In bezit genomen door demonen
Ds. H. Veldhuizen | 5 reacties | 07-12-2015| 11:21
Vraag
Ik ben in bezit genomen door demonen, daar ben ik achter gekomen na het overlijden van mijn zoon. Ik gaf het eerst God de schuld dat dit gebeurd is, maar ik ben er achter gekomen dat dit niet de schuld van God is. Ik ben in het bezit van een groep demonen. Ik zie en hoor ze en slaap ‘s nachts met het licht aan. Ik heb vertrouwen in de Vader, Zoon en de Heilige Geest en heb me opnieuw laten dopen als kind van God. Het is echter ontzettend hardnekkig en heb hulp nodig van een deskundige. Kunt u adviseren?
Antwoord
Beste vriend(in),
Je schrijft dat je er na het overlijden van je zoon achter bent gekomen dat je in bezit genomen bent door een groep demonen. Eerst gaf je de schuld van het overlijden van je zoon aan God, maar nu ben je er achter gekomen, schrijf je, dat het niet Gods schuld is. Je ziet en hoort demonen en slaapt ’s nachts met het licht aan, terwijl je aan de andere kant vertrouwen hebt in God. Je hebt hulp nodig van een deskundige, schrijf je, want het is ontzettend hardnekkig. En nu vraag je of ik kan adviseren.
Beste vriend(in), wat ingrijpend, het verlies van je zoon. Ik weet niet hoe lang het geleden is dat hij is overleden, ook niet hoe oud hij was en of hij al of niet hij lang ziek is geweest. Maar het is zo heel menselijk dat je eerst de schuld aan God gaf. Gelukkig dat je het nu anders hebt leren zien en, zoals je schrijft, vertrouwen kunt hebben in God. Toch: het overlijden van een zoon of dochter is zo ingrijpend. Menselijk gesproken is de ‘natuurlijke weg’ dat ouders overlijden vóór hun kinderen en niet andersom. En: je eigen kind heb je als moeder negen maanden bij je gedragen, je hebt het gevoed, de ouders hebben het grootgebracht, enz. Als zo’n kind, of het nu op jonge of oudere leeftijd is, overlijdt, kunnen er allerlei verwarde gedachten bovenkomen. Soms hoor je zijn of haar voetstap of zijn of haar stem nog of je ziet, als hij ziek geweest is, steeds het ziekbed vóór je, er kunnen schuldgevoelens bovenkomen: had ik dit maar (niet) gedaan, had ik dat maar (wel) gedaan. Er kan, en dat gebeurt heel vaak ’s nachts of als je alleen bent, van alles door je hoofd malen. Zijn dat demonen? Jij denkt daaraan. Ik denk echter niet dat je daar direct aan moet denken. Het is allemaal zo menselijk, ons menselijk brein zit zo wonderlijk in elkaar, er kunnen als er iets ernstigs gebeurd is zoveel verwarde gedachten en herinneringen bovenkomen dat je bijna niet meer weet waar je het zoeken moet. En dat is, denk ik, bij jou het geval.
Weet je aan wie ik moest denken toen ik je vraag las? Aan Job. Eerst zegt hij: “De HEERE heeft gegeven en de HEERE heeft genomen, de Naam van de HEERE zij geloofd” (Job 1:21). Maar twee hoofdstukken verder (3:1-5) vervloekt hij zijn geboortedag: “ik wou dat ik nooit geboren was.” Eerst staat er: (1:22) “In dit alles zondigde Job niet”, maar een hoofdstuk verder staat: “In dit alles zondige Job met zijn líppen niet” (2:10), alsof de bijbelschrijver wil zeggen: in zijn hart zondigde hij wel en kwamen er allerlei verkeerde gedachten boven, maar hij sprak die nog niet uit. Maar als hij zijn geboortedag vervloekt komen alle verdriet en boze gedachten eruit. Je schrikt er van. Maar: waren dat nu demonen die bezit van Job genomen hadden? Of waren het heel begrijpelijke menselijke gedachten. En dan komen ook nog zijn drie ‘vrienden’, die tegen hem zeggen (ik zeg het met eigen woorden): Het is allemaal je eigen schuld, Job, door zonden die je hebt gedaan, enz. Nóg eens: het was allemaal zo menselijk-begrijpelijk bij Job. Het waren wel boze gedachten en gebrek aan Godsvertrouwen en daar zat heel wat verleiding van de satan in. Maar demonen?
Hoe kwam Job nu boven al die ‘verwarde gedachten’ uit? Doordat God hem Zijn almacht in de schepping en in de natuur liet zien, de twee hoofdstukken 38 en 39. Dan zegt Job: “Ik ben te gering, wat zou ik antwoorden, ik leg mijn hand op mijn mond” (39:37). Om het met eigen woorden te zeggen: ik, klein mensje, ik kan alles van Gods weg niet begrijpen, ik zwijg. En, je kent vast de geschiedenis wel: in hoofdstuk 42 komt het weer goed. De HEERE zegende het latere leven van Job meer dan zijn eerdere (42:12). Daar zou ik een beeld in willen zien: van het eeuwige leven dat er is voor allen die geloven in de Heere Jezus Christus en waarvan God heeft gezegd: Zie, Ik maak alle dingen nieuw (Openb. 21:5).
Nu vraag je of ik je kan adviseren? Beste vriend(in), ik doe een poging, want ik weet zo weinig van je. In de eerste plaats zou ik willen zeggen: het mooiste zou zijn als je (de ziekte van en) het overlijden van je zoon helemaal aan de Heere kunt overgeven, ook al zal dat in het begin misschien zijn met veel vallen en opstaan. Zoals de vader van de maanzieke jongen: Ik geloof, Heere, kom mijn ongeloof te hulp (Markus 9:24). Daarbij mag je elke keer als er moeilijke gedachten bij je boven komen en bijvoorbeeld voordat je naar bed gaat, bidden (je zult dat vast al veel keren gedaan hebben, maar houd vol): Heere, neem die verwarde gedachten of flarden van gedachten van mij weg, dat ik vannacht goed mag slapen. Zodat het bij je mag worden wat David in psalm 3 zegt (toen hij op de vlucht was voor zijn zoon Absalom): “Ik lag neer en sliep, ik ontwaakte, want de HEERE ondersteunde mij” (vers 6). Dat bidden kan ook door anderen, die voor en met je willen bidden, goede vrienden die de Heere Jezus kennen. In sommige gemeenten zijn christenen die een verlies geleden hebben, die regelmatig bij elkaar komen rond het thema ‘Verliesverwerking’ (kan ook anders heten), en die elkaar vanuit de Bijbel tot steun zijn. Zoiets zou ook voor jou goed zijn. Misschien is het ook goed, als je dat nog niet gedaan hebt, dat je er met je huisarts over praat, hij kan je misschien medicijnen geven of eventueel verwijzen naar professionele hulp. Maar vooral, beste vriendin, het geloof en het gebed, waarbij je vast mag weten dat God een bidder niet laat staan, ook jou niet, als je in het geloof op Hem ziet.
Ik hoop dat ik je wat geholpen heb. Van harte sterkte en de nabijheid van God toegewenst.
Ds. H. Veldhuizen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Veldhuizen
- Geboortedatum:02-01-1938
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wapenveld
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
EmeritusDit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
U vraagt advies omdat u meent bezeten te zijn door demonen?
Mocht dat het geval zijn, dan is het allereerst zaak om te beseffen dat een wedergeboren kind van God, Christus toebehoord en geen ander! Daar waar de Heilige Geest aanwezig is, is er geen ruimte voor pootloze buikschuivers. Althans niet in de zin van bezeten zijn, waarvan hier een definitie:
Bestuurd en in eigendom genomen zijn door een demon of meerdere demonen.
Snap je de paradox als je als kind van God zegt bezeten te zijn?
Wat wel het geval kan zijn is dat die pootloze je op de hielen zit. En dat mag ie graag doen. De rotzak. Met name als hij daar ruimte voor krijgt...
Het is dus een van beiden:
1. Of je bent niet wedergeboren. (Denk er om dat je dit niet gaat geloven! Valstrik!)
2. Of hij vind ruimte bij jou om je te beïnvloeden. Maar dat gebeurd extern en kan nimmer intern als kind van God. (Hoogstwaarschijnlijk)
Blijf God opzoeken in gebed is mijn advies. En onderzoek jezelf, waar krijgt ie de ruimte? Ik zal ook voor je bidden. Maar exorcisme geloof ik niet in, is niet de opdracht denk ik.
Ik lees dat je je opnieuw hebt laten dopen. Mag ik je vragen wat je hiermee bedoeld?
Mocht het zo zijn dat je meent dat de doop steeds weer herhaald moet worden, dan ligt daar dus ruimte.
@Sjors, ik vind je stelling wat kort door de bocht. Ik weet niet waar je die definitie vandaan hebt. Maar zelf zou ik voorzichtiger zijn met de stelling dat een wedergeborene niet bezeten kan zijn. Onderbouw anders je mening met bijbelteksten...
Goed dat je ergens wat van vind. Aangezien dit geen discussiehoek is, stel ik voor dat je een topic opent op het forum, waar ik meer dan bereid ben om dit onderwerp uit te diepen.
Met hartelijke groeten,
Sjors.
Zie het forum, afdeling algemeen onder psychologie en gezondheid, onderwerp:
Verdrijven van demonen?
Hartelijke groeten,
Sjors.