God als meervoud
Ds. J.J. van Holten | 2 reacties | 12-04-2016| 10:59
Vraag
Wij hebben geleerd dat Eloah het Hebreeuwse woord is voor God, en dat er ook vermeldingen zijn met Elohim. Dat de vermelding in Genesis 1:1 is: In het begin schiep God [Elohim] de hemel en de aarde. In vers 1:26 staat inderdaad dat God [Elohim] zei: Laten wij mensen maken naar ons evenbeeld. Dat staat ook in hoofdstuk 5 vers 1 en 2: Toen God [Elohim] Adam schiep, de mens, maakte Hij hem zo dat hij leek op God. 2. Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij de mensen. Hij zegende hen... Betekent dit dat er meer is dan één Schepper, en dat er een mannelijke Schepper is en een vrouwelijke Schepper? Zo nee, waarom zegt God dan: de mens is aan Ons gelijk geworden? Laten wij naar hen toegaan en spraakverwarring brengen, Gen 11:7. In Jesaja 6: Wie zal ik sturen? Wie kan namens ons gaan? Ik antwoordde... God is een [echad], en ... de man en de vrouw, zij zullen een zijn. Graag een uitleg met de Bijbel als basis.
Antwoord
Allereerst een kleine correctie ten aanzien van de eerste regel van je vraag. Die gelijk ook wel bepalend is voor de hele discussie die je met je vraag opwerpt. Niet Eloha maar Elohim is de veruit meest gebruikte aanduiding voor God in de Tenach. Dit is de meest algemene aanduiding voor God. Daarnaast is er natuurlijk het Tetragrammaton JHWH als de verbondsnaam. Je zou kunnen zeggen de ‘eigen naam’ van de God van Israël. De naam waarmee Hij zich aan Mozes bekend maakt. Daarnaast is er nog Adonai als de aanspreektitel van God, dat eigenlijk gewoon Heer, of Meneer betekent (Adon). De Statenvertalers hebben het woord Adonai, vanwege de uitgang ---ai, die verder niet in het Hebreeuws voorkomt consequent vertaald met Heere en niet met Heer, zoals vele andere vertalingen wel doen. Verder zijn er in de Tenach ook veel omschrijvingen voor God te vinden omdat men de naam van God niet mocht uitspreken. Zo treffen we aan El Schadai (de Eeuwige) en kortweg Hasjem (de Naam).
Elohim is dus een meervoudig begrip. De uitgang ---im is in het Hebreeuws de meervoudsuitgang. Vanuit deze meervoudigheid is het “ons” in de genoemde teksten van Genesis te verklaren. Daarom is het ook niet vreemd dat God zichzelf aanduidt met Ons en Wij. Een voorbeeld uit onze wereld vind je in de aanhef van elke wetstekst die in Nederland wordt uitgevaardigd: Wij, Willem Alexander, koning der Nederlanden. Het zogenaamde ‘majesteitelijk meervoud’.
Uit de genoemde teksten valt niet te concluderen dat er méér dan een Schepper moet zijn. De aanduidingen die je noemt hebben betrekking op de ene God, Schepper van hemel en aarde. Je kunt dat terugvinden in de grondbelijdenis van Israël in Deuteronomium 6 vs. 4: Sjemah Jisrael, Adonai eloehenoe, elohee echad: à Hoor Israël, de Heere onze God is één.
We raken hier aan het mysterie van de Drieëenheid. Eén Goddelijk wezen dat zich ter wille van het menselijk begrip openbaart als drie Personen, Vader Zoon en Heilige Geest. Het ‘probleem’ van de Drieëenheid is niet logisch te verklaren. In artikel 9 van de Nederlandse geloofsbelijdenis vind je een grote hoeveelheid Bijbelse bewijsplaatsen voor de Drieëenheid. Ik laat dat daarom hier rusten.
Het is eveneens niet zo dat er een mannelijke en vrouwelijke Schepper zou zijn. God is Geest, en heeft dus geen mannelijk of vrouwelijk, lichaam zoals wij mensen. Joh. 4 vs. 24. Het gender (geslachtelijkheid) is in de schepping gekoppeld aan het menszijn (antropologie). God heeft geen geslacht. Wel worden aan God zowel mannelijke als vrouwelijk eigenschappen toegeschreven in de Bijbel. Hij is bijvoorbeeld een sterke strijder (Ex. 14 vs. 4) maar ook kan Hij troosten zoals een moeder kan troosten (Jes. 66:13).
Ik hoop dat je in je zoektocht naar wie God precies is met deze uiteenzetting iets verder komt.
Vriendelijke groet,
Ds. J. J. van Holten, IJsselstein
Lees ook:
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. van Holten
- Geboortedatum:22-12-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:IJsselstein
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
De gebruikelijke term voor het meervoud 'elohim is een pluralis intensivus, d.w.z. een intensief meervoud. Dit geldt als het woord betrekking heeft op de enige God. In dat geval dient het opgevat te worden als een enkelvoud, wat onder meer blijkt uit de gebruikte persoonsvorm en bijvoeglijke naamwoorden, die in het enkelvoud staan.
Helaas is het 'ons' in Gen. 1:26 dus niet uit de meervoudsvorm te verklaren. Oudoosterse parallellen laten zien dat God hier anderen mee bedoeld, namelijk de hemelse hofhouding. Dit is in de wetenschap de gangbare opvatting. In de christelijke traditie is dit natuurlijk opgevat als verwijzend naar de drie-eenheid.
De toevoeging dat God de mens mannelijk en vrouwelijk schiep heeft m.i. geen directe connectie met het beeld Gods. Het beeld Gods bestaat erin, dat de mens als Gods representant over de aarde heerst.