In alledaagse taal en stijl spreken
Ds. W. Pieters | 2 reacties | 15-10-2015| 12:43
Vraag
Mag je wel in alledaagse taal en stijl over de Schrift, over het heilige en over God spreken? Hoe moeten wij daarover denken en er zelf mee omgaan?
Antwoord
Taalgebruik is per persoon verschillend. Iedere mens, dus ook iedere predikant, heeft zijn eigen stijl en zijn eigen taalgebruik. Dat zie je ook in de Bijbelboeken. De stijl van Jesaja is (zeker in het Hebreeuws) niet gelijk aan die van Amos.
Als Amsterdammer geboren te zijn, als zoon van een Haagse notaris of als dochter van een Veluwse boer, dat maakt allemaal best verschil in de manier waarop je taal gebruikt. En daarbij komt dan nog: wat voor opleiding heb je gevolgd? Ik ken ouderlingen die niet goed Hollands kunnen, maar dialect spreken, ook in het gebed.
Belangrijk is de overweging dat we in ons taalgebruik niet onbegrijpelijk moeten zijn omdat we (zogenaamd) eerbiedig zijn. Aan de andere kant hoeven we ook niet te populair te zijn om (zogenaamd) dichter bij de jeugd te staan.
Ik denk eigenlijk nooit aan dit probleem. Ik probeer maar gewoon te doen en mezelf te zijn. Ik heb geleerd ervoor te waken om een preektoon aan te kweken (wat ook onbewust kan gebeuren). Verder luister ik goed naar mijn catechisanten, zodat ik probeer bij hun begrip aan te sluiten en allerlei Bijbelse uitdrukkingen probeer ik steeds te verklaren. In het bijzonder wel uit de Oudnederlandse taal die we in onze Statenvertaling tegenkomen. Ik zal nooit zeggen: God vordert van ons, dat we... (zoals antwoord 16 het heeft). Maar ik zal zeggen: God eist van ons, dat we...
Ik gebruikte een keer de uitdrukking "parels aan de middelaarskroon van Christus." Opeens bedacht ik: wie van de jongens en meisjes zou deze uitdrukking eigenlijk begrijpen? Toen heb ik maar geprobeerd haar uit te leggen. Ik hoor meer dan eens dat wij als predikanten woorden en uitdrukkingen gebruiken die een kind niet begrijpt, die onze jongelui niet begrijpen en die ook heel wat ouderen niet begrijpen.
Omdat we aan de andere kant ervoor moeten waken om platvloers te worden, kan de vraag opkomen: hoe moet het dan wel? Ik kan daar geen algemene uitspraak over doen. Vraag de Heere om indrukken van Zijn hoge Majesteit (dan praat je eerbiedig tot en over God – ook in de toon die je ‘aanslaat’). Houd in de vreze van Zijn Naam een teer geweten en wees toch zo gewoon mogelijk. Van harte wens ik jongere en oudere lezers toe, met kinderlijke eerbied en ontzag vervuld te zijn wanneer het gaat over God en Zijn Woord.
Ds. Veldkamp schreef een heel populaire en eenvoudige verklaring van het boek Daniël. Ook over de geschiedenis van Daniël 5 (koning Belsazar met het raadselachtige schrift op de wand). In vers 6 staat: “Toen veranderde de glans van de koning zich en zijn gedachten verschrikten hem en de banden van zijn lendenen werden los en zijn knieën stootten tegen elkaar aan.”
Ds. Veldkamp schrijft: “Er voer een geweldige schrik door de menigte. Het was wel geen heilzame schrik, die bekering werkt, maar ze kregen het toch allemaal erg benauwd, die ‘geweldigen’, onder die paar regels schrift van de schrijvende God. Dit schrift heeft wonderen verricht. Niet te tellen is het aantal zondaren, dat het er benauwd onder gekregen heeft. Zó benauwd, dat ze geen enkele uitweg meer wisten dan... Jezus! De letters van die Bijbel zijn gaan branden als vlammen en hebben hier en daar en overal mensen met hun zondeleven in brand gezet.
En wij? Is het misschien omdat wij de Schriften van jongs af geweten hebben, dat we er zó vertrouwd mee zijn geraakt dat de schrik ons niet meer om het hart slaat, zo vaak als we er mee in aanraking komen en ons vonnis er uit kunnen aflezen? Is het vanwege deze familiariteit dat we in de Bijbel niets wonderlijks meer zien ... het schrift van Gods eigen vingers? Wat doen we al niet met dit schrift! We bekijken het van links naar rechts. We gaan de Schriften uitleggen, verklaren, er over debatteren. Ze heeft voor ons geen geheim, zoals voor de wijzen in Babel; we lezen haar vlot van voren naar achteren en van achteren naar voren. Maar één ding hebben we naar het schijnt grondig afgeleerd: voor de Schrift te beven! Wie krijgt het er nu nog benauwd onder, zodat zijn glans verandert, en zijn knieën tegen elkaar stoten?”
Ds. W. Pieters
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Pieters
- Geboortedatum:27-06-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Elspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
website: dspieters.refoweb.nl
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
http://bijbelingewonetaal.nl/lees-ervaar/bijbelteksten/
mogelijk zie je dan een antwoord op je vraag