Blijven zondigen
Ds. W. Pieters | 3 reacties | 30-03-2016| 08:03
Vraag
Ik kan zo niet meer leven. Elke dag zondigen (soms willens en wetens) en elke dag om vergeving smeken, in de wetenschap dat ik de volgende dag weer zonde zal doen. En dat terwijl ik wel eens ruimte heb gezien in Christus tot behoudenis. Toen was ik zo blij! Toen kon het ook voor mij! Maar als je na zoveel genade nog een ergere zondaar wordt, dan is het toch een teken, dat ik me bedrogen heb?
Hoe komt het, dat je toch zo zondigt, zelfs willens en wetens en soms ook met vermaak? En dat, terwijl je zulk een ruimte hebt gezien in Jezus Christus en de weg of mogelijkheid tot zalig worden. Kan dat wel? Op de bodem van je hart ligt toch de begeerte om zondeloos te leven; en dat weet de Heere ook.
Antwoord
Ik wil deze vraag splitsen in drie vragen: kán dat wel?, mág dat wel? en wíl je dat wel?
Op de eerste vraag moet ik antwoorden: helaas kan het! O, ik haast mij om erbij te schrijven: eigenlijk kan het niet! Maar in de praktijk van het leven van Gods kinderen zien we helaas, helaas dat het gebeurt. Hoe komt dat dan? Omdat je als kind van God (al weet ik niet of de vraagsteller een wedergeboren kind van God is) behalve een nieuwe mens ook een oude mens hebt. Je moet dagelijks tegen de boze lusten van het vlees strijden. Dus het kan wel: genade ontvangen en toch steeds weer te merken dat het lichaam der zonde, die onzalige fontein, zoals artikel 15 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt, nog woelt.
Vraagt iemand: mag dat ook? Dan is het antwoord beslist: nee. Dat mag nooit. Je kunt het niet goedpraten, goedkeuren. Je keurt het volledig en totaal af, niet waar? Je mag er nooit een slordige levenswandel op na houden met als uitvlucht: zo ben ik nu eenmaal! Nee, je zegt hartelijk met Paulus mee: iedereen die de Naam van Christus belijdt, moet zich ver houden van alle zonden.
Maar ik denk dat we bij jouw probleem onderscheid kunnen maken tussen zonden die opwellen in je hart, die je voelt werken in je binnenste én zonden die je daadwerkelijk bedrijft. Wanneer de Schrift zegt, dat je de bewegingen van je lichaam moet doden, betekent dat niet, dat je hoop kunt koesteren dat je ook alle boze gedachten en begeerten uit je zult bannen; maar het betekent wel dat je zowel de gelegenheden tot zondigen ontvlucht als dat je de genegenheden tot zondigen niet stimuleert door je ogen, je oren of je inbeeldingen. Je doet er dus in de weg van afhankelijk gebed en in de weg van de door God gegeven middelen alles aan om het zondigen tegen te houden, uit te roeien.
Hiermee beantwoord ik ook de derde vraag: wil je die dagelijkse zonden wel? Dan moet het antwoord luiden: nee, je haat je zonden, je boezemzonden in het bijzonder. Ja maar, zeg je misschien: de vraagsteller schrijft toch dat er soms zelfs vermaak is in het zondigen! Helaas, dat is waar. Maar de vraagsteller constateert dit met schrik, verdriet en zelfverfoeiing, dat hij er nog vermaak in heeft. En dat doet hem nog te meer een hekel aan zichzelf krijgen. Duidelijk is, dat er ondanks alles een inwendige afkeer is van het vermaak. Zondigen met een zeker vermaak, maar er later bittere spijt van hebben. Iemand schreef eens: ik heb de zonde lief die ik haat; en ik haat de zonde die ik liefheb.
Herken je dit?
Dus tegen tobbers die steeds zonden in zich gewaar worden en er ook nog aan toegeven en er zich aan overgeven, zeg ik: deze strijd en nood heeft elk kind van God op het ene of het andere terrein. Misschien wel het meest op het terrein van de seksualiteit. Seksuele lusten zijn sterk. Je kunt ze niet ontlopen, want je lichaam is altijd bij je. Lichamelijk heb je er vermaak in, maar geestelijk niet!
Belijd alles aan de Almachtige Hij belooft, dat Hij je zal reinigen van al je ongerechtigheden.
Ds. W. Pieters
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Pieters
- Geboortedatum:27-06-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Elspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
website: dspieters.refoweb.nl
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Jezus zegt dat we radicaal moeten zijn. Misschien zijn er nog dingen in je leven die je nog vasthoudt, en die je tegenhouden. Hier een paar teksten die kunnen helpen:
Mat. 5: 27 U hebt gehoord dat tegen het voorgeslacht gezegd is: U zult geen overspel plegen. 28 Maar Ik zeg u dat al wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, in zijn hart al overspel met haar gepleegd heeft. 29 Als dan uw rechteroog u doet struikelen, ruk het uit en werp het van u weg, want het is beter voor u dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel geworpen wordt. 30 En als uw rechterhand u doet struikelen, hak hem af en werp hem van u weg, want het is beter voor u dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel geworpen wordt.
Jezus will hier zeggen dat we ook dingen moeten loslaten die pijn doen om tegen de zonde te strijden --> niet dat je echt je oog eruittrekt, maar wel dat je alles loslaat wat er in de weg staat.
Ook:
1 Korinthe 9: 24 Weet u niet dat zij die in de renbaan lopen, allen wel lopen, maar dat slechts één de prijs ontvangt? Loop dan zo dat u die verkrijgt.
25 En iedereen die aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles. Zij nu doen dat om een vergankelijke krans te ontvangen, maar wij om een onvergankelijke te ontvangen. 26 Ik loop daarom niet zonder duidelijk doel en ik vecht zó met de vuist dat ik niet maar wat in de lucht sla. 27 Maar ik oefen mijn lichaam op harde wijze en maak het dienstbaar, opdat ik niet misschien, na anderen gepredikt te hebben, zelf verwerpelijk word.
En Lukas 14: 33 Zo kan dan ieder van u die niet alles wat hij heeft, achterlaat, geen discipel van Mij zijn.
En Hebr. 12: 4 U hebt nog niet tot bloedens toe weerstand geboden in uw strijd tegen de zonde. (...) 14 Jaag de vrede na met allen, en de heiliging, zonder welke niemand de Heere zal zien.
God will helpen om zonde te overwinnen. Beproef jezelf en schrijf me gerust: emaildfj1@gmail.com
Professor Wisse zei: ik bid dat wanneer ik de genegenheid voel tot zondigen de gelegenheid niet heb en wanneer ik de gelegenheid heb tot zondigen de genegenheid niet voel.
De strijd tegen de zonde is een doorgaande strijd van al Gods kinderen. De strijd tegen de drie vijanden: de duivel, de wereld en het eigen oude vergiftigde deel van het hart gaat door tot de jongste dag. Dan zal Jezus iedereen die nooit tegen de zonde heeft leren strijden openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt!