Volmaakt de wet houden
mr. J.H. Doeven | 1 reactie | 03-03-2016| 12:41
Vraag
In mijn kerk, Gereformeerde Gemeenten, worden op dit moment in de middagdiensten de Tien Geboden behandeld. Bij iedere dienst wordt er vaak wel benadrukt dat we die geboden nooit volmaakt kunnen houden, zelfs Gods kinderen niet. In het verleden heb ik in een wat vrijzinnige PKN-gemeente en een Gereformeerde Bondskerk gezeten. Ook daar werd zeer regelmatig benadrukt dat we de wet nooit kunnen houden. Natuurlijk kunnen wij onszelf ook nooit aan de geboden houden. Maar waarom moet dat altijd benadrukt worden?
In evangelische kerken wordt altijd gezegd dat de zonde toch wel weer vergeven wordt door de enorme liefde van Jezus. Is het niet zo dat het argument "we kunnen onszelf nooit helemaal aan de wet houden" ook zoiets begint te worden in onze reformatorische gezindte? Een reden om de zonde een klein beetje goed te praten? Waarom proberen we ons niet eens volmaakt aan de wet te houden, in plaats van vooraf al te zeggen dat het toch niet gaat lukken? Is het niet ontmoedigend?
Antwoord
Deze vraag wordt mij vaker gesteld. Kortweg kunnen we die als volgt formuleren: Kunnen de gelovigen, Gods kinderen, Gods wet volkomen houden? En de tweede vraag, daaraan gekoppeld: Als dat niet zo is, moet dit dan altijd zo benadrukt worden?
Bij het beantwoorden van de eerste vraag luisteren we naar wat God in Zijn Woord daarover zegt. Met name in Romeinen 7 stelt God de Heilige Geest dit punt aan de orde, waar Paulus in vers 22 zegt dat hij een vermaak heeft in de wet van God naar de inwendige mens, en in vers 23 verdergaat met te zeggen dat hij in zijn leden een andere wet ziet, die strijdt tegen de wet van zijn gemoed, en die hem gevangen neemt onder de wet van de zonde die in zijn leden is. Paulus spreekt hier over zijn leven na de omkering in zijn leven op de weg naar Damascus, en niet over zijn leven voor dat moment. Immers, toen leefde hij onberispelijk. Lees het maar in de Romeinenbrief.
Het leven van een christen wordt gekenmerkt door strijd. De christen wil heilig voor God leven (lees vraag en antwoord 86 van de Heidelbergse Catechismus), maar ondervindt daarbij tegenwerking en bestrijding door de duivel, de wereld en zijn eigen vlees (oude mens, de mens der zonde). Dat laatste is de grootste vijand, want dat zit in ons, terwijl die andere twee buiten ons zitten. Lees vervolgens vraag en antwoord 114 van de Heidelbergse Catechismus.
Waarom laat God ons toch de wet preken? Lees vraag en antwoord 115 dan erbij. Lees ook eens het einde van artikel 24 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (“Voorts, als is het dat wij goede werken doen ... Zaligmaker”.) En ten slotte verwijs ik je naar de Dordtse Leerregels, Hoofdstuk 5, artikel 1 en 2. God verlost Zijn kinderen in dit leven niet volledig van het vlees (=de oude mens der zonde) en het lichaam der zonde. Waarom niet? Het geeft 1. Zijn kinderen dan een voortdurende reden om zich voor God te verootmoedigen, 2. hun toevlucht tot de gekruisigde Christus te nemen, 3. het vlees (= de oude mens) hoe langer hoe meer door de Geest van het gebed en heilige oefeningen van de godvruchtigheid te doden en 4. naar het eindperk van de volmaaktheid te zuchten, totdat zij ontbonden zijn van het lichaam des doods en met het Lam van God in de hemelen zullen regeren.
Dat moet de toonzetting zijn bij het niet volkomen kunnen houden van Gods geboden. Dan wordt het geen doekje voor het bloeden dat we het niet kunnen. Dan wordt het onze schuld en ons tekort, dat we ‘er nog steeds niet in slagen’ om heilig voor God te leven, terwijl Hij het zo waard is. We vluchten tot het bloed van Christus met ons tekort en onze schuld om daarvan gereinigd te worden. Het gebed rijst op uit ons hart om de leiding van God de Heilige Geest. Niet voor niets behandelt de Heidelberger na het gebod het gebed.
Ik denk dat de predikant wil waarschuwen tegen werkheiligheid (= wettische heiligmaking). Maar we moeten beseffen dat er wel een evangelische heiligmaking is, een heilig leven dat uit het geloof opkomt. Een christen heeft de taak om naar al Gods geboden te leven -hij wil ook niet anders- en dat hij zijn tekort niet mag goedpraten. Het is onze schuld, ons tekort. Maar een christen zal dat ook niet doen. Hij heeft een duidelijke begeerte om heilig voor God te leven. Maar hij komt zichzelf zo tegen en moet met Jakobus erkennen dat wij allen struikelen in vele. En zo, al struikelend en door Christus weer opgericht, gaat hij naar de plaats waar geen tekort in heiligheid meer zal zijn, waar de zonde niet meer zal zijn, waar hij eeuwig een drie-enige God zal grootmaken tot in alle eeuwigheid. Zal jij daar ook bij zijn?
J. H. Doeven,
Houten
Dit artikel is beantwoord door
mr. J.H. Doeven
- Geboortedatum:01-08-1947
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Houten
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Was 42 jaar lang ouderling.
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
God laat ons de wet horen, om te laten weten wat Zijn wil is! Hoe het leven van een mens het beste tot z'n recht komt.
Heel simpel: als iedereen de Tien Geboden zou houden, zou het er hier op aarde dan niet heel anders uitzien? Gods wetten zijn heilzaam.
We moeten de wet niet houden als ladder naar de hemel. Maar als je een gelukkig leven wilt, probeer dan zoveel mogelijk de wet te houden.
Als we de wet niet hoeven te houden, dan:
1. kunnen we Allah naast de HEERE God houden
2. Kunnen we allerlei stereotypen van God maken. Of iedereen dient God naar zijn gevoel
3. Kunnen we raak vloeken en zomaar de reddende Naam van de HEERE voor niemandal gebruiken
4. Werken we ons kapot aan een 24 x 7 economie
5. Laten we onze ouders voor wie ze zijn, en doen we alleen wat voor hen als het goed voelt
6. Leef je in onvrede met je naaste, maak je ruzie met je buren, of nog erger, vermoord je jezelf of iemand in je omgeving
7. Verlaat je je man of vrouw omdat je kiest voor een leven voor jezelf en die droomvrouw/droomman en laat je je kinderen met de puinhopen zitten
8. Ontduik je de belasting, of leeg je de portemonnee van één van je vrienden of neem je dat leuke jasje mee uit de winkel als niemand het ziet..
9. Lieg je tegen je collega's omdat je er niet voor uit wilt komen dat je iets niet kunt. Of je verdraait een rechtszaak om er zelf rijker van te worden
10. Raak je vervuld met jaloezie op een ander die een mooier uiterlijk heeft dan jij, of een snellere smartphone, zodat je diegene niet meer vriendelijk kunt toespreken.
Ieder moge het gebod uitbreiden naar dat hij wil. Maar volgens mij is het géén zegen om de Tien Geboden níet te houden.