Jezus aan mij geopenbaard
Ds. A.J. Schalkoort | 103 reacties | 08-04-2016| 10:58
Vraag
Afgelopen zondag werd er bij ons in de kerk (HHK) gepreekt over Maria Magdalena en haar ontmoeting met de opgestane Jezus en 's avonds over de discipelen bij het meer van Galilea dat ze gingen vissen terwijl ze op Jezus wachtten die hen had gezegd dat Hij hen daar zou verschijnen. Nu werd er door de dominee een lijn getrokken dat wij ook nodig hadden dat de opgestane Jezus aan ons verschijnt, dat wij in een soort niemandsland kunnen verkeren (de brug naar de wereld opgehaald en God nodig gekregen, maar erbuiten staan) en dat dan na wachtenstijd in dat niemandsland de opgestane Jezus aan ons wil verschijnen als wij erom smeken (Habakuk 2:3, zo Hij vertoefd, verbeid Hem enz.).
Ik mag geloven dat God in mijn leven gekomen is en ik heb ook mijn zonden ingezien, schuldig voor Hem en nog elke dag ontrouw tegenover zo'n Getrouwe, liefdevolle God. Het licht viel over Jesaja 4:4 (Als de Heere zal afgewassen hebben de drek der dochteren Sions en de bloedschulden van Jeruzalem zal verdreven hebben...). Maar ik heb niet bijzonder ervaren dat Jezus aan mij is geopenbaard. Moet ik hieruit opmaken dat ik nog geen kind van God ben?
Antwoord
Hoe moeten wij de openbaring van de Heere Jezus aan ons nu voorstellen? Het is duidelijk dat Hij Zich niet meer aan ons openbaart zoals Hij dat deed in de veertig dagen na Zijn opstanding. Toen hebben Maria Magdalena en de discipelen aan het meer van Galilea niet alleen Hem gezien in Zijn opstandingslichaam, maar vooral Hem gezien door het geloof! Vooral Johannes 21 maakt ons dat duidelijk. Eerst herkenden zij Hem niet, maar door de wonderlijke visvangst mocht Johannes tegen Petrus zeggen: het is de Heere!
Nu heeft jullie dominee het gehad over een soort niemandsland waarin je verkeert, je hoort niet meer bij de wereld, God nodig te hebben, maar je staat er nog buiten. Ik denk dat hij bedoelt te zeggen dat je nog te weinig denkt aan het feit dat Jezus Christus alleen ons redden kan en wil van het eeuwig verderf.
Hoe word ik verzoend met God? Dat is best een heel groot probleem voor heel veel kinderen Gods. Dat heeft te maken met het feit dat we in eerste instantie denken dat onze redding af hangt van wat wij doen: onze gebeden, onderzoek van de Bijbel, onze goede werken, enz. om God gunstig te stemmen. Dan zien we de vreemdeling aan het meer van Galilea niet Die ons zegt: Werp het net aan de andere kant van het schip. En toen die wonderlijke visvangst. De hele nacht gevist en niets gevangen. En nu op Zijn Woord een wonder! Wie ervan overtuigd is dat we alleen als een arme, verloren zondaar door het volbrachte werk van de Heere Jezus zalig worden, die mag weten dat de Heere Zich aan ons geopenbaard heeft. Dus niet een of ander visioen of stem uit de hemel, maar door Christus’ woord en Geest in mijn hart mag ik weten een kind van God te zijn. Dan zeggen we met Emmausgangers: waren onze harten niet brandende in ons toen Hij met ons sprak op de weg.
Ds. A. J. Schalkoort
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.J. Schalkoort
- Geboortedatum:05-10-1948
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Lunteren
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus-predikant
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
https://www.youtube.com/watch?v=-AxBpC642ug
ook van ds. Ezinga en over hetzelfde tekstgedeelte
(maar vermoedelijk is de eerste ongeveer gelijk qua inhoud)
Jakobus noemt dat "Acht het enkel vreugde, mijn broeders, wanneer u in allerlei verzoekingen terechtkomt, want u weet dat de beproeving van uw geloof volharding teweegbrengt. Maar laat die volharding ook volledig mogen doorwerken, opdat u volmaakt bent en geheel oprecht, en in niets tekortschiet."
Geloven we in de kracht van de Heilige Geest? Geloven we dat de Vader ons alles zal geven als we Hem in Jezus' Naam daarom vragen? Waarom doen we dat dan zo weinig als we de neiging tot zonde ervaren? De satan zal van ons wegvluchten als we hem wegjagen in de Naam van Jezus.
Wat dat Rom 7:14-24 is niet het normale leven van een kind van God is kan ik niet met je meegaan. Het is iets dat bij het leven hoort van een christen is. Sterker nog, wie dit niet kent mag zich afvragen of hij een christen is
Zoals ds. Ezinga goed opmerkt kent alleen een christen die Gods heeft Rom 7:14-24. Een onbekeerde kent dat helemaal niet. Dat is omdat we alleen door Gods Geest onze bedorvenheid steeds beter leren zien. Toen ik net tot geloof kwam zag ik een beetje van mijn zonde. Nu, 25 jaar later, heb ik door Gods hulp bepaalde zaken achter me kunnen laten. Maar er is zoveel meer dat ik nu zie dat ik toen niet zag, dat haast zou zeggen dat mijn zondige neigingen en onvolmaaktheid nu groter zijn is. Dat is het uiteraard niet, het is nog net zo als toen (ook al heb ik misschien nu de 'groffe' zonden een beetje achter me heb kunnen laten, alhoewel ze nog steeds op de loer liggen). Alleen zag ik toen maar een klein beetje van wat ik nu zie, en van de ernst ervan. Dat brengt me allleen maar dichter bij en meer afhankelijk van Jezus en dat is wat Gods Geest doet.
Ik bedoelde dit met dat het niet het normale leven van een kind van God is:
Het is niet normaal dat we in EIGEN kracht gaan strijden. Met normaal bedoel ik: de manier waarop God het heeft bedoeld. Als we in eigen kracht blijven strijden, of, nog erger, helemaal niet meer strijden, dan is dat niet het normale leven van een gelovige. Dat dat vaak wel de praktijk is komt door onwetendheid. Die onwetendheid komt weer door onervarenheid, verkeerd de bijbel te lezen (of verkeerde boeken) en/of eenzijdige prediking.
Groeien in het geloof betekent dan ook dat we meer en meer leren wat de Heilige Geest in ons kan en wil doen. En dat we steeds meer leren hoe we achter Jezus moeten gaan, hoe we wandelen in Hem. De strijd zal inderdaad blijven, maar als we leren te strijden door Gods Geest, dan zullen we steeds minder vallen in de zonden. De beproevingen blijven komen, maar we kunnen daar, middels de geestelijke wapenrusting, steeds beter weerstand aan bieden.
We moeten heel goed beseffen dat we een geestelijke strijd hebben te voeren. Paulus zegt daarom dat de zonden in ons vlees plaatsvinden, in het lichaam, de oude mens. Een verleiding of een neiging tot zonde is nog geen zonde. Het wordt pas zonde als we daaraan toegeven. Het strijden in de kracht van de Geest zorgt er ook voor dat we niet verkrampt raken, maar juist in vreugde de beproevingen kunnen weerstaan.
Romeinen 7:14-24 is dit: Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik.
Romeinen 8 is dit: Want het goede dat ik wil, doe ik wel, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik niet.
En daar zit een weg tussen van vallen en opstaan, van strijden, en vooral: veel leren van Jezus!
Een opmerking echter nog: je zegt 'een verleiding of een neiging tot zonde is nog geen zonde'.
Deze bewering is vaak de eerste stap geweest in de heiligingsbewegingen om zo de zonde wat af te zwakken en de lat wat lager te leggen zodat je toch een beetje heiliger kan lijken dan je werkelijk bent.
Nu is het inderdaad zo dat je al bij de verleiding nee moeten zeggen, en dat echter wanneer de begeerte bevrucht is, deze zonde baart zoals Jakobus zegt.
Echter de verleidingen en neigingen komen niet van buiten. De aanleiding kan van buiten komen, maar de verleidingen en neigingen zelf komen uit mijzelf, uit mijn zondige natuur. Als er geen aanleiding is zal deze neiging alleen slapend aanwezig zijn. Maar zodra er een aanleiding komt wordt deze opgewekt en komt deze tot leven. Dus alhoewel dat het goed is de deze verleidingen en neigingen tegen te gaan, zijn deze op zichzelf ook al zondig naar hun aard.
Ons grote probleem waar we verlossing van nodig hebben is niet in de eerste plaats dat we geen zonden meer doen, maar onze door en door zondige aard die er aan ten grondslag ligt en de gevolgen daarvan.
.
Je schrijft: "Echter de verleidingen en neigingen komen niet van buiten.", maar ook: "Maar zodra er een aanleiding komt wordt deze opgewekt en komt deze tot leven."
Dat is toch een tegenstelling? De aanleiding is namelijk de verleiding en die komt van buitenaf. We moeten de listen van de duivel niet onderschatten. Lees maar eens wat er staat bij de geestelijke wapenrusting: Efe. 5:11, 12 Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel. Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.
We moeten goed beseffen dat we met Christus zijn opgestaan in een nieuw leven. Dat nieuwe leven is het begin van het herstel van het beeld van God.
"Deze bewering is vaak de eerste stap geweest in de heiligingsbewegingen om zo de zonde wat af te zwakken en de lat wat lager te leggen zodat je toch een beetje heiliger kan lijken dan je werkelijk bent."
Als dit het geval is, dan is dat denken vanuit het vlees. Misbruik door anderen mag nooit een reden zijn om bepaalde zaken anders uit te gaan leggen. Zonden mag je niet afzwakken, maar je mag de zonden ook niet opblazen. Daarmee doe je het werk van de Heilige Geest te kort.
Ik wil niet over een woord vallen, laten ik het daarom voor de duidelijkheid beperken tot neiging en aanleiding. De aanleiding komt van buitenaf, de neiging komt van binnenuit.
Ter illustratie: Paulus schrijft in Rom 7:8 "Maar de zonde heeft door het gebod een aanleiding gevonden en in mij allerlei begeerte teweeggebracht, want zonder de wet is de zonde dood"
Wat zegt hij hier? Het gebod (dat op zich goed is) was de aanleiding en wekte de begeerte op en maakte de zonde die slapend aanwezig was wakker.
Met een voorbeeld: een kind dat niet naar bed wil speelt rustig. Dat komen de woorden van de moeder: bedtijd! Dan komt het kind in opstand: ik wil niet! Deze opstandigheid is zondig.
Was dit nu pas zonde toen het kind zei "ik wil niet"? Mijn argumentatie is dat de zonde al slapend aanwezig voor die tijd, maar dat deze door de opdracht (welke niet verkeerd was) wakker werd gemaakt en tot uiting kwam.
Dat is ook wat Paulus zegt in Rom 7:7-12.
Daarom zeg ik (en de Bijbel durf ik wel te zeggen) dat de zonde al aanwezig is in ons, maar pas zodra er een aanleiding is tot uiting komt.
Maar het is niet de aanleiding die het veroorzaakt of bewerkt, dat is slecht de opwekker voor iets dat al aanwezig is. Dat je er vervolgens tegen strijd is goed. Maar dat doet niets af aan het feit dat de zonde al aanwezig is.
Daarom kunnen ook mensen soms ineens dingen doen die ze nooit van zichzelf hadden gedacht. Pas toen er de aanleiding kwam, werd dit tot leven gewekt (wakker gemaakt) en kwam iets dat al verborgen aanwezing naar buiten.
Ik hou er niet zo van de duivel de schuld te geven van mijn zonde. Dat deed Eva ook. De duivel is inderdaad een verleider maar hij speelt slechts in op mijn zondige natuur.
We hebben inderdaad een nieuw leven, de geestelijke nieuwe mens. Hier valt het een en ander over te zeggen maar dat is weer een ander onderwerp. Maar deze wordt pas ten volle openbaar bij de wederkomst van Jezus. Ondertussen hebben we ook nog de oude zondige natuurlijke mens bij ons in dit aardse leven tot onze dood of de wederkomst van Jezus.
Dat denk ik ook. We moeten ons er wel bewust van zijn dat de neiging vanuit de OUDE mens komt, niet vanuit de nieuwe mens.
Het gaat er wat betreft de duivel niet om dat we hem de schuld geven. Als WIJ zondigen hebben WIJ schuld. Dat neemt niet weg dat de duivel een vreselijke realiteit is. Daar zouden we ons veel meer bewust van moeten zijn. Dat is ook de reden dat Paulus dat naar de Efeziërs zo opschrijft. Als je bewust bent van de geestelijke machten, dan kan je daar gerichter tegen strijden. Dat is uitermate belangrijk.
Veel mensen lopen met schuldgevoelens omdat ze gedachten in zich krijgen of neigingen om aan de verleidingen toe te geven. Als ze zouden beseffen dat we een geestelijke strijd voeren tegen de duivel, dan kan je deze machten beter bestrijden. Weer: NIET in eigen kracht, maar door de kracht die God ons heeft gegeven (zie ook Ef. 1:19). Ik weet dat Luther ook zich expliciet richtte tegen de duivel. Mijn eigen ervaring is ook dat als je de duivel in Jezus' Naam wegstuurt, hij van je wijkt.
jouw reactie, lees het eens goed:
"@mieptruus: nergens heb ik gezegd dat stoppen met zondigen een voorwaarde is. Dat bedoelde ik met dat jij mij uitspraken in de mond legt die ik niet heb gezegd.
Kan jij deze vraag beantwoorden: Stel, je hebt geloofd dat Jezus voor jouw zonden is gestorven en je hebt Hem aangenomen. ----Daarna komt er een moment dat je je volledig in de zonde stort, daarin volhardt en daarin sterft. Ben je dan behouden of niet?---"
Zeg jij het maar Duuk..
Ben je behouden als je dat doet? Nadat je geloofd en vertrouwd in het offer van Jezus Christus aan het kruis ook voor jou.
Het offer waarmee Hij voor alle zonde betaalde.
Kijk je geeft zelf het antwoordt al. En ik leg niks in je mond, want je vraag aan mijn verraad dat je dat wel degelijk zegt.
Ik probeer het alleen maar duidelijk te krijgen voor je.
Hij heeft betaald voor ALLE zonde, Dus als je na je redding in zonde stort en volhardt, dan.......?
Er zijn genoeg voorbeelden in de bijbel. Ik krijg het idee dat je mijn posten niet goed doorleest of op je in laat werken. Maar prima.
Ik wil gerust ergens anders verder praten.
Geloof is NIET alleen met je verstand geloven dat Jezus voor jouw zonden is gestorven, maar geloof is én een aannemen van Jezus én geloofsgehoorzaamheid (zie o.a. 1 Joh. 3:18-24)
Stel, je hebt geloofd dat Jezus voor jouw zonden is gestorven en je hebt Hem aangenomen. Daarna komt er een moment dat je je volledig in de zonde stort, daarin volhardt en daarin sterft. Ben je dan behouden of niet?
Wegens de tegengestelden kan je de vraag het niet met ja of nee beantwoorden, het hangt er van af van hoe je het een en ander interpreteert, nl wat voor soort geloof, en wat voor soort 'volledig in zonde storten', bv met verlies van je geloof of niet en wat voor soort geloof dat dan is.
mieptruus heeft je vraag denk ik al beantwoord en ik ben het volledig met haar eens. Jij hebt de vraag door deze te stellen ook al beantwoord en ik ben het niet met je eens. Echter met wat ik denk dat je eigenlijk bedoelt te zeggen met deze vraag ben ik het wel weer eens.
Maar je vraag in de huidigde vorm is een complexe (samengestelde) vraag, waarvan een deel met ja en een deel met nee moet worden beantwoord, afhankelijk hoe je de dingen interpreteert. Daarom is een gewoon ja of nee op deze vraag als geheel altijd misleidend.
En het gaat voorbij aan een veel belangrijker vraag, Bijbels gezien, nl. of er een zaligmakend geloof is, of niet en hoe dit er dan uitziet. En dat is geloof ik zeker het geloof dat mieptruus beschrijft waar de Bijbel vol van staat, en waar uiteraard 1 Joh. 3:18-24 van toepassing is.
Volgens mij probeer jij mieptruus een kant op te drukken hiermee (bv. dat je er op los zou kunnen zondigen), die zij niet voorstaat. Aan de andere kant wek je voor jezelf de indruk dat voor jou de werken gaan boven het geloof en dat is denk ik ook niet wat je eigenlijk bedoelt te zeggen.
Als we dan geestelijk wilen zijn, laten we dan in zachtmoedigheid en vriendelijkheid elkaar opbouwen en niet een valstrik te zetten om iemand tot een uitspraak te dwingen die hij of zij niet bedoelt.
Het gaat mij niet om mijn gelijk of iemand aan te vallen.
Het is zeer noodzakelijk dat het juiste evangelie verkondig wordt.
Het gevaar van stoppen met zondigen om om gered te worden, stoppen met zondigen als bewijs zien van je redding, uitspraak bekeer je van je zonden zijn misleidend.
Het laat de mens niet geloven in het evangelie beschreven in 1korinthe 15:1-4.
En volgens o.a. johannes 3:16-18 5:24 wordt daar gezegd het te geloven en je bent gered.
geloof je niet dan wordt je verdoemd. Dat weten we allemaal. Maar die toevoeging van mensen hr. Bekeer je van je zonden. Het staat niet in de bijbel.
Daarom komen mensen niet tot geloof.
Het gaat mij om de eeuwigheid van alle mensen.
Ik heb Duuk al verschillende keren geschreven dat stoppen met zondigen je niet red. Je kan je redding niet verliezen. Een gift is een gift. Als je het moet verdienen( zoals stoppen met zondigen) dat is het geen gift meer. Maar een verdienste. En kan de mens de hemel verdienen? NEE.
De bijbel is zo duidelijk. God is geen God van verwarring. Hij kan ook niet liegen. Wat Hij beloofd doet Hij ook.
Dus als je je stort in de zonden en volhard na dat je gered bent, ben je gered. Je raakt het niet kwijt.
Je gaat nog steeds naar de hemel.
want het hangt immers niet van jou af maar van het werk van Jezus Christus.
in de bijbel staan voorbeelden van Gods kinderen. Neem nou Lot. Was hij toegewijd aan God. Leefde hij zonder zonde. Als je eens goed naar die man kijkt. Zijn leven keuzes daden. Duidelijk toch. Hij leefde in de wereld van sodam.en gomorra. Noemde hun zijn broeders. Bood zijn dochters aan die mannen die voor de engelen kwamen. Nog niet gesproken over dronken door de wijn( uit de wijnwinkel ?) In de grot. Seks met zijn dochters.....
En Lot werd een.rechtvaardige genoemds.
er zijn geredde mensen die daar genoeg aan hebben om gered te zijn.
Van harte mee eens. Er wordt op rf nogal eens aan voorbijgegaan dat het geloof een gegeven goed is. Een genadegift. God wil op het gebed grote wonderen doen. We kunnen best serieus zijn, of ons proberen te bekeren van zonden (wat onze plicht is) maar we zijn zonde. Je kan in een mens dood in zonden en misdaden geen dingen leggen die hij niet heeft of niet kan. Dat doet niets af aan onze verantwoordelijkheid natuurlijk. Die spanning tussen onze verantwoordelijkheid en toch niets, helemaal niets aan je zaligheid kunnen bijdragen moeten we laten staan en niet uitredeneren.
Alleine spreekt dan ook over bekerende genade.
Het zijn geen gelovige of bekeerde mensen maar doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven.
"Het is God, die zowel het willen als het werken in u werkt."
Verder is het een beetje te simpel om te zeggen dat een mens niets kan.
Johannes was dopende in de woestijn, en predikende den doop der bekering tot vergeving der zonden.
7 Hij zeide dan tot de scharen, die uitkwamen, om van hem gedoopt te worden: Gij adderengebroedsels, wie heeft u aangewezen te vlieden van den toekomenden toorn?
8 Brengt dan vruchten voort der bekering waardig; en begint niet te zeggen bij uzelven: Wij hebben Abraham tot een vader; want ik zeg u, dat God zelfs uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken.
9 En de bijl ligt ook alrede aan den wortel der bomen; alle boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen, en in het vuur geworpen.
10 En de scharen vraagden hem, zeggende: Wat zullen wij dan doen?
11 En hij, antwoordende, zeide tot hen: Die twee rokken heeft, dele hem mede, die geen heeft; en die spijze heeft, doe desgelijks.
12 En er kwamen ook tollenaars om gedoopt te worden, en zeiden tot hem: Meester! wat zullen wij doen?
13 En hij zeide tot hen: Eist niet meer, dan hetgeen u gezet is.
14 En hem vraagden ook de krijgslieden, zeggende: En wij, wat zullen wij doen? En hij zeide tot hen: Doet niemand overlast, en ontvreemdt niemand het zijne met bedrog, en laat u vergenoegen met uw bezoldigingen.
Allemaal dingen die in de natuurlijke macht van de mens ligt, al is het geen GROND voor de verlossing-redding van mensen.
Je hebt verkeerde werken, en dode werken (werken die op zich goed zijn, maar zonder geloof en los van God gebeuren) en goede werken.
Die laatste zijn vruchten die voortkomen uit verbondenheid met Hem: blijf in Mij, zo zul je veel vrucht dragen. En ranken die geen vrucht dragen ... lees verder Johannes 15.