Verantwoordelijkheid van de mens
Ds. C. Harinck | Geen reacties | 13-12-2003| 00:00
Vraag
Als een mens van nature God niet zoekt en alleen als Hij hem trekt de genade kan aannemen, wat houdt de verantwoordelijkheid van de mens dan nog in om die genade aan te nemen? Wat houdt de belofte "zoekt en gij zult vinden" dan in als een mens niet wil zoeken? En ten slotte: wat houdt dit zoeken in? Bij voorbaat dank voor uw antwoord en Gods zegen toegebeden bij uw werk.
Antwoord
Je zou inderdaad tot de conclusie kunnen komen: De bekering en het geloof, het is alles en alleen het werk van God, dus moet ik het maar afwachten of God bekering en geloof in mij werken wil. De profeten, de Heere Jezus, de apostelen en al die dominees die mensen opwekken en hen bevelen om zich te bekeren en te geloven, zijn niet zuiver in de leer van onmacht en de onwil van de gevallen mens. Het liefst zouden wij willen dat de dominees ons een beetje in bescherming namen, wat meer rekening zouden houden met onze onwil en onmacht en niet zouden eisen wat wij niet kunnen en niet willen. De mens verdient naar ons inzicht eigenlijk medelijden, want hij zou zich wel willen bekeren en wel willen geloven, maar hij kan het vanwege zijn gevallen staat niet meer. De prediker moet deze onmacht en onwil beklemtonen mag daarom eigenlijk alleen maar wensen dat het je nog eens gebeuren mocht. Dat vinden wij dikwijls de meest rechtzinnige dominees.
Nadat ik de zaken zo getekend heb, hoop ik dat je jezelf afvraagt: Zouden de zaken tussen God en mij zo werkelijk liggen? Sta ik dus helemaal onschuldig voor God? Kan ik er echt niets aan doen dat ik onbekeerd ben? Je geweten zal zeggen, dat het zo niet is. Het begrip 'onwil' wijst reeds op schuld. Nee, dat wil niet zeggen dat je nog een vrije wil tot het goede hebt en dat je dus als je echt wilt, je jezelf wel kunt bekeren en geloven? Dan zou het inderdaad van de vrije wil van de mens afhangen bekeerd te worden of niet bekeerd te worden, wedergeboren te worden of niet wedergeboren te worden.
De Schrift leert, dat je zondigt met je wil, omdat je dat verkiest en ongelovig bent met je wil omdat je dat ook verkiest. Dat maakt je dus verantwoordelijk voor je onbekeerlijkheid en ongelovigheid, want je kiest daar vrij- en moedwillig voor. Nog erger wordt deze zonde in het licht van Gods bevel om je te bekeren en te geloven en Zijn uitnodiging om met al je onmacht en onwil tot Hem te komen. God zegt in de Bijbel, dat Hij voor je kan doen wat je zelf niet kunt. Hij kan je stenen hart wegnemen en je een vlesen hart geven.
Verder moet je art. 16 van hoofdstuk 3 en 4 van de Dordtse Leerregels eens lezen. God werkt niet in ons als stokken en blokken. God behandelt ons, ook in de bekering, als mensen met verstand en wil. Hij appelleert daar ook aan in Zijn Woord. Tot slot: Jezus bedriegt niet, als Hij zegt: "Zoekt en gij zult vinden". In het eindoordeel zal niet één zondaar opstaan en zeggen: "God, ik heb gedaan wat u zegt. Ik heb u gezocht en heb U niet gevonden. Ik ben tot Christus gegaan met mijn zonden, onwil en omacht en Hij heeft mij niet ontvangen".
Dit gegeven moet je op de knieën brengen voor God. Zo begint ook het zoeken naar God en Zijn genade.
Ds. C. Harinck
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Harinck
- Geboortedatum:09-04-1933
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Bekijk ook: