Gevoel voor schoonheid
Ds. W. Pieters | 4 reacties | 08-09-2015| 15:22
Vraag
Misschien vindt u het wel eigenaardig wat ik schrijf, maar ik waag het erop, want het is mijn levensprobleem. Ik heb een aangeboren gevoel voor schoonheid. Dat omvat alles wat maar mooi is om te zien: mooie gebouwen, mooie voorwerpen, gezellige meubelen, goed uitziende mensen, mooie (beschaafde) kleding. Als ik de kans krijg, loop ik iedere zaak, waar sierlijke dingen te koop zijn, binnen. En wanneer ik thuis kom, ben ik vaak bezig met plannetjes maken om dit of dat te verfraaien of te veranderen en te vernieuwen; en ik ga daar maar in op.
Maar hoe komt het nu, dat ik geen moeite doe om daartegen te strijden? Ik zou deze zonde kwijt willen. Ik voel het als een last: altijd maar dat kijken naar mooi. Ik hunker ernaar mijn leven aan de Heere te geven; weer in de juiste verhouding tot Hem te staan, omdat Hij het zo waard is. O, om nooit meer te zondigen...! Mijn man begrijpt me niet, en zegt: nou, je mag dat toch wel mooi vinden! Laatst was ik op bezoek bij een kind van God en daar kwam ik met mijn vraag en vroeg ik: “Heeft u wel eens zo’n raar mens meegemaakt?” En ze schudde haar hoofd. Toen was ik zo ontmoedigd.
Antwoord
Duidelijk wordt hier, hoe persoonlijk ‘zonde’ is. Wat voor de één zonde is, hoeft het voor de ander heel niet te zijn. Ik ken iemand die graag Mercedes reed. Hij had goedkoop tweedehands er één kunnen bemachtigen, niet onverantwoord. Maar hij moest hem na korte tijd wegdoen, want juist dat merk werd hem tot zonde. Zo kan een ‘modepop’, als God haar bekeert, haar verdere leven wel in het zwart gaan, omdat juist kleding haar tot zonde is geworden. En iemand, die altijd sieraden wil dragen, legt ze misschien wel allemaal weg, als de Heere haar bekeert.
Toch kun je niet zeggen dat het rijden van een Mercedes zondig is vergeleken met het rijden van een Volkswagen of een Ford. Je kunt niet zeggen, dat al Gods volk in het zwart moet gaan. Je kunt ook niet zeggen, dat je als meisje geen enkele ring, armband of broche mag dragen. En zo is het ook met het probleem van de briefschrijfster. Zij is verslaafd aan alles wat mooi is, wat schoon is. Of dat aangeboren is, weet ik niet. Maar ik weet wel, dat velen een bijzondere aantrekking hebben op iets. Sommigen onschuldiger (mooie gebouwen), andere wat dichter bij de zonde (mooie lichamen). De één houdt van postzegels en de ander van postduiven. Postzegels en postduiven zijn geen van beide zondig; en het sparen van het één en het fokken van het ander is evenmin zondig. En toch kan het zomaar tot zonde worden. Hoe zit dat?
Dat heeft niet te maken met de voorwerpen of in het geval van de schrijfster het mooie van de voorwerpen, maar dat heeft te maken met het hart. Ons innerlijk is zondig. Wij plegen met alles afgoderij. Wij zijn geschapen als heersers van de schepping, maar zijn door onze diepe val er slaven van geworden. De één is een slaaf van zijn auto, de ander van een mooi vaasje op de schoorsteenmantel, de derde is verzot op mooie kleding en de vierde kan maar niet ophouden met bezorgd mijmeren over de toekomst. Ieder heeft wat. Maar vanuit onze natuur hebben we er geen erg in en er geen last van. Dan is alles onschuldig en geoorloofd. Net zoals de man van de briefschrijfster vindt. En hij heeft in zijn geval nog gelijk ook, want hij is er niet aan verslaafd. Voor hem is het geen enkel probleem. En daarom kon ook dat kind van God dit probleem niet begrijpen en niet als zonde zien.
Toch had de briefschrijfster ook heel goed een kind van God kunnen ontmoeten, die haar wel begreep. Toen ik over deze brief vertelde aan een vrouw, die de HEERE vreest, zei ze mij: “Nou, ik zou niet met het hoofd hebben geschud! Ik zou gezegd hebben: of ik iemand ken, die met zo’n probleem tobt? Ik ben zelf net zo als jij! Ik heb er ook steeds weer last van, dat ik zo graag netjes wil zijn en mooi. En steeds weer voel ik op dit terrein de zonde van mijn hart.”
Dus, al verstaat niet iedereen de klacht, verslaafd te zijn aan alles wat mooi en gracieus is, toch zijn er wel, die met hetzelfde of een soortgelijk probleem kampen. Misschien u ook wel. Op het eerste gezicht bent u geneigd te zeggen: wat hindert het nu, dat iemand van mooi houdt? Het is toch een stukje van Gods goede schepping, dat Hij ons een gevoel voor schoonheid geeft, zodat we genieten van iets moois! En ik ben het daar hartgrondig mee eens: dit is niet zondig. Maar omdat wíj zondige mensen zijn, wordt alles wat wij ‘vastpakken’ zondig. En daar gaan Gods kinderen iets van beleven.
Elke jongen, elk meisje, elke man en elke vrouw heeft ergens een zwakke plek, of méér dan één, waar satan ze aanvecht. Bij de ene is het hoogmoed, bij de andere drift, bij de derde onkuisheid, bij de vierde pronk, bij de vijfde drank, bij de zesde hobby en bij de zevende schijngodsdienst. Een zwakke plek, waar zij een harde strijd te voeren hebben. Ik weet uit mijn eigen leven hoe zwaar die strijd kan zijn. Maar ik weet ook dat God machtig is om ons overwinning te schenken en ons te doen delen in de blijdschap van Zijn verlossing!
In I Timotheüs 4:4 en 5 schrijft Paulus hoe alle dingen van de schepping voor ons weer goed en on-zondig kunnen worden: Elk schepsel van God is goed en er is niets verwerpelijk als we het met dankzegging nemen. Want het wordt geheiligd door het Woord Gods en het gebed. Dit houdt in: genieten van een mooi tafereel, een wandbord, schilderij, borduurwerk, een mooie auto, mooie klederen, meubelen, een mooi lichaam..., is goed als we het met dankzegging aan God nemen. Maar helaas maken wij nog al eens van het beste het slechtste.
Wat betreft de strijd tegen deze of een andere bijzondere zonde nog het volgende. De briefschrijfster klaagt erover, dat ze machteloos is om ertegen te strijden. Even verder schrijft ze, dat ze er ook niet tegen strijdt. Dit heeft, denk ik, niet alleen te maken met machteloos zijn, maar ook (en vooral) met onwillig zijn. We willen er niet tegen strijden. Dat is kenmerkend voor elke verslaving: op weg naar toegeven aan die zondige zwakheid wil je niet strijden. Later heb je een gloeiende hekel aan jezelf. Daarom is het goed de verleiding te ontwijken. Je niet in de gelegenheid te brengen. Een collega, die verzot was op voetballen, en die soms nog, als hij eens langs een sportveld rijdt, die lust voelt opkomen, vermijdt voor zover mogelijk die plaatsen. Zo adviseer ik aan de briefschrijfster: kom zo weinig mogelijk op die plaatsen waar de verleiding om te ‘zwelgen in schoonheid’ u in de ban krijgt.
We mogen, vooral, de Heere smeken om geregelde begeerten. Iets begeren is op zich niet zondig. Zo mogen we best van schoonheid, van aantrekkelijke kleding, prachtige architectuur of mooie meubels blijven genieten. Maar laten we de Heere vragen dat Hij ons begeerteleven intoomt. Neem daarbij vooral dit middel te baat, wat Paulus schrijft in Kolossenzen 3:1-2:
Als u met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, zittend aan de rechterhand van God. Bedenk de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn.
Verder, laten we ernstig zoeken om in Jezus Christus, in Zijn Borgwerk en in de schatten van het genadeverbond zoveel schoonheid te zien, dat de glans en schoonheid van het schepsel vergeleken bij Hem en bij Zijn geestelijke weldaden en genietingen verbleken, zoals de sterrenpracht verbleekt bij het opgaan van de zon!
Het is mijn wens (en ik veronderstel dat het ook de uwe is) dat de Zon der Gerechtigheid, onze Heere Jezus Christus, de pracht, luister, schittering van alles buiten Hem zo voor ons zal doen verbleken, doordat Hij Zichzelf in al Zijn aantrekkelijkheid, schoonheid, begeerlijkheid en beminnelijkheid zal uitstallen. Zo zal het probleem van verslaving aan aards mooi, schepselschoonheid, zich oplossen bij het geloofsgezicht op Hem; steeds weer. Moge Hij Zich voor ons geloofsoog zo onmisbaar en dierbaar maken, dat we instemmen met de bruid uit Hooglied 5: Mijn Liefste is blank en rood en Hij draagt de banier boven tien duizend... en al wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Zulk Eén is mijn Liefste, ja zulk Eén is mijn Vriend!
Ds. W. Pieters
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Pieters
- Geboortedatum:27-06-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Elspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
website: dspieters.refoweb.nl
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Ik heb een jaar of wat geleden een psychologische test gedaan en daar kwam uit dat ik een 'lage esthetische drijfveer' bezit. Ofwel: daar waar iemand zich helemaal kan storen omdat iets scheef staat, zíé ik het niet eens! (er zitten ook best voordelen aan, maar daar gaat het nu niet om)/
Toch.. ik heb nu een collega die precies het tegenovergestelde is van mij. Hij heeft enorm oog voor detail en 'ziet' dingen die ik niet zie. De talenten van deze collega zijn soms heel goed inzetbaar in het werk waar ik verantwoordelijk voor ben, en reken maar dat ik hem weet te vinden..
@Vraagsteller: kun jij ook met deze wat positiever ingestelde bril naar jezelf kijken? Ook al is het wellicht een valkuil, is het ook niet tegelijk een talent dat je van de Heere God hebt ontvangen? En kun je dat talent ook inzetten in dienst van Zijn koninkrijk?
"Beminnelijk Vorst Uw schoonheid hoog te loven, gaat al het schoon der mensen VER te boven"
Hij, de schoonste aller mensenkinderen staat nog klaar om u in Zijn armen te nemen. Maar maak er wel haast mee, en roep Hem aan, want de genadetijd is kort. Hij alleen kan u van de brede weg, uit het wereldse babylon trekken.