Verschil tussen CGK en Ger. Gem. in Ned?
Ds. G. van de Groep | Geen reacties | 02-04-2003| 00:00
Vraag
Wat is precies het verschil tussen de kerken Chr. ger. en Ger. gem in Ned? Mijn zus is lid geworden bij de Chr. Ger. Nu zou ik wel eens willen weten wat het verschil precies is.
Antwoord
Ik vind het eerlijk gezegd best moeilijk om op jouw vraag een antwoord te geven. Niet zozeer om de verschillen tussen beide kerkformaties op een rij te zetten, maar omdat het opsommen van verschillen het geva zich heeft dat je je tegen elkaar gaat afzetten. En dat mag m.i. niet.
Er is ook veel wat beide kerkgenootschappen -als ik deze uitdrukking even mag gebruiken- verbindt. En het is heel belangrijk om in tijden, waarin de afval groot is en de wereld beslag legt op vele kerkleden, elkaar juist te zoeken en te bidden dat de Heilige Geest als door een wonder bijeenbrengt, wat bij elkaar hoort.
Een niet onbekend predikant uit de Chr. Geref. Kerken schreef eens: Als Chr. Geref. Kerken weten we ons verwant aan de Geref. Gemeenten door liefde tot Gods waarheid, die een zaak van hoofd en hart is.
Maar goed, beide kerkgenootschappen bestaan nu eenmaal en dat houdt in dat er toch verschillen zijn. Verschillen, die we niet moeten afmeten aan afzonderlijke predikanten, want zowel binnen de Chr. Geref. Kerk als binnen de Geref. Gemeenten zijn predikanten, die zich nauw aan elkaar verwant voelen. Op bepaalde terreinen -onderwijs (Ref. scholen) en politiek (SGP bijvoorbeeld)- werkt men vaak nauw samen. De verschillen moeten we dan ook bekijken vanuit de 'officiële' leer. Je kunt ze toespitsen op twee aspechten: het verbond en de bevinding.
Het verbond: In de Chr. Geref. Kerken leert men dat het genadeverbond (denk aan Abraham, met wie de HEERE Zijn genadeverbond heeft opgericht en in hem met heel zijn nageslacht) opgericht is met de gelovigen en hun zaad. Dat betekent dat de beloften van het verbond bestemd zijn voor zijn bondelingen en dat zij moeten en mogen bidden om de vervulling van die beloften, om de toeëigening door de Heilige Geest van datgene wat zij in Christus in de beloften hebben. In de Geref. Gemeenten leert men dat het genadeverbond opgericht is met de uitverkorenen. De beloften zijn in wezen dan ook alleen voor hen bestemd.
Naast de Bijbel en de belijdenisgeschriften hebben de Geref. Gemeenten in 1931 zes leeruitspraken gedaan. Ik noem er twee van. De eerste luidt: "Dat het verbond der genade staat onder de beheersing van de uitverkiezing ter zaligheid; dat het wezen van het verbond daarom alleen geldt de uitverkoornen en nooit gelden kan het natuurlijk zaad. De aard en het wezen van het Verbond der Verlossing en Verbond der genade één zijn en niet twee. In wezen is het één Verbond."
De tweede luidt: "Dat de Heilige Schrift spraak van twee verbonden in betrekking tot des mensen eeuwigen staat namelijk het verbond der werken en het verbond der genade."
De Geref. Gemeenten leren dus twee verbonden 1): het verbond, dat God met Adam en Eva in het paradijs heeft opgericht. Dat wordt het werkverbond genoemd. En 2) het verbond der verlossing (in de eeuwigheid opgericht tussen de Vader en de Zoon m.b.t. de uiverkorenen) èn het verbond der genade (opricht met Abraham en zijn nageslacht; in het Nieuwe Testament: met de gelovigen en hun kinderen). Deze beide verbonden vormen één verbond.
De Chr. Geref. Kerken leren drie verbonden: 1) het werkverbond; 2) het verbond der verlossing; 3) het genadeverbond. Deze verbonden moet je van elkaar onderscheiden. Het klinkt allemaal ingewikkeld. Ik ga hier dan ook niet verder op in. Je kunt er eventueel uitvoeriger over lezen in het boek van ds. J. H. Velema: "Wie zijn wij?", waar ik voor dit antwoord ook het een en ander uit overneem.
Samengevat: Uitverkiezing en verbond vallen samen bij de Geref. Gemeente. De uitverkiezing realiseert zich in de bedding van het verbond. Uiteraard heeft dat ook gevolgen voor de prediking. In de Geref. Gemeenten loopt de prediking al gauw uit op een wens. In de Chr. Geref. Kerken is de prediking meer appelerend: men wordt opgeroepen om biddend en gelovig werkzaam te worden met Gods beloften en eisen.
De bevinding. Als de beloften alleen voor de uitverkorenen zijn, zoals de Geref. Gemeenten leren, dan komt het erop aan dat je er achter komt een uitverkorene te zijn. In de prediking wordt dan al gauw de beleving van de genade in een bepaald schema gezet en wordt de weg getekend waarlangs een zondaar moet gaan om zo er achter te komen of men tot de ware gelovigen en uitverkorenen behoort. Daarbij wordt vooral de kennis van de ellende sterk benadrukt. Bij de Chr. Gereformeerden heeft bevinding betrekking op het totale leven van het geloof: de kennis van ellende, van verlossing en van dankbaarheid.
Ik wil het hier bij laten. Er is veel meer van te zeggen. Ik ben me bewust dat ik wat generaliserend ben geweest. Binnen de Geref. Gemeenten en binnen de Chr. Geref. Kerken is wat betreft de prediking en het aanbieden van Gods genade best heel wat verscheidenheid. Er is een verschil in predikanten en gemeenten. Ik hoop in elk geval je een beetje met dit antwoord geholpen te hebben.
Ds. G. van de Groep
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G. van de Groep
- Geboortedatum:07-04-1944
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Heerde
- Status:Inactief