Zo weinig liefde tot Hem
Ds. A.A. Egas | Geen reacties | 20-08-2015| 11:59
Vraag
Ik weet dat de Heere mij heeft vrijgekocht. Nu worstel ik ermee dat ik zo weinig liefde tot Hem heb en zo vaak heb ik daar nog niet eens zo'n last van. Elke keer weer voel ik me wegzakken tot de Heere me weer opzoekt. Waarom is het zo moeilijk om me tot Bijbel lezen te zetten, de zonden te haten en Christus het centrum van mij leven te laten zijn?
Antwoord
Waarde vriend(in),
Wat is het een wonder om te mogen weten vrijgekocht te zijn door de Heere. Gewassen en gereinigd door Zijn bloed en ontvangen het eeuwige leven en dat uit genade. Daar is straks de hemel voor nodig om je daar eeuwig over te verwonderen. Mijn eerste vraag is dan ook aan je: Neem je wel de tijd en rust om over dit grote wonder van Gods opzoekende liefde voor zo’n ellendige als jij te overdenken en er over te mediteren. Neem je wel het boek der Psalmen ter hand om Hem daarvoor te erkennen. Ik denk aan Psalm 116. Daarin wordt die grote weldaad bezongen en roept de dichter uit: “Wat zal ik de Heere vergelden voor al Zijn weldaden?”. Is Hij het niet waard om Hem psalmen te zingen van dankbaarheid? Is dat niet een middel om dicht bij Hem te blijven en bewaard te worden voor wereldsgezindheid en geesteloosheid?
In de tweede plaats beleven we dat we nog steeds te maken hebben met onze oude mens. Hij wil zich maar niet aan Gods Wet onderwerpen. En we zijn zo makkelijk geneigd om aan hem toe te geven. De Heere Jezus zegt het al tegen Zijn discipelen: Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. We hebben ons hele leven te strijden tegen onze oude natuur. Telkens vind je dan ook in Gods Woord oproepen om te strijden. Ik denk met name aan de brieven van Paulus waarin hij onder meer schrijft: Doodt dan uw leden die op de aarde zijn.
Dat de Heere telkens weer de eerste is, is een groot wonder. Daarom zal Zijn Kerk ook niet verloren gaan. Hij houdt haar in het leven. Gisteravond heb ik gepreekt over de verschijning van de Heere aan Abram uit Gen. 17 vers 1. Het is 13 jaar geleden dat Ismaël is geboren (zie laatste vers van hoofdstuk 16). Abram verlangt niet meer naar de zoon der belofte, maar heeft zich tevreden gesteld met Ismaël. Calvijn schrijft dan heel onderwijzend: “Thans in de valse waan dat hij zijn wens had verkregen, wordt hij door de aanwezigheid van een vleselijke zoon afgetrokken van het verlangen naar een geestelijk zaad.” Als de Heere niet aan Abram was verschenen en hem weer had opgezocht en het geloof verlevendigd, was Abram in zijn ingezonkenheid voortgegaan. Wat een onverdiend voorrecht, dat de Heere steeds weer de Eerste wil zijn. Beschamend voor ons, laat het ons ook nederig maken voor Hem. Ja, het doet ons steeds meer zien, dat we alleen zalig worden vanwege Zijn trouw.
Vroeger zei men weleens, wanneer je tot het geloof in Christus mocht komen: “Welkom in de strijd!” Zo roep ik je op om te strijden. Te strijden tegen de zonden, je eigen-ik, de wereld en de duivel. Lees daarbij Zondag 52 vraag 127. Trek aan de wapenrusting Gods, je beschreven door Paulus in Efeze 6. Strijd de goede strijd des geloofs. Ziende op Hem, biddend om de kracht van de Heilige Geest.
Met hartelijke groet en Gode bevolen,
Je ds. A.A. Egas.
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.A. Egas
- Geboortedatum:30-05-1957
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Damwoude
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: