Uitspraak van Calvijn
Redactie Refoweb | 2 reacties | 30-11-2015| 10:40
Vraag
Wat bedoelt Calvijn als hij zegt: “Het hart van de mens is een werkplaats waar vele afgoden worden gefabriceerd.”
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Graag zou ik de vindplaats van deze woorden weten. Want vanuit de context geeft Calvijn zeer waarschijnlijk zelf een antwoord cq. omschrijving van wat hij bedoelt. Het komt er vast wel op neer dat hij beweert dat de afgoden verzinsels van mensen zijn, zoals we o.a. kunnen lezen in Psalm 115:4-8 en in Jeremia 10:1-6.
Ds. W. C. Meeuse
Dit artikel is beantwoord door
Redactie Refoweb
Bijzonderheden:
Mailadres: vragen@refoweb.nl
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
2 reacties
Zosima
30-11-2015
/ 11:00
Dit is te vinden in de institutie van Calvijn 1.11.8 over het tweede gebod.
irenicus
30-11-2015
/ 11:54
O, dank Zosima, je bent me voor - Voor de context: De NL vertaling (Sizoo) is: Boek I hoofdstuk XI : 8
...Dat het zonde is aan God een zichtbare gedaante toe te kennen, en dat in het algemeen van de ware God afwijken, al wie zich afgoden oprichten.
8. Verder, over de oorsprong van de afgodsbeelden is met na genoeg algemene instemming aangenomen, wat staat geschreven in het Boek van de Wijsheid (14:15): namelijk dat de eerste uitvinders daarvan diegenen geweest zijn, die aan de doden deze eer bewezen, dat ze de herinnering aan hen bijgelovig vierden. En zeker, ik erken, dat deze verkeerde gewoonte zeer oud is, en ik loochen niet, dat zij de fakkel geweest is, waardoor de dolle drift van de mensen tot beeldendienst ontstoken is en daarna heftiger ontvlamd is; maar toch geef ik niet toe, dat dit de eerste bron van het kwaad geweest is. Want dat de afgodsbeelden reeds in gebruik waren, voordat dat streven om de beelden van de doden te wijden toegenomen was (waarvan bij de heidense schrijvers herhaaldelijk melding gemaakt wordt), blijkt duidelijk uit wat Mozes zegt. Wanneer hij verhaalt (Gen. 31:19), dat Rachel de afgodsbeelden van haar vader gestolen had, dan spreekt hij daarover als over een algemeen verbreid kwaad. Daaruit kan men opmaken, dat het verstand van de mens om zo te zeggen, een werkplaats is, waar voortdurend afgoden gemaakt worden.....
... dus niet hart, maar verstand....
...Dat het zonde is aan God een zichtbare gedaante toe te kennen, en dat in het algemeen van de ware God afwijken, al wie zich afgoden oprichten.
8. Verder, over de oorsprong van de afgodsbeelden is met na genoeg algemene instemming aangenomen, wat staat geschreven in het Boek van de Wijsheid (14:15): namelijk dat de eerste uitvinders daarvan diegenen geweest zijn, die aan de doden deze eer bewezen, dat ze de herinnering aan hen bijgelovig vierden. En zeker, ik erken, dat deze verkeerde gewoonte zeer oud is, en ik loochen niet, dat zij de fakkel geweest is, waardoor de dolle drift van de mensen tot beeldendienst ontstoken is en daarna heftiger ontvlamd is; maar toch geef ik niet toe, dat dit de eerste bron van het kwaad geweest is. Want dat de afgodsbeelden reeds in gebruik waren, voordat dat streven om de beelden van de doden te wijden toegenomen was (waarvan bij de heidense schrijvers herhaaldelijk melding gemaakt wordt), blijkt duidelijk uit wat Mozes zegt. Wanneer hij verhaalt (Gen. 31:19), dat Rachel de afgodsbeelden van haar vader gestolen had, dan spreekt hij daarover als over een algemeen verbreid kwaad. Daaruit kan men opmaken, dat het verstand van de mens om zo te zeggen, een werkplaats is, waar voortdurend afgoden gemaakt worden.....
... dus niet hart, maar verstand....