Erg worstelen met zonden
Ds. P. Molenaar | 1 reactie | 09-09-2015| 10:49
Vraag
Aan Ds. Molenaar (uit Lunteren). Ik ben een jongeman van tegen de 30 en worstel heel erg met zonden. Ik ben erg scherp en rap van tong en kan hierdoor erg kwetsend overkomen richting ouders en enkele vrienden. Het is pure machteloosheid, omdat ik geen raad weet met de harde manier van reageren die mijn ouders en bepaalde vrienden kunnen hebben. Ik voel me vaak down en depressief over mijn zonden, vaak lig ik nachten wakker en worstel ik er vooral mee om met die zonden te breken en ze te laten. En toch doe ik ze weer. In die nachten ben ik angstig van machteloosheid, “och HEERE, vergeef mij toch en neem die angel weg.” En richting ouders kan ik later toch weer vreselijk reageren.
Het doet altijd zo’n pijn om zo te zondigen richting God, die lieve en barmhartige trouwe Vader, die Zijn zoon gaf aan mij, maar toch zo'n verdriet heeft van mijn zonden. Ik heb hier met mijn predikant over gesproken en die reageerde heel nuchter: die zonden horen bij jouw leven en die worden vergeven. Maar de worsteling en die pijn die ik mijn ouders, vrienden en vooral ook God doe drukken zo zwaar op het leven en richting hen blijft de Geest afwezig. Ook op mijn werk en in de kerkelijke gemeente drukken de zonde die ik doe op mij, eigenlijk overal. Ik weet, er is totale vergeving bij God, maar ik wil gewoon niet zondigen. Dit is zo gruwelijk en afgrijselijk voor God.
Ik heb geen Ger. Gem. of HHK-achtergrond, dus het ligt niet aan een evt. voorwaardelijke prediking waar ik ooit onder heb gezeten. Maar ik ervaar het wel zo: ik verdien toch die dood. En dan denk ik: HEERE laat mij direct sterven, Christus’ offer is voldoende. Maar zo goedkoop wil ik niet zondigen. Ik bid veel en lees veel in de Bijbel voordat ik op plaatsen kom waar ik gevoelig ben voor de zonde, “o HEERE bewaar mij toch voor die grote zonde”, maar toch op onbewaakte ogenblikken gebeurt het. Eigenlijk heb ik geen moed meer om verder te leven, zoveel berouw heb ik van iedere dag dat ik zondig. En dan vraag en ontvang ik vergeving, maar dat word ik weer verdrietig: morgen is er weer een dag. Hoe kom ik zo mijn leven voor mijn sterven door? Weet u praktische pastorale antwoorden?
Antwoord
Beste vriend,
Wat maak je een diepe worsteling door. Voor jou lijkt het wel een verloren strijd. Je bent erg opvliegend en driftig naar je ouders toe en ook naar je vrienden toe. Je komt dan heel hard over, waarover je niet alleen spijt hebt meer ook berouw. En als ik het goed lees: je kunt ook niet tegen de reactie van je ouders en van je vrienden, die misschien vaak ook wel eens daartegen hard reageren, omdat ze het niet begrijpen. Ja dat is ook mogelijk dat elk hard woord een felle reactie uitlokt. Vaak wordt door die hardheid de afstand met hen die je lief zijn nog wel eens vergroot, omdat je het moeilijk vindt om open te zijn en met hen hierover te praten, omdat het een worsteling tussen God en jou betreft.
Tegelijk is het ook zo dat ze niet beseffen wat er in je omgaat en dat je een diepe worsteling doormaakt in je leven. Want je voelt het goed aan: Je doet de Heere er zo’n verdriet mee. Je probeert steeds weer je best te doen, maar het mislukt. Je hebt last van je zonden en je voelt, wat Paulus voelde in Romeinen 7: Als ik het goede wil doen, ligt het kwade mij bij. Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen van het lichaam dezes doods? Je kunt moeilijk komen tot de overtuiging: “Ik dank God in alles door onze Heere Jezus Christus.” Zonde is schuld voor God in je leven. Je hebt een strijd te voeren. Het gaat er ook diep door heen met je leven.
Nu moet je wel oppassen om jezelf daarin te beklagen, wanneer die terugval die zich openbaart in harde woorden steeds gebeurt, maar kom met je nood bij de Heere. Je voelt je waarschijnlijk gelijk aan dat briesende paard of die muilezel van Psalm 32, die overal tegen in gaat.
Elk mens heeft wel een boezemzonde. Jij hebt steeds maar nodig een wacht voor je lippen (Psalm 141), terwijl er zoveel vanbinnen leeft dat tegen God en mensen ingaat. Nu is inderdaad onze tong heel gevaarlijk. Lees Jakobus 3 maar eens na. Je voelt je heel erg bedroefd over de zonden, die je in de praktijk van alle dag doet. Dat is geen slecht teken. We hebben -en dat wordt in onze tijd zo vaak vergeten- ontdekking nodig aan onze zonden. Iemand heeft eens gezegd, dat er zonder ontdekking geen bedekking van schuld is. Dat is wel een les. Ik vrees ook wel eens dat over de ontdekking aan de schuld vaak te lichtvaardig wordt gedacht.
Als je bij God met je zonden, waarover je verdriet hebt, komt in een ootmoedig gebed, dan geeft dat ook lucht. Kijk maar naar Psalm 32. Toen ik zweeg, zegt David, werden mijn beenderen verouderd in mijn brullen de ganse dag, maar toen David zijn zonde beleed, kreeg hij echt lucht. Zo mag je komen tot de Heere, ook als je jezelf zo slecht voelt. Kom maar met je onmogelijke leven bij de Heere. Hij wijst de weg. Dat staat in Psalm 32. Hij onderwijst zelfs. Er staat dat de Heere raad geeft. Met dat woord wordt iets bedoeld dat gelijk staat met overtuiging. Zo mag jij je nood bij de Heere brengen.
Het woord “zonde” in Psalm 32 hangt samen met mislukking. Je voelt je mislukt. Nu zo heeft de Heere echt een woord voor je. De Heere is ook een Rots of een Verberging. Zo wankelt bij jezelf alles ten dode, maar bij de Heere is vastheid. Ik hoop dat je Psalm 32 eens biddend overweegt.
Jij spreekt ook over het feit dat de Geest Zich verborgen houdt. Dat kan, maar dat is daarop gericht dat je in de duisternis het bij de Heere zoekt. De Geest wil ook ontdekken aan de schuld. Immers gaat het licht op in de duisternis (Psalm 112). Ook zegt de Heere dat die in duisternis zijn op de Naam des Heeren vertrouwen (Jesaja 50:10). Ook wordt in de Bijbel gesproken over het feit dat Hij zich wel eens verbergt, zoals een vader zich verbergt om het kind te leren dat het steeds bij de Heere moet blijven. De Heere voert Zijn kinderen vaak door de duisternis heen naar het licht, opdat ze Hem meer nodig hebben.
In Psalm 32 staat dat de Heere onderwijst en leert van de weg die gij gaan zult. Het betekent dat de Heere in de mate van aanvechting, die we doormaken, afdaalt om ons dan juist te beschermen en vast te houden. Hij wijst daarin zelfs een weg, dus een weg in de schuldbelijdenis en ook in je zo moeilijke leven.
Je vraagt je af, of het voor jou wel mogelijk is vergeving te ontvangen. Denk dan aan de Heere Jezus Zelf, Die altijd dieper in de zondenood van de mens is afgedaald, dan waar een mens ooit zou kunnen verkeren. Daarom kan de meest verloren zondaar nog vergeving ontvangen en gered worden. Je zit met je hardheid te tobben naar je ouders en vrienden toe, die jou ook niet begrijpen, wellicht. Wat is het dan groot dat de Heere alles weet. Hij geeft wijsheid als ons die ontbreekt (Jakobus 1). Daarom raad ik je aan Psalm 32 maar eens biddend te overwegen, maar ook Jakobus 1. Daarin ligt ontdekking, troost en verhoring.
Veel zegen en kracht toegewenst! Denk vooral heel groot van de Heere en klein van jezelf! In de weg van gebed, krijg je zeker antwoord.
Ds. P. Molenaar,
Lunteren
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. Molenaar
- Geboortedatum:22-05-1945
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Lunteren
- Status:Actief
Bijzonderheden:
EmeritusDit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Staar je niet alleen blind op het feit dat je zondigt, maar zoek actief naar manieren om eraan te werken. Dat je zo reageert kan ook wortels in het verleden hebben die je eerst moet begrijpen en verwerken voor je ze kan relativeren. Confronteer ook je ouders en vrienden met hun harde woorden die jou tot zonde verleiden. Vertel hoe naar je het vind dat je boos op hen wordt en dat je eraan probeert te werken, en dat zij jou ook kunnen helpen door meer liefde en medeleven in hun woorden.