Alles zit tegen

Ds. A.K. Wallet | 1 reactie | 02-09-2015| 13:37

Ik loop steeds tegen grote problemen aan. Op het werk lukt het niet. Over mijn stage en opleiding doe ik langer dan voorgeschreven. Financieel heb ik moeilijkheden. En ik heb het idee dat iedereen (behalve familie en vrienden) mij tegenwerkt. Ik heb weinig leuke dingen om naar uit te kijken. En door dat alles word ik droevig en neerslachtig. Ik weet dat ik niet op prinsen moet betrouwen, maar als ik anderen zie, dan lijkt het net of het bij hen allemaal goed en vlekkeloos gaat. En dan denk ik wel eens, waarom lukt mij dat niet. Het antwoord weet ik niet. Ik probeer troost te vinden bij God en in de Bijbel. Alleen staat het geloof nu zo ver van mij af, dat het niet lukt om God te bereiken. De gebeden blijven maar aan het plafond geplakt. Wat moet ik toch doen, om weer een gelukkig en tevreden mens te worden?

Beste vrager,

Het is duidelijk dat het je niet meezit. Dat leidt bij je tot neerslachtigheid. Je hebt grote problemen: werk-stage-financiën. Deze drie kunnen met elkaar te maken hebben. Werk en stage hebben alles met elkaar te maken, naar ik aanneem. Je bent in beide gevallen met hetzelfde beroep bezig.

1. Zou het kunnen zijn dat je niet op de goede plek zit? Is dit soort werk wel het werk wat je ligt? Wil je dit je hele leven graag doen? Het kan zijn dat je ander werk moet gaan zoeken, waarin je meer tot je recht komt. Waar heeft de Heere God jou gaven voor gegeven? Het duurt soms een tijd voor iemand er achter is wat je hij/zij eigenlijk wil en kan. Denk daar eens over. Iedereen heeft talenten gekregen. Zoek niet iets wat wel heel wat lijkt, maar waar je teveel voor op je tenen moet lopen.
 
2. Het kan ook zijn dat je in een dip zit en dan alles wat negatief bekijkt; overal tegenop ziet en het gevoel hebt dat niets meer wil en dat je niets meer kunt. Bekijk eens wat goed ging en hoe je nog meer zou kunnen verbeteren. Denk niet: ik kan niets. Maar probeer bepaalde dingen beter te doen.

3. Wat het financiële betreft: maak een duidelijk lijstje van inkomsten en uitgaven. Kijk waarop je zou kunnen bezuinigen of anders besteden. Weet je familie er van? Misschien kunnen zij jou er even doorheen helpen? Dus denk ook hierin niet: het is hopeloos, maar weet... moeilijkheden zijn er om overwonnen te worden. Zie lichtpunten.

4. Je schrijft dat iedereen je tegenwerkt. Maar meteen vertel je erbij dat je familie en vrienden hebt, die dat niet doen. Zij leven met je mee dus. Dat is een heel belangrijk gegeven. In het leven is niet iedereen een vriend van je, maar als je een kleine kring hebt die om je heen staat, is dat een groot geschenk. Daar moet je het ook van hebben.Dat kan je inspireren om in het leven te staan. Wees er zuinig op en laat ook merken dat je niet alleen veel van hen verwacht, maar dat ze ook iets van jou mogen verwachten. Het mag geen eenrichtingsverkeer zijn.

5. Er zullen ook in jouw leven wel leuke dingen zijn, probeer ze ook te zien en er van te genieten. Echt: het is niet alleen kommer en kwel, maar let ook op zegeningen die je mag hebben: je familie, je vrienden, je gezondheid bijvoorbeeld. Waardeer deze elementen en wees er dankbaar voor.

6. Het lijkt net dat het bij anderen allemaal goed gaat. Asaf dacht dat ook een poosje. Zo kunnen wij dat ook wel denken: bij de ander is het gras altijd groener. Soms, als je achter hun gordijnen kijkt, wil je niet met hen ruilen. Het is ook wel zo dat het anderen soms voor de wind gaat. Toch, verkijk je er niet op. Denk aan het vers: “Als ik maar weet dat hier mijn weg, door U Heer ’wordt bereid. En dat die weg, hoe moeilijk ook, mij nader tot U leidt.”

7. Je schrijft dat het geloof nu zover van je afstaat; je kunt God niet bereiken. Als ik het goed begrijp is de hoofdzaak van je geloofsleven: troost zoeken. Dat is geloven toch niet alleen en uitsluitend? Tracht allereerst je door de Heere te laten leiden, ook in de wegen die jij nu gaat. “Zend Heer ’Uw licht en waarheid neder”, wordt er gezongen in Ps.43. En denk aan Ps. 25: God zal Zelf je Leidsman wezen, leren hoe je wandelen moet.

Onze wegen gaan niet altijd over rozen, maar ook als doornen ons levenspad kruisen, dan met de dichter van Ps. 23 te zingen: “Ook al ga ik door een diep dal: Gij zijt bij mij.” Het geloof hangt niet af van de omstandigheden, maar in welke omstandigheden je je ook bevindt, je door God te laten leiden. Dat betekent dan wel: zie of er bij mij een schadelijke weg is en leidt mij op de eeuwige weg (Ps. 139). Dat is de echte troost. Maak al je wegen bij de Heere bekend en vertrouw op Hem en dien Hem ook als er veel tegen zit. Vraag de Heere of Hij je vast wil houden. Denk aan wat Jezus geleden heeft: geen nest als de vogels en geen schuilplaats als de vossen. Denk daarbij aan het kruis. Verlaat je op Hem en hoor Zijn Woord: volg Mij. En verlustig je met blijdschap in den Heer’. “Ik zal je leiden.” Dat belooft Hij. Neem alles van je leven maar mee en volg Hem. Hij zal het goed met je maken. Ook in moeilijke wegen wil Hij ons des te meer leren dat we echt nergens absoluut op kunnen vertrouwen dan op Hem alleen.
 
Ds. A. K. Wallet

Dit artikel is beantwoord door

Ds. A.K. Wallet

• Geboortedatum:
  17-06-1939
• Kerkelijke gezindte:
  Christelijk Gereformeerd
• Woon/standplaats:
  Schoonrewoerd
• Status:
  Inactief

207 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven