Roofdieren voor de zondeval (3)
dr. ir. Wim de Jong | Geen reacties | 26-01-2016| 09:46
Vraag
Ik heb wat opmerkingen over uw antwoord op 'Roofdieren voor de zondeval'. Mij lijkt het wel vrij duidelijk dat er in het paradijs geen dood was als alles goed was. God is leven (Joh 4:16; Joh 17:3), die de wijsheid van God haten hebben de dood lief (Spreuken 8:36) en natuurlijk is God goed(o.a. Mark 10:18). Nu is het alleen moeilijk te definiëren wat dood is, aangezien we dan eerst een goede definitie van leven moeten hebben. Het schijnt dat de Hebreeuwse tekst spreekt over bezield menselijk en dierlijk leven(nephesh chayyah), zoals vogels en zoogdieren. Het is alleen niet duidelijk of bijvoorbeeld insecten daar onder vallen. Later zegt het OT dat het leven in het bloed is.
Jesaja 65:25 zegt dat de wolf en het lam samen zullen weiden, en dat een leeuw stro zal eten als een rund. Blijkbaar kan/kon dat dus.
Maar dan vraagt u zich in de laatste alinea af hoe het ecologisch evenwicht ontstaan kan zijn: ‘‘Ontstond die zomaar vanzelf, en komen we daarmee niet dicht bij een evolutiegeloof?’’ Mijn idee is dat het inderdaad vanzelf ontstond, maar dan juist door degeneratie die op gegeven moment een evenwicht bereikte. Zo hebben (hedendaagse) carnivoren zoals leeuwen een eenvoudig spijsverteringsstelsel dat gemakkelijk vlees kan verteren, wat de menukaart, en dus de kans op overleven, veel groter maakt. Als je een ingewikkelder spijsverteringsstelsel hebt dat slechts is toegelegd op enkele soorten plantaardig voedsel, zoals de koe dat heeft (die overigens toch nog bestaat), of zo kieskeurig bent als deze aap, heb je een lagere overlevingskans. Daarnaast nog niet meegenomen dat kort na de zondeval dieren mogelijk sneller konden variëren en aanpassen omdat hun genomen complexer zouden zijn.
Dat is een beetje mijn theorietje. Hoe denkt u daar over?
Antwoord
De ingenieuze afstemming tussen jagers en prooien (zie mijn antwoorden op de eerdere vragen over 'Roofdieren voor de zondeval' 1 en 2) is heel iets anders dan een 'evenwicht'. Deze afstemming vereist dat in het DNA van zowel jagers als prooien niet alleen hun bouwplan is vastgelegd, maar dat ook informatie aanwezig is die hun uiterlijk programmeert, hun aanvals- en verdedigingsmiddelen, en hun instincten bij het zoeken van een schuilplaats, het vinden van een partner, het grootbrengen van hun jongen, het verzamelen van voedsel of het vangen van een prooi. Al deze informatie kan niet ontstaan door variatie van de informatie over hun bouwplan, omdat bij variatie de hoeveelheid informatie niet toeneemt. De levende natuur bestaat niet uit losse organismen die door toevalsprocessen van variatie en selectie uiteindelijk in evenwicht zijn gekomen met elkaar, maar uit talloze zorgvuldig geconstrueerde ecosystemen die één geheel met elkaar vormen, en waarin de natuurlijke gang der dingen van verval, op talloze plaatsen bestreden wordt (zie mijn eerdere antwoorden). Die schepping noemt de bijbel 'tof', dat wil zeggen: gaaf, uit-één-stuk.
Lees ook:
- 'Roofdieren voor de zondeval' - deel 1
- 'Roofdieren voor de zondeval' - deel 2
- 'Roofdieren voor de zondeval' - deel 4
Dit artikel is beantwoord door
dr. ir. Wim de Jong
Bijzonderheden:
Werkzaam als adviseur en onderzoeker van innovatie en verandering bij INI-Consult, respectievelijk INI-Research.