Bijbels genieten
Ds. J.J. Tigchelaar | Geen reacties | 27-11-2015| 16:54
Vraag
Het afgelopen jaar is voor mij erg hectisch geweest. Ik heb anorexia ontwikkeld en ben daarvoor in behandeling. In de tijd dat ik mijn eetstoornis ontwikkelde heb ik mezelf allerlei 'lekkere dingen' zoals taart en koekjes verboden, allereerst omdat ik bang was dat ik daar dik van zou worden maar ook omdat ik het gevoel heb dat ik, als zondig mens, het niet verdien om van zulke dingen te genieten. Om mij heen zie ik zoveel mensen die helemaal op kunnen gaan in lekker eten (ik vind dat niet erg hoor, laat hen lekker genieten!) maar dat zou ik mezelf dus echt niet gunnen.
Ook heb ik heel erg 'bewegingsdrang', ik gun het mezelf niet om eens rustig een boek te lezen, of lekker even op de bank te liggen wanneer ik moe ben. Ik ben nog in therapie bij een niet-christelijke instelling. Wanneer ik mijn therapeut vraag wat ik dan als reden zou moeten hebben om eens iets 'lekkers' te eten, of om een keer iets ontspannends te doen zegt ze: "Je leeft om te genieten, en jij wordt ongelukkig van al dat bewegen en continue die strijd om wat je niet mag eten. Ga lekker genieten." Ik vind dit antwoord heel erg lastig, omdat ik genieten zie als iets wat wel voor anderen is weggelegd maar niet voor mij.
Ik weet dat ik veel slechte dingen heb gedaan en ik voel me hier erg schuldig over. Ergens heb ik het gevoel dat 'genieten' iets werelds is, God heeft ons immers toch niet alleen geschapen om te genieten? Hij heeft ons geschapen om Hem te eren, dat is iets wat ik op dit moment niet genoeg doe, dus is genieten al helemaal niet voor mij weggelegd. Of zie ik dit verkeerd? Wat zegt de Bijbel nu eigenlijk over genieten?
Antwoord
1. Ik ben geen therapeut, maar dominee. Daarom ga ik in op de vraag in de laatste zin: “Wat zegt de Bijbel nu eigenlijk over genieten?” Het viel me op dat de meeste christelijke handboeken hier niet over schrijven. Genieten en blij zijn hangen met elkaar samen. In de Bijbel wordt minstens 200 keer de blijdschap genoemd.
2. Er zijn drie soorten genieten en blijdschap:
a. Je kunt genieten van de zonde en het verkeerde. Dat is het genot van de wereld. Zie Hebreeën 11:25.
b. Je mag blij zijn en genieten van Gods genade, zijn beloften en de zending van Jezus Christus.
c. Je mag blij zijn en genieten van dingen die God geeft in het gewone leven. Ook voor niet-gelovigen gaat gelukkig elke dag de zon op (Mattheüs 5:45). Het is toch ook niet zo dat alleen christenen dankbaar mogen zijn voor en genieten van gezondheid, voldoende voedsel en kleding, en al die andere dingen.
3. In de berijmde psalmen van 1773 wordt veertien keer het genot en genieten bezongen. Tweemaal gaat het over verkeerd genot, de andere twaalf keren over goed en dankbaar genieten.
4. Het laatste is belangrijk: dat blijdschap en genieten uitloopt op dankzegging tot de grote Gever. We leven niet om te genieten, maar om dankbaar te zijn voor het genot dat we ontvangen. We mogen genieten van liefde en seks in het huwelijk, van lekker eten, van een vakantie en van zoveel dingen die we krijgen. Daarvan zegt Paulus in 1 Thessalonicenzen 5:18.”Dankt God in alles.” Niet alleen vóór alles, maar ons hele leven en al onze daden dienen een teken en een bewijs van dankbaarheid te zijn. En in 1 Timotheüs 6:17 schrijft hij dat God ons alle dingen in rijke mate verschaft om ervan te genieten.
5. Ook in het Oude Testament wordt ons genieten van tijdelijke dingen niet verboden, maar zelfs aangeprezen. Prediker 3:12: “Ik heb gemerkt dat er voor hen niets beter is dan zich te verblijden en het goede te doen in hun leven, ja ook, dat ieder mens eet en drinkt en het goede geniet van al zijn zwoegen. Dat is een gave van God.” Er staat ieder mens, daar horen ik en jij ook bij. Lees ook Prediker 2:24, 5:17, 7:14, 9:7 en 9.
6. Tegelijkertijd wordt daarin ook duidelijk de betrekkelijkheid van dat genieten erkend. We gaan niet op in genieten. Voor veel mensen van nu schijnt er naast of zelfs in plaats van de tien geboden van God een nieuw gebod te zijn: “Gij zult genieten.”
7. Het christelijk leven staat tussen aan de ene kant: “Raak niet en smaak niet” en aan de andere kant: “Het hele leven moet één dolle pret zijn.” We mogen wijn drinken met een vrolijk hart, maar dronkenschap is een gruwel. We mogen lekker eten, maar de maag mag niet onze afgod worden. We bezitten als niet bezittenden. We mogen genieten, maar altijd met een grens. Naast de uitbundigheid in bijvoorbeeld de Psalmen en het Hooglied staat de ingetogenheid van Prediker en Spreuken. Vraag de Heere dat hij jou en ons allemaal steeds leert als dankbare mensen tot zijn eer te leven.
Ds. J. J. Tigchelaar
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. Tigchelaar
- Geboortedatum:05-12-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Putten
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus predikant en adviseur predikantenopleiding Church of Central Africa