Ieder mens moet een Pniël kennen
Ds. W. Pieters | Geen reacties | 12-11-2015| 14:00
Vraag
Ik heb eens een dominee horen zeggen: “Ieder mens moet een Pniël kennen in zijn leven: ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht en mijn ziel is gered geweest.” Kent iemand met een toevluchtnemend geloof ook een Pniël?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Wat is er in Pniël gebeurd? In Genesis 32 vanaf vers 24 staat, dat Jakob bij de rivier de Jabbok is gekomen; na jarenlange afwezigheid weer in zijn geboorteland.
Nadat hij zijn gezinsleden en personeel met alle bezittingen over de rivier laat gaan, blijft hij zelf alleen achter; om tot God te bidden (zegt kanttekening 35 op vers 24). En dan gebeurt er in die nacht iets wonderlijks: een Man worstelt met hem. Deze worsteling duurt tot aan het aanbreken van de nieuwe dag. Die Man vraagt dan aan Jacob om Hem los te laten, want Hij wil gaan, aangezien de dageraad is opgegaan. Maar Jakob laat Hem niet gaan, tenzij Hij hem eerst zegent. Hij ontvangt de zegen van een nieuwe naam. Eerst heette hij alleen Jakob, nu krijgt Hij ook de naam Israël. ‘Jakob’ betekent, dat hij de hiel van zijn tweelingbroer vasthield, voor de geboorte; ‘Israël’ betekent, dat hij zich vorstelijk met God en mensen heeft gedragen en heeft overwonnen. Dan gaat die Man, Gods Zoon, weg en komen de eerste stralen van de zon over de kim en zegt Jakob: “Ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht en mijn ziel is gered geweest.” Daarom noemt hij de naam van die plaats Pniël. Want het Hebreeuwse woord ‘Pniël’ betekent: Gods gezicht.
Nu is de vraag of iedereen in zijn leven een Pniël moet kennen. De lezers zullen wel begrepen hebben, dat het in deze vraag om beeldspraak gaat. De gebeurtenis van Pniël bevat voor Jakob een les en het gaat erom of die les ook voor ons nodig is. Om op deze vraag te antwoorden, moeten we eerst weten, welke betekenis de Pniël-ervaring in het leven van Jakob heeft. De Schrift is daarover zeer sober. Dat opent voor mensen een wijd veld van mogelijke lessen. En een ieder ziet er weer wat anders in. Er zijn er, die de ervaring van Jakob bij Pniël zien als een keerpunt in zijn leven, zo, dat Jakob vóór Pniël wel wedergeboren, maar nog niet gerechtvaardigd was. Waarop baseert men deze mening? Op de nieuwe naam Israël, die Jakob kreeg, en dat hij zegt dat Hij God van aangezicht tot aangezicht heeft gezien. Hoewel kanttekening 18 op Hosea 12 vers 4 de naam Jakob niet ongunstig uitlegt: dat Jakob al in de moederschoot de hiel van zijn tweelingbroer vasthield, was tot een teken, dat God aan Jakob het recht der eerstgeboorte door pure genade beschikt had, wat hij door het recht der natuur niet kon hebben.
Er is over de geschiedenis van Pniël ook een andere mening. Onze statenvertalers duiden het op de komende ontmoeting met Ezau. De bedoeling van deze strijd én van de nieuwe naam was (kanttekening 37): om Jacob te verzekeren van een goede uitkomst uit het aanstaande gevaar. Calvijn zegt, dat we in de worsteling met Jakob kunnen zien, dat heel ons leven een worsteling is. Hij betrekt de ervaring van Pniël niet op een bepaalde gebeurtenis in het leven van Gods kinderen, maar op het hele leven: dagelijks beproefd en geoefend worden, dagelijks in de geloofsstrijd staan.
Zo bezien luidt het antwoord op de vraag, of Gods kinderen ook nu nog een Pniël-ervaring moeten kennen, dus: ja. En als wordt gevraagd of dit ook in een toevluchtnemend geloof al wordt gekend, luidt het antwoord: ja, allen zullen iets van die worsteling en van die nieuwe naam leren. Waarom dan? Kanttekening 22 op Hosea 12 vers 5 zegt dat de geschiedenis van Jakob in de Bijbel staat: om een zeer lieflijke en troostrijke verborgenheid daardoor te beduiden van de strijd en overwinning van Gods kinderen. Dus dat ook wij hierdoor verzekerd worden van de gelukkige afloop van ónze geestelijke strijd.
Maar het zien van Gods aangezicht? Heeft het toevluchtnemend geloof dat ook? Ja, want waar zien wij Gods aangezicht beter dan in het Evangelie? Kanttekening 10 op 2 Korinthiërs 4 vers 4 luidt: door Christus worden Gods heerlijkheid, rechtvaardigheid, genade, wijsheid en macht ons in het Evangelie als in een spiegel getoond. Dus onder het gelovig lezen van wat ons in het Evangelie beloofd wordt, zien wij in een spiegel Gods Beeld, Gods gezicht. Wie Jezus door het geloof aanschouwt, heeft Zijn Vader gezien, zegt Jezus Zelf in Johannes 14 vers 9.
Ds. W. Pieters
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Pieters
- Geboortedatum:27-06-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Elspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
website: dspieters.refoweb.nl