Dochtertje met verlatingsangst
A. Teerds-Gertenbach | Geen reacties | 27-08-2015| 08:59
Vraag
Ons dochtertje van 5 jaar heeft de laatste weken last van een soort verlatingsangst. Als ze weet dat een van ons weggaat vraagt ze vele malen bevestiging dat de ander wel thuis blijft. Ook vraagt ze zich af, en dan is ze zeer angstig en verdrietig, wat ze moet doen als een van ons komt te overlijden of als het ons allebei overkomt. Er is voor zover wij weten geen concrete aanleiding waardoor ze hier zoveel over nadenkt. Hoe kunnen we hier het beste mee omgaan en op inspelen?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
We kennen allemaal wel de verlatingsangst die jonge kinderen, zo rond het eerste levensjaar, hebben. Dat hoort bij de normale ontwikkeling. In het opgroeien leert een kind dat mama of papa wel weggaat, maar ook weer terugkomt. In een veilige situatie leert een kind daarop te vertrouwen.
Van verlatingsangst heeft het kind het meeste last als diegene weggaat, aan wie het kind het meest gehecht is. Heel vaak is dat ‘mama’. Later kan die verlatingsangst terugkomen. Meestal zijn er dan oorzaken aan te wijzen, zoals het voor het eerst naar school gaan, een ziekenhuisopname, een verhuizing, een logeerpartij of andere spanningsvolle gebeurtenissen. Als de stress dan wat minder is geworden en het kind aan een veranderde situatie gewend is, verdwijnt de verlatingsangst meestal.
Uw dochtertje is vijf jaar en voelt zich onzeker, onveilig als een van de ouders weggaat. Ze wil papa en mama graag bij zich houden. Ondertussen denkt ze verder. Misschien heeft ze in de familie een sterfgeval meegemaakt, misschien heeft ze er op school of in de buurt van gehoord. Het kan dus, dat papa of mama óf allebei overlijden. Wat dan? Uw dochtertje is op een leeftijd dat ze zich dingen herinnert die echt gebeurd zijn, maar tegelijk kan de fantasie er doorheen spelen en die fantasie is voor haar óók echt. Die gedachten maken haar angstig en verdrietig en dat is goed voor te stellen.
Aan enkele moeders vroeg ik of ze de situatie herkenden en hoe ze ermee omgegaan waren. Ja, zij hadden in het gezin iets soortgelijks meegemaakt. Hoe hadden ze hun kind geholpen om de verlatingsangst te overwinnen of in ieder geval minder angstig te zijn? In de antwoorden die ik kreeg kwam allereerst naar voren dat elk kind uniek is, de omstandigheden verschillend en ook de ouders hun eigen ‘opvoedingsmethode’ hebben. Toch denk ik, dat hun suggesties en opmerkingen ook voor u tot nut kunnen zijn.
-Als ik wegging, nam ik er altijd even de tijd voor om afscheid te nemen. Daar was ik wel duidelijk in. Ik vertelde wat ik ging doen, hoe lang ik ongeveer wegbleef en dat bijvoorbeeld oma zolang oppaste. Nog een kus en dan ging ik weg. Ik kwam niet terug al liep m’n dochtertje me huilend achterna. Het werkte voor haar en voor mij het beste om duidelijk te zijn en de afscheidsceremonie niet te lang te maken. Het huilen was eigenlijk altijd wel snel over.
-Ik herken de angst voor het overlijden van een van ons. Het bleek in mijn geval dat mijn dochtertje een gevoelig kind is en dat ik een bepaalde angst overdroeg. Ik heb moeten leren om er met mijn kind rustig over te praten. Dan nam ik haar op schoot en we hadden het dan op een kinderlijke manier over wat er zou gebeuren als papa en mama zouden sterven en over opa en oma, die dan voor de kinderen zouden zorgen. Ons dochtertje pakte dat goed op. Mijn man en ik hebben dat wel vaak moeten herhalen, maar omdat het hielp, wilden we dat natuurlijk ook wel doen.
-Ik ben niet zo’n prater. Als mijn kind angstig was, negeerde ik dat niet, maar ik probeerde het af te leiden. Ik moest er zeker niet zo diep op ingaan en ik moest er ook niet al teveel aandacht aan besteden, want dan werd het alleen maar erger. Een boekje lezen, gezellig knuffelen, zingen en bidden, dat werkte bij ons het beste.
Ten slotte: ik las in “Handboek Christelijke opvoeding - deel 2” (dr. J. Stolk, uitg. Groen-Heereveen), dat er drie valkuilen zijn die je moet vermijden bij angst: bagatelliseren, straffen en overbeschermen. Vier richtlijnen zijn er voor de omgang met angstige kinderen: accepteren, aandachtig luisteren, aanpakken en afgrenzen. Van harte aanbevolen om het hoofdstuk: “Je hoeft niet bang te zijn!” eens te lezen!
A. Teerds-Gertenbach
Dit artikel is beantwoord door
A. Teerds-Gertenbach
- Geboortedatum:29-01-1951
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Hendrik-Ido-Ambacht
- Status:Actief