Onverhoorde gebeden
M.M. van Winkelen | 1 reactie | 06-08-2015| 15:20
Vraag
Mijn moeder is ongeneeslijk ziek en ik ben al lang werkloos. In de Bijbel staat: bid en u zal gegeven worden. Echter, ik heb al vaak gebeden of God mijn moeder beter wil maken of dat ik eens uitgenodigd wordt voor een sollicitatiegesprek nadat ik op een vacature gereageerd heb. Echter bij geen van de twee dingen gebeurt dit. Hoe kan dit? Verder heb ik al vaak gevraagd of God een teken wil geven of zich wil laten zien als engel o.i.d. Ook dat gebeurt niet. Waarom niet? Terwijl er staat klopt en u zal worden opengedaan. Velen zullen zeggen dat dit het bewijs is dat God niet bestaat, maar verzonnen is door de mensen. Ik geloof (nog) wel, maar het wordt wel steeds moeillijker om dit vol te houden. Verder zijn er mensen van de Gereformeerde Gemeente die openlijk in mijn gezicht zeggen dat in de Bijbel staat dat wie niet werkt, ook niet zal eten. Ik vind dit wel zeer schofferend i.p.v. mededogen te tonen.
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vragensteller,
Je zit met een vraag over onverhoorde gebeden. Je hebt gebeden om de genezing van je zieke moeder en ook om een baan, of tenminste om een sollicitatiegesprek. Hiernaast geef je aan ook om een teken te hebben gebeden dat God er is. Omdat je geen verhoring op deze gebeden ervaart, vindt je het moeilijk om te blijven geloven in het bestaan van God. Des te meer omdat je in de Bijbel teksten leest waarin staat dat God het gebed verhoort, terwijl dat bij jou niet het geval lijkt te zijn. Ik zal vanuit wat de Bijbel hierover zegt met je meedenken.
De vraag over onverhoorde gebeden is niet nieuw, veel christenen hebben hiermee geworsteld. Het is ook een onderwerp wat in de Bijbel regelmatig aan de orde komt. In de psalmen tref je soms hevige klachten van mensen aan die hun verdriet hierover voor Gods aangezicht brengen. Denk aan wat we in psalm 28 lezen. Daar roept David uit: “Tot U roep ik, HEERE! mijn Rotssteen, houd U niet als doof van mij af; opdat ik niet, zo Gij U van mij stil houdt, vergeleken worde met degenen, die in den kuil nederdalen.” Ook het gebed van Habakuk laat wat dit betreft niet aan duidelijkheid te wensen over. We horen hem klagen: “HEERE! hoe lang schreeuw ik, en Gij hoort niet, hoe lang roep ik geweld, tot U, en Gij verlost niet!” (Hab. 1:2). Ik weet niet hoe het jou vergaat, maar zulke ontzaglijke woorden zou ik niet in mijn persoonlijke gebed durven gebruiken. Deze mensen deden dat wel, de grote nood waarin zij verkeerden, drupt als het ware van hun woorden af. Opvallend is dat ze niet stoppen met bidden omdat God niet lijkt te luisteren, maar juist hartstochtelijker zijn gaan roepen. Dat is onmiskenbaar een daad van geloof, het sluit immers de gedachte in zich dat God hun klachten wel degelijk hoorde.
In de Bijbel treffen we een aantal geschiedenissen aan waarin we lezen van kinderen van God die hun persoonlijke nood en vragen bij God in het gebed brachten, maar toch niet het antwoord kregen waar ze innig naar verlangden. Denk eens aan Mozes. Niet de eerste de beste zou ik zeggen. We lezen van hem dat God met hem sprak zoals een man met zijn vriend sprak (Ex. 33:11). Het was zijn roeping en levenswerk om het volk Israël in het land Kanaän te brengen, aan dat doel waren vele van zijn levensjaren gewijd. In zijn levensavond horen wij hem bidden, of liever gezegd smeken, of hij ondanks zijn zonde toch het land Kanaän in mag. Geen geringe zaak voor hem, dat zou immers de kroon op zijn levenswerk zijn. De Heere beslist echter anders, deze bidder krijgt te horen “spreek niet meer tot Mij van deze zaak” (Deut. 3:26). Toch blijkt uit heel de Bijbel dat God het goede met Mozes voor had.
Ik wil je wijzen op een voorbeeld dat nog heiliger en ontzaglijker is. Ga in gedachte eens mee naar de hof van Gethsémané. Daar ligt Hij die zowel Zoon van God als Zoon van mensen is geknield op de aarde, ontzaglijk benauwd onder het onmetelijke lijden dat Hem naar lichaam en ziel wachtte en dat zo dichtbij was gekomen. Niet om Zijn maar om de zonden van ons mensen. “Mijn Vader, indien het mogelijk is, zo laat deze drinkbeker van Mij voorbijgaan”, zo luidt Zijn herhaalde gebed (Math 26:39). Is ons gebed vol van tekort en schuld, Zijn gebed was dat niet. We lezen van Hem dat God Zijn gebed altijd hoort (Joh 11:42). Toch ging de drinkbeker van Gods toorn over de zonde aan Hem niet voorbij. Niet Zijn wil, maar Gods wil ging hierin voor.
Zoals je ziet zijn er de nodige voorbeelden in de Bijbel dat God gebeden niet, anders of later verhoord dan wij als mensen bedacht hadden. Dat moeten we aan Gods goedheid, wijsheid en rechtvaardigheid overlaten. Overal in de Bijbel wordt plechtig verklaard dat het tot de onmetelijke roem van God behoort dat Hij naar het gebed luistert. Denk aan psalm 65: “Gij hoort het gebed; tot U zal alle vlees komen!”, die roem zal God zich ondanks het bovenstaande niet laten benemen.
Wij hebben echter wel voor onszelf na te gaan of wij bidden ‘naar Gods wil’ (1 Joh. 5:14), de Bijbel geeft ons daar de nodige aanwijzingen voor. Ik wil je wat dit betreft ook een paar persoonlijke vragen mee geven.
Allereerst, Gods Woord leert dat wie tot God komt, moet geloven dat Hij is en een Beloner is van degenen die Hem zoeken (Hebr. 11:6). Een echte bidder bidt niet op goed geluk, maar uit een innerlijke overtuiging van Gods goedheid en grootheid. Wie klein van God denkt, doet Hem in het bidden tekort en kan daarom worden afgewezen. Hoe ligt dat in jouw gebed?
Ten tweede, bid jij als een onwaardige? Is de taal van het gebed van Daniël (Dan. 9) ook de taal van jouw hart? “Bij U, o Heere! is de gerechtigheid, maar bij ons de beschaamdheid der aangezichten”? Is er in jouw gebed het offer van een hartelijke schuldbelijdenis, of heeft je gebed wat meer weg van de man uit Luk 18:11 die het eigenlijk wel heel vanzelfsprekend vond dat God naar hem luisterde?
Tenslotte, leunt je gebed op de voorbede van Christus? Ervaar je de noodzaak van Zijn bidden en tussentreden om de weg naar Gods genadetroon te vinden? Buiten Hem kan God niet met jou en mij te maken hebben.
Denk eens over deze vragen na. Geen mens bidt volmaakt, maar we mogen en moeten wel ons bidden naast de Bijbel leggen om na te gaan of bij onszelf redenen liggen waarom God niet naar ons bidden kan luisteren.
Vergeet tenslotte niet dat we in de Bijbel lezen dat wij niet alleen naar God bidden, maar dat God –-menselijkerwijs gesproken- ook door Zijn knechten ons laat bidden. Hoe luidt dat gebed? “Laat u met God verzoenen, want Dien die geen zonde heeft gekend, heeft God zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem” (2 Kor. 5:20,21). Zal je er ook aan denken om naar dat ‘bidden’ van Gods knechten te luisteren? Mag ik je vragen wat jij doet met de oproep tot geloof en bekering die met herhaling tot je komt? Zorg ervoor dat je straks niet bij de mensen hoort van wie God zegt dat Hij hen geroepen en gebeden heeft, maar dat een antwoord helaas uitgebleven is... (Spr. 1: 24-26).
Sterkte toegewenst in je moeilijke situatie.
M. M. van Winkelen
Deze vraag werd ook behandeld in het programma 'Pastorie online':
Dit artikel is beantwoord door
M.M. van Winkelen
- Geboortedatum:18-07-1981
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Den Haag
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Ouderling in Gereformeerde Gemeenten.
Bekijk ook: