Hem een keer moeten ontmoeten. O, jongen God ziet het.” Hij is een heel andere God! Hij zegt ”KOM! Wendt u naar Mij toe, wordt behouden!” Laten we dat maar tegen de jonge mensen, tegen kinderen en volwassenen zeggen: “God zoekt u…”, maar dan positief. Hij wil Zijn genade schenken aan zondige mensen.
Nellie van Dooijeweert
Ik (Jan) zal proberen op de tweede helft van je vraag in te gaan. De taal: Waarom zou de taal van vroeger niet meer gesproken mogen worden? Ik vraag me af waarom u die vraag stelt. Uit belangstelling of, zoals zo veel gebeurt in ‘ons kerkelijke wereldje’, om het oude vast te houden? Om met ouderwetse uitdrukkingen indruk op anderen te maken? Te laten horen dat ik nog echt goed ben? Dat was niet de oorspronkelijke bedoeling. Het ging om het samenzijn, als mensen die de Heere liefhadden. Elkaar bemoedigen en versterken. Maar stapje voor stapje werden bepaalde uitdrukkingen een soort van ijkpunt: is die man of die vrouw wel op de goede manier bezig. Is hij/zij nog acceptabel. Maar ook kreeg het een andere lading: het werden regels waaraan je moest voldoen.
De ouderwetse uitdrukkingen worden door de jongeren niet meer begrepen. Weet je wat “vermenigvuldigde genade” betekent? Of “die dierbare verborgen derde persoon”? Zeg je in het dagelijks leven nog “kond gedaan”? Of “denzelve”?
En een heel ander aspect van dit taalgebruik: men ging dit de “Tale Kanaäns” noemen...
Dat is het helemaal niet, het is oud-Nederlands en een onverstaanbaar ‘jargon’ voor mensen die de gezelschappen (helaas!!) niet hebben gekend. Jonge mensen (15-20 jaar) kennen die wereld helemaal niet. Die wereld van, “dan gaat zo’n mens als een geslagene over de wereld.” Of: “Als je toch je eigen maar eens leerde kennen.” Zo kan ik nog tientallen uitdrukkingen noemen die ik geleerd heb op gezelschappen.
Hiermee wil ik niet zeggen dat die gezelschappen niet goed waren. Ik heb er vele goede dingen gehoord en geleerd. Maar vaak waren het maar enkele mensen die daar kwamen. Een Bijbelkring waar iedereen kan komen, of een studieclub die vrij toegankelijk is, zal veel vruchtbaarder voor het gemeenteleven zijn. Laten we met elkaar de Heere zoeken in de taal van vandaag en bewogen zijn met onze jongeren. Vooral herkenbaar zijn.
In onze tijd zien we een tegenpool ontstaan door het gebruik van tablets etc. Men gebruikt afkortingen die ik niet kan ontcijferen, gebruikt woorden waar ik nooit van gehoord heb. En de jonge mensen verstaan het perfect. Laten we open en duidelijk over Gods Woord spreken in de taal die we nu spreken.
Laten we in de kerk toch alsjeblieft gewone taal gebruiken opdat de mens van nu ons kan verstaan. “Dan zoekt zo’n mens op allerlei manier God te bevredigen”, of: “De beweegoffertjes brengen niets toe aan onze zaligheid.” Al die dingen zijn waar, maar het zegt de mens van vandaag niet veel, of helemaal niets.
Ik begrijp dat u jaloers kunt zijn op de genade die mensen hadden die op gezelschappen kwamen. Maar ook nu zijn er mensen die deze genade bezitten en die in de taal van nu over Gods genade en wonderen spreken.
Ik stop met voorbeelden noemen, maar ik zou iedereen willen vragen (smeken): “Spreek toch heldere taal”! De wereld kreunt onder de mokerslagen van de satan. De liefdeloosheid is hemelhoog, tergend diep en kent geen grenzen. Het is buiten de kerk en ook binnen de kerk op veel terreinen gelijk.
Probeer een licht te zijn in plaats van het licht te omfloersen met allerlei moeilijke dingen die totaal geen nut hebben dan ‘herkenningstaal’ te zijn. Ook onze voorgangers zouden hier meer aandacht aan kunnen schenken, om zo met elkaar wat muren te slopen die we rond om de gemeente van Christus hebben opgetrokken. Gelukkig beginnen steeds meer mensen de noodzaak hiervan in te zien. Het weggaan van veel jongeren uit de kerk opent (misschien wel aan de late kant) toch hier en daar de ogen. Laten we samen blijven zoeken naar het heil van Sion!
Hartelijke groeten en Gods zegen,
Evangelist Jan van Dooijeweert
Dit artikel is beantwoord door
N. J. van Dooijeweert-Van der Slikke
- Geboortedatum:25-04-1942
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Waddinxveen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Functie: Pastoraal medewerkster
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Hij blijft soms ook hangen in zijn woorden.
Ik wilde dit toch even melden naar aanleiding van het bovenstaande.
Al heeft dat met de inhoud niets te maken natuurlijk.
Het is gewoon een feit dat er in een bepaalde groep kerken een bepaalde trant van preken is ontstaan. Dit heeft niks met smaak te maken. Dit is een soort galmen en een bepaald taalgebruik, dat zij als De manier zien om te praten over God, het zou een soort eerbiedig zijn. Maar wat ver af staat van de realiteit en wat helemaal niets met eerbied te maken heeft. Zelf vind ik het gewoonweg oneerbiedig eerlijk gezegd. Het roept afkeer op bij veel mensen. Ik vind het heel erg dat zo'n toontje en het gebruik van oud-hollandsche taal het evangelie een bron van bespotting maken. Maar je mag dit blijkbaar niet aankaarten. Is t liefdeloos om af te willen rekenen met alles wat gemaakt is, wat de wereld voet geeft hard te lachen om de kerk? Wat ik mij afvraag is of deze dienaren zelf wel beseffen wat ze met hun roeping doen. Dominees hebben een roeping, maar sommigen houden door wat ze zeggen en hoe ze het zeggen mensen juist weg bij de Verlosser. Een dominee moet zich echt heel goed realiseren dat hij mensen ok weg kan houden bij God door een verkeerde houding of slecht gekozen woorden. Een dominee moet ook elke preek verantwoorden. Bereiken ze echt mensen? Komt de boodschap wel over of valt merendeel alleen maar over de manier waarop ze preken. Er zouden misschien veel meer mensen bekeerd worden als ze in normale taal zouden preken.
De preek moet verstaanbaar zijn, anders wordt het doel gemist. Wat ook het geval als er een vreemde/andere taal wordt gesproken. In Korinthe hield men ervan om in een andere taal te spreken. De drijfveer was niet de liefde voor de gemeente, want die werd daardoor niet opgebouwd, maar men had meer oog voor de gave. Er is geen voorschrift over de wijze van voordracht vd preek(de toon). Maak de manier van preken dan niet uit? Jawel, wanneer bv de toon dusdanig is dat de preek onverstaanbaar wordt, dan gaat het fout. Er wordt dan a.h.w een vreemde/andere taal gesproken met als gevolg dat het doel gemist wordt.
@ Johan100, goed dat je aangeeft dat het jou om de manier van spreken gaat en niet om de inhoud en/of de personen.
Dit kun je niet zeggen van diegene die de reactie plaatste. Hij gaat verder dan de toon, naar de inhoud van de prediking en de persoon, om die vervolgens te lasteren. Dit is een levensgevaarlijk pad, daar er een moment kan aanbreken waarop men niet meer terug kan. Deze persoon is nl. een ingewijde, want hij zegt: “Ik ken de toon en de daaraan gekoppelde boodschap ..”. Hij weet dus heel goed waar het over gaat. Dit is geen vreemde taal voor hem. De wereld kan de Geest niet lasteren, zij kennen Hem niet. Die het dichtst bij Jezus stonden, Zijn werk zagen en woorden hoorden, die maakte zich schuldig aan deze zonde. En toen dan jij dan ook, je één na vorige reactie afsloot met de vraag:” Zit wel wat in of niet?”, schrok ik. Vandaar mijn waarschuwing. Maar het is nu duidelijk dat dit niet jou bedoeling was.Verder heb ik gedeelten van alle drie de preken beluisterd. De eerste twee kon ik, soms met enige inspanning, verstaan. De laatste preek( van ds Kort) was door mij niet of nauwelijks te verstaan. Alleen met de grootste inspanning lukte het me om enkele flarden op te vangen. Dit is voor mij dus een vreemde taal. Ik heb er een uitlegger bij nodig, maar mogelijk dat zijn gemeenteleden het wel verstaan. Is dit niet het geval, dan wordt de gemeente niet opgebouwd door zijn prediking.
@ 3parels, je zegt: “Iedere echte christen wordt voor gek versleten door de wereld. Ook diegene die geen toontje gebruiken”. Dat ben ik niet helemaal met je eens. Dat het gebeurt, is zeker, denk aan Festus die tegen Paulus zei: Je raast. Maar lees wat er in 1. Kor. 14: 24-25 staat “Maar als allen zouden profeteren, en er kwam een ongelovige of niet-ingewijde binnen, dan zou die door allen overtuigd en door allen beoordeeld worden. En zo worden de verborgen dingen van zijn hart openbaar, en zo zal hij zich met het gezicht ter aarde werpen en God aanbidden, en verkondigen dat God werkelijk in uw midden is”. En als dit nooit het resultaat is van de prediking op een ongelovige, dan is er iets niet in orde. Of de inhoud van de preek deugt niet, of men spreekt altijd in een vreemde taal.
- 1
- 2