De Bijbel en humor
Ds. M.F. van Binnendijk | 1 reactie | 17-10-2015| 10:31
Vraag
In de HSV-jongerenbijbel lees ik een stukje over “humor in de tijd van de Bijbel.” Ik vraag me af of de Heere Jezus humor had (zoja, op welke manier)? Op welke momenten, in de tijd van de Bijbel, zullen ze (joden, discipelen of wie dan ook) hebben staan lachen?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Historie
De vraag of Jezus gelachen heeft of niet, lijkt voor iemand als ons uit de 21e eeuw onbelangrijk (al wordt hij nu dan toch op Refoweb gesteld). Maar middeleeuwse theologen waren bijzonder geïnteresseerd in wat de mens nu werkelijk tot ‘mens’ maakt, meer nog: wat het gevolg is van de zonde op het mens-zijn. Wanneer je als theoloog kon 'bewijzen' dat een bepaalde handeling in het paradijs al plaatsvond, was die handeling per definitie 'goed', want nog niet aangetast door de zonde. Hetzelfde gold voor Jezus, die “in alles aan ons gelijk is geworden, behalve in de zonde.” Wanneer je een bepaald kenmerk aan Hem kunt toedichten (eten, lachen), “dan weet je zeker dat het een 'goed', ofwel: niet zondig kenmerk is.”
De woestijnvader en lachhater Efrem de Syriër was de eerste die beweerde dat Jezus nooit gelachen heeft. Dit Leidmotief vinden we terug in Umberto Eco’s beroemde roman “De Naam van de Roos”, waarbij hij abt Jorge bij hoog en laag laat beweren “dat Jezus nooit gelachen heeft” (met alle argumentatie van dien). “Om Christus te kunnen navolgen -het levensdoel van elke monnik- moest hij het lachen laten en weeklagen over zijn zonden”, aldus Efrem.
De idee dat Jezus niet heeft gelachen kent een grote verspreiding in de middeleeuwse theologie. Iemand als Johannes Chrysostomos (349-407) nam het over in zijn eigen theologie en schreef in een preek over de evangelist Mattheüs dat “geen enkele evangelist vermeldt” dat Jezus gelachen heeft. De wereld is voor deze theoloog “geen theater gemaakt om te lachen, maar om in te treuren.”
In de Bijbel lijkt op het eerste gezicht niet veel te worden gelachen. De verhalen van het Oude en Nieuwe Testament staan vol serieuze teksten over God, profeten, koningen en rechters. Het voortdurend terugkerende thema is, dat het zondige volk zich afkeert van de Heere en daarvoor gestraft wordt. Daarop volgt een periode van boete en inkeer, waarop God het volk weer in genade aanneemt. En de hele cyclus... begint van voren af aan. De Richterentijd is hiervan wel één van de meest schrijnende voorbeelden.
Relatie
Hoewel God een God van heiligheid is -uniek in Zichzelf- en als Koning alle eer, eerbied en respect toekomt, valt niet te ontkennen dat God als Schepper ons ook de humor als eigenschap heeft gegeven. We moeten humor niet verwarren met sarcasme (bijtende spot), cynisme (honds gedrag) of ironie (milde spot, onenigheid).
Bij goede humor ontbreekt het nooit aan sensitiviteit (invoelingsvermogen), mildheid en liefde. Zij zal altijd voorbij gaan aan het kwetsen van anderen. Humor heeft het in zich om woorden en gedachten en gedragingen van mensen te relativeren, dat is: in de juiste relatie te brengen tot het wezenlijke, en terug te brengen tot de juiste proporties. Okke Jager wijst in zijn boek “De humor van de Bijbel” (1954) er op, dat er een groot verschil is tussen “de humor van de moderne mens, die buiten Christus leeft” en de humor van de Bijbel: “De echte humor bloeit alleen in de grond, waar Gods Woord wortel heeft geschoten” (p. 105).
Wanneer wij de Heiland zien omgaan met allerlei slag mensen die onder Zijn prediking en aandacht komen, dan ligt in Zijn reddingsplan juist dit relativerende element voorop: het weer in relatie brengen tot God, de naaste en -niet in het minst- tot zichzelf.
Wie de woorden en gedragingen van de Heiland (met name tegenover Zijn opponenten) goed doordenkt, kan niet ontkennen dat Zijn manier van communicatie op specifieke momenten humor in zich heeft. Humor ondermijnt het conventionele en autoritaire. Bij Jezus zie ik voortdurend de mengeling van humor én ernst; ernst én humor.
Je vraagt om een voorbeeld?! Eén voorbeeld uit vele! Wanneer Hij met Zijn vinger in het zand schrijft zónder Zijn vraagstellers antwoord te geven en hen beschaamd laat staan. De humor ligt in het stilzwijgen en geeft de ander gelegenheid een antwoord te formuleren. De ernst is, dat Hij hun namen in het zand schrijft en zodoende de profetie vervult. De humor én ernst: ze krijgen méér antwoord dan ze vroegen, en worden zodoende (liefdevol en ernstig!) ‘op de juiste plaats gezet.’ Humor doet -als het goed is- ieder mens altijd weer realiseren dat, ontdaan van alle aannames, het zó is! Dit is bevrijdend evangelie van het zuiverste water! Nog een ander voorbeeld. Is lachen gezond of zondig? Als ik alleen al de Psalmen lees, die ons voortdurend oproepen tot juichen. Kun je dat met een effen gezicht? Neem nu Psalm 126 (ber. 1773): “Wij lachten, juichten; onze tongen, verhieven 's HEEREN naam, en zongen...”
Of Jezus Zelf ook gelachen heeft? Moeten we het eerst letterlijk in de Bijbel kunnen teruglezen om het aan te nemen? We lezen in de Schrift dat Jezus at en dronk. (“Al wat de mond ingaat...” zegt Hij). Nergens wordt expliciet gezegd dat Jezus “te voet ging waar koningen te voet gaan” (terwijl Hij wel spreekt over “de heimelijkheid” en “het verborgene”). Ook wat de Schrift niet zegt is veelzeggend!
Kortom...
Jezus is volkomen mens geworden - uitgenomen de zonde! Daarom: trek zelf je conclusie!
Ds. M. F. van Binnendijk,
Rotterdam
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M.F. van Binnendijk
- Geboortedatum:30-11-1963
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Stadskanaal
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Lees ook: het weblog 'Dominee in de bajes'
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
http://www.boekwinkeltjes.nl/su/?qs=okke+jager&qt=humor&qo=&zip=&dist=0&lang=&img=0&t=1&n=1&prijsvan=0.00&prijstot=