Gebruik van de middelen in Dordtse Leerregels
Ds. A.K. Wallet | Geen reacties | 23-10-2015| 16:32
Vraag
In artikel 1.16 van de Dordtse Leerregels worden mensen die nog niet bekeerd zijn aangespoord om vlijtig voort te gaan in het gebruik van de middelen. Dit artikel wordt tegenwoordig ook nog al eens aangehaald om mensen aan te sporen, te bemoedigen, etc. Mijn vraag is waar in de Bijbel de Dordtse leraren het op gebaseerd hebben dat mensen die bekeerd willen worden, de middelen moeten waarnemen. Natuurlijk staat in Romeinen 10:17 bijvoorbeeld dat het geloof uit het gehoor is, maar uit de context blijkt dat het vooral een oproep tot evangelisatie betreft en niet zozeer een advies aan ongelovigen om zich onder het gehoor van Gods Woord te plaatsen.
Als ik zo wat antwoorden in deze vragenrubriek (of vragenrubrieken van bv. kerkelijke bladen) doorlees op vragen van mensen hoe je tot bekering moet komen, dan valt mij op dat daar eigenlijk twee typen antwoorden op gegeven worden: ten eerste de oproep om de middelen te gebruiken (waardoor God het geloof werkt) en daarin te volharden, ten tweede om je onmiddellijk te bekeren en dat het eigenlijk ook geen zin heeft om de middelen waar te nemen zolang je niet het ware geloof hebt. In de Bijbel lijkt zo'n onderscheid ook wel eens voor te komen. Bv. in Handelingen 17 spreekt Paulus in vers 27 over de Heere zoeken die dan “tastenderwijs” gevonden kan worden, terwijl hij in vers 30 juist iedereen oproept om zich onverwijld te bekeren. Dat is de reden dat die vraag bij mij opkwam.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vrager,
Je vraag gaat in feite over, zijn er genademiddelen. In de NGB, art. 2 belijden we dat we God kennen door twee middelen: het boek der natuur en nog duidelijker in het boek van de Schriftuur. De schepping spreekt ons van de majesteit en de grootheid van God, maar kan ons niet zalig maken. Echter hebben we de Bijbel als openbaring van God tot onze zaligheid. Het middel dat de Heere ons gegeven heeft is Zijn eigen Woord. Heel het Woord is een middel tot zaligheid. Niemand hoeft te zeggen: ik weet het middel niet. Heel Gods Woord is een uitgestoken hand van de drie-enige God: Hij is het, Die ons Zijn vriendschap biedt (Ps. 103).
We hebben ook andere middelen van God gekregen: de levensmiddelen en de geneesmiddelen. Wat doen we daarmee? We maken er een dankbaar gebruik van. Uit Gods Woord weten we dat de Heere ook zonder die middelen mensen in het leven kan houden, denk aan Elia (40 dagen). Maar de gewone weg is dat de Heere ons levensmiddelen geeft om die te gebruiken. Zo zijn er ook geneesmiddelen. Uit Gods Woord weten we dat er ook mensen genezen zijn zonder geneesmiddelen. Jezus, sprak tot de tien melaatsen en zij waren genezen. Maar Gods gewone werk is dat we de middelen gebruiken tot herstel van ons lichaam.
Veel meer geeft God ons de genademiddelen. Soms kan de Heere ook zonder direct middel iemand wederbaren, denk aan Jeremia en Johannes de Doper, die al in de moederschoot wedergeboren waren. Maar Gods gewone weg is om door middel van het lezen uit de Bijbel en de prediking daarvan mensen doet wedergeboren worden.
Bijzonder zijn er de beloften van het Evangelie. In zondag 7 van de Catechismus wordt gevraagd: wat is een christen nodig te geloven? En dan wordt er geantwoord: Al wat ons in het Evangelie beloofd wordt.
Beloften: Ik noem er enkele: Zoek Mij en leef (Amos 5); Wie U aanroept in de nood, vindt Mijn gunst oneindig groot (Ps. 86); Ik zal u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in het binnenste van u (Ez. 36). Denk aan de woorden van Christus: Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast bent, en IK zal u rust geven.(Matth. 11). Op de laatste bladzij van de Bijbel staat: Wie dorst heeft kome en die wil neme het water des levens om niet (Op. 22). God roept onbekeerden en die mogen pleiten op de beloften. Het is voor onwaardigen, voor hen die het oordeel verdiend hebben. Ik ben gezonden tot verlorenen, sprak Christus.
Nu is het van belang dat wij werkzaam zijn met die beloften. Ik hoor een dichter bidden: “Heere Gij hebt gezegd zoek Mijn aangezicht.” En wat doet de dichter dan? “Ik zoek Uw aangezicht o, Heere” (Ps. 27). Hij komt de zondaar noden (nodigen) nog eer Hij tot Hem vlucht. De Heere komt niet bij hen omdat zij geloven, maar omdat zij niet geloven. Hij ontfermt Zich over zondaren, opdat zij gaan geloven.
Dus gebruik je Bijbel en bidt: Heere, zendt Uw licht en Uw waarheid dat die mij geleiden (Ps. 43). Dan geeft de Heere door Zijn Heilige Geest de opening van het Woord. Men hoeft niet meer te tasten zonder te vinden, want Hij is nu In Christus geopenbaard tot bekering (Hand. 17).
Ik hoop dat dit antwoord een middel voor je is tot zegen.
Hartelijke groet,
Ds. A. K. Wallet
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.K. Wallet
- Geboortedatum:17-06-1939
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Schoonrewoerd
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
emeritus